8. De noodzaak om in alles de wil van God te zoeken

Dit is de eerste van de serie Bijbelstudies over het vinden van Gods wil. Deze Bijbelstudie bespreekt waarom het noodzakelijk is voor een christen om in alles de wil van God te zoeken.

+ Leven naar Gods wil is de opdracht

We moeten als christen leven “naar Gods wil”.

“om niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God de tijd, die nog rest in het vlees, te leven.” (1 Petrus 4:2)

Daarom spoort Paulus ons aan om in alles Gods wil te zoeken. “… tracht te verstaan wat de wil des Heren is” (Efeze 5:17).

+ Leven naar Gods wil is alleen mogelijk als we die wil kennen

Als we de Bijbelse opdracht om naar de wil van God te leven uit willen voeren, moeten we natuurlijk wel eerst weten wat de wil van God is. Om naar de wil van God te kunnen leven, moeten wij de wil van God kennen. Daarom moeten we leren om in elke situatie de wil van God te zoeken.

Hoe we dat moeten doen, wordt in de volgende Bijbelstudies uitgelegd. Daar wordt besproken hoe God zijn wil aan ons bekend maakt, hoe God ons leidt.

+ Als we op eigen inzicht steunen dan gaat het mis

Dat is nog een reden waarom we in elke situatie naar de wil van God moeten zoeken.

De Bijbel zegt dat we niet op eigen inzicht moeten steunen.

“steun op uw eigen inzicht niet”  (Spreuken 3:5)

Als we op ons eigen inzicht afgaan, dan gaat het fout. We moeten in alles telkens de Here raadplegen. Zijn wil zoeken, bidden om zijn inzicht en leiding. Een illustratie hiervan zien we in het leven van Jozua. (Jozua 9)

Het speelde zich af tijdens de verovering van het beloofde land. God had Israel verboden om een verbond te sluiten met de bewoners van het land. Een verbond met volken buiten het beloofde land mocht wel. De bewoners van een stad uit het land, verzonnen een list. Ze wisten dat ze niet tegen de Israëlieten op konden, daarom probeerden ze een verbond met hen te sluiten. Een verbond om elkaar wederzijds te steunen.

Zo’n verbond werd in die tijd gesloten onder aanroeping van beider goden. Die zouden er op toezien dat de partij die het verbond verbrak, gestraft zou worden. Daarom was een verbond in die tijd bindend, omdat geen van de partijen het verbond durfde te verbreken.

De Gibeonieten wisten dat de Israëlieten geen verbond met hen zouden sluiten, als ze wisten dat zij in het land woonden. Daarom verzonnen ze een list. Ze beweerden dat ze ver weg woonden. Ze zeiden dat ze van ver kwamen. Ze deden alsof ze een lange reis hadden gemaakt. Ze hadden versleten kleren aangedaan, die er slecht aan toe waren, zoals kleren er in die tijd uitzagen na het maken van een lange reis. En ze namen zeer oud brood mee, zoals het brood, dat je aan het begin van een lange reis mee had genomen, er aan het einde van de reis zou uitzien. Zo kwamen ze bij Jozua aan met het verzoek om een verbond met hen te sluiten. Jozua en het volk hoorden hun  leugen en ze keken naar de kleren en het brood. Alles leek in orde. De kleren waren inderdaad versleten en het brood was oud. Ze geloofden de Gibeonieten. Met als gevolg dat ze een verkeerd besluit namen en een verbond met hen sloten.

De Bijbel zegt zelf wat er fout ging. “Hierop namen de mannen van hun teerkost, maar zij raadpleegden de Here niet.”  (Jozua 9:14)

Jozua en zijn metgezellen maakten de fout om alleen af te gaan op hun eigen beoordeling van de situatie. Ze controleerden het verhaal van de Gibeonieten, het brood was oud, de kleren versleten. Ze vergaten echter om ook de Heer over de zaak te raadplegen.

De les voor ons is dat we wel ons verstand moeten gebruiken om na te gaan waar de omstandigheden op wijzen, maar we mogen daar niet alleen op steunen. We mogen er niet alleen op afgaan. We moeten het ook in gebed aan God voorleggen: “Wat vindt U hiervan? Wat moeten we doen? Hoe moeten we dit aanpakken”. We moeten Hem kennen in al onze wegen. We moeten Hem er in betrekken, het met Hem bespreken.

“Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw pad rechtmaken.” (Spreuken 3:5,6)

Alles wat we doen, moeten we met de Heer bespre­ken Als we toch op ons eigen inzicht steunen, gaat het ook bij ons mis.

Zie het kontrast tussen Jozua in Jozua 9 en David in 1 Samuel 23:1-12.

+ Alleen als we leven naar Gods wil, zal Gods zegen op onze activiteiten rusten

 

Het is Gods bedoeling dat we in alle goed werk vruchtdragen. Dat zal het geval zijn als we onder leiding van God bezig zijn. Als we in alle dingen Gods wil zoeken en doen.

“Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God.” (Kolossenzen 1:9,10)

De manier om “in alle goed werk vrucht te dragen” is te staan in de wil van God. Daarom bad Paulus voor de christenen te Kolosse dat ze met de juiste kennis van Gods wil vervuld mochten worden.