Deze studie is een vervolg op deel I van de Bijbelstudies over geestelijke strijd. Het is verstandig om eerst deel I te lezen. In die Bijbelstudie wordt besproken hoe de satan ons aan kan vallen. In deze studie zullen we nagaan hoe we de aanvallen van de boze kunnen weerstaan. In de eerste plaats moeten we nuchter en waakzaam zijn.
1. Nuchter en waakzaam zijn
- “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. Bied weerstand aan hem, vast in het geloof…” (1 Petrus 5:8,9)
Als christenen moeten we er rekening mee houden dat de satan ons aan zal vallen. De Bijbel roept ons op om niet naïef te zijn, maar op te letten. “Weest nuchter en waakzaam” Zeker als we bezig zijn om iets voor de Heer te doen. Juist dan kunnen we geestelijke strijd verwachten.
We moeten zeker niet achter alles de boze zien. Niet elke tegenslag is bijvoorbeeld van de boze. En niet bij elke verzoeking is de satan direct betrokken. [1]
Als je het niet vertrouwt, bid dan om geestelijk inzicht. God zegt niet voor niets in Zijn Woord: “En als iemand van u in wijsheid tekortschiet laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.” (Jakobus 1:5)
2. Onderscheid is nodig
Het is belangrijk dat we op de hoogte zijn van de listen van de boze. Als christenen moeten we niet naïef zijn, maar alert, op onze hoede. Daar zijn we beter toe in staat als we weten hoe de satan, onze tegenstander, denkt, wat zijn doelen zijn en hoe hij te werk gaat.
- “…opdat de satan op ons geen voordeel zou behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.“ (2 Korinthe 2:10,11)
Het Griekse woord dat hier met gedachten is vertaald kan ook vertaald worden met listen of methoden.
Zoals Paulus op de hoogte was van de listen van de satan, moeten ook wij dat zijn. Het is belangrijk dat we op z’n minst enig inzicht hebben in hoe de satan aanvalt.[2] Het is bijvoorbeeld belangrijk om te weten wanneer je geestelijke strijd kunt verwachten. Als je weet wanneer je een aanval van de satan kunt verwachten, kun je er van te voren voor bidden.
Een voorbeeld. Wanneer er openheid is bij mensen voor het evangelie, kun je zeker verwachten dat de satan zal proberen om tegen te werken. Daarom is het goed om hier van te voren speciaal voor te bidden.
3. Weerstand bieden
- “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. Bied weerstand aan hem, vast in het geloof…” (1 Petrus 5:8,9)
- “…Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” (Jakobus 4:7)
- “Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.” (Efeze 6:10-13)
We moeten niet zomaar lijdelijk alles aanvaarden wat uit de geestelijke wereld op ons afkomt. Als de satan ons tegenwerkt of lastig valt, moeten we hem weerstaan. We moeten er tegen in gaan. Er staat: “Bied weerstand aan hem, vast in het geloof” en “Bied weerstand aan de duivel”.
Om de satan te kunnen weerstaan heeft God ons zijn wapenrusting gegeven. Deze wapenrusting wordt opgesomd in Efeze 6:13-18. De twee voornaamste wapens waarmee we weerstand bieden zijn het Woord van God en het gebed. Soms kan het ook nodig zijn om de satan te bevelen.
3.1 Weerstand bieden met het Woord van God
- “Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. En neem…het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord” (Efeze 6:16,17)
Het schild van het geloof staat centraal in de wapenrusting die God ons gegeven heeft, “Neem bovenal het schild van het geloof op…” (Efeze 6:16). Op het schild van het geloof ketsen alle vurig pijlen, die de boze op ons afschiet, af. Alle leugens, twijfels, beschuldigingen en verzoekingen die de satan op ons afvuurt.
We bieden weerstand aan de satan door het geloof: “…Bied weerstand aan hem, vast in het geloof“ (1 Petrus 5:9).
Geloof is nauw verbonden met het Woord van God, het zwaard van de Geest. Ons geloof is namelijk gebaseerd op de Bijbel[3]. “Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.” (Romeinen 10:17). Weerstand bieden in het geloof doe je daarom door in het geloof vast te houden aan wat God in Zijn Woord heeft gezegd. Tegen alle leugens, twijfels, aanklachten en verzoekingen in, houden we door het geloof vast aan wat God zegt.
Ter illustratie twee voorbeelden die duidelijk maken hoe dit in de praktijk werkt.
Voorbeeld 1
De Bijbel zegt dat God ons nooit in de steek zal laten: “want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.” (Hebreeën 13:5). Toch kunnen wij dingen in ons leven meemaken, waardoor het lijkt alsof God ons verlaten heeft. Bijvoorbeeld als je langdurig ziek bent of als alles mis lijkt te gaan. Op die momenten kan de satan tot je komen en de gedachte in je op laten komen dat God je verlaten heeft. Als dat gebeurt, is het tijd om het schild van het geloof te gebruiken. Op grond van de Bijbel weten we dat deze gedachten leugens zijn, ze zijn simpelweg niet waar, want in de Bijbel staat dat God ons nooit zal verlaten. In zo’n situatie moeten we tegen ons gevoel in op het Woord van God gaan staan en de leugens van de satan verwerpen. Dat kun je bijvoorbeeld doen door het volgende gebed uit te spreken: “Hemelse Vader, ik dank U dat U me nooit zult loslaten. Ik dank U dat ik niet verlaten ben. Ik verwerp dit gevoel en deze leugenachtige gedachten. Ik kies er voor om te geloven wat u in uw Woord zegt. Uw Woord is de waarheid!”
Voorbeeld 2
Stel dat satan je geloofszekerheid aanvalt. [4], Hij zaait twijfel aan je behoud in je hart: “Ben ik wel een kind van God?”. Ook dan moet je het schild van het geloof gebruiken. Je moet in het geloof vast houden aan wat God in Zijn Woord zegt. Elke keer wanneer deze twijfels in je opkomen, neem je een toepasselijk Bijbelgedeelte bijvoorbeeld Johannes 1:12 “Want allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.”. Vervolgens neem je met behulp van dit Bijbelgedeelte stelling tegen de twijfels waar je door geplaagd wordt. Een goede manier om dat te doen is door voor jezelf de Bijbeltekst te citeren, vervolgens hardop je geloof in Gods Woord uit te spreken, en welbewust je twijfels te verwerpen. Door bijvoorbeeld het volgende gebed te bidden: “Dank u Heere dat ik een kind van God ben, want ik heb Uw Zoon, Jezus aangenomen. En U zegt in uw Woord dat allen die Hem aangenomen hebben, kinderen van God zijn. Ik verwerp deze twijfels en deze gevoelens en ik kies er voor om te geloven wat U in uw Woord zegt.”
We jagen de satan dus op de vlucht door in het geloof het zwaard van de Geest, dat is het Woord van God, te hanteren.
Op dezelfde manier moeten we ook reageren op verzoekingen van de boze. Toen Jezus door de satan verzocht werd in de woestijn reageerde hij ieder keer met behulp van een toepasselijk Bijbelgedeelte.
“En de verzoeker [de satan] kwam bij Hem en zei: Als u Gods Zoon bent, zeg dan dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt… ” (Mattheus 4:1-11)
Zo moeten ook wij de satan weerstaan wanneer hij ons verzoekt. Zoek een toepasselijke Bijbeltekst en neem met behulp van deze tekst in het gebed stelling tegen de verzoeking van de satan. “God heeft in Zijn Woord gezegd…Ik wil hem gehoorzaam zijn. Ga weg satan!”
3.2 Weerstand bieden door gebed
- “…terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest…” (Efeze 6:18)
Gebed is heel belangrijk in de strijd met de boze. We bieden weerstand aan de boze in gebed.
In de Thessalonicenzen brief vinden we een duidelijk voorbeeld van de rol van het gebed in de strijd met de satan. Paulus en zijn metgezellen werden door de satan tegen gewerkt om naar de christenen in Thessalonica te gaan.
- ” Daarom hebben wij naar u toe willen komen…een- en ander maal, maar de satan heeft het ons verhinderd.” (1 Thessalonicenzen 2:18)
Ze legden zich hier niet bij neer, maar gingen er tegen in door het gebed.
- “Wij bidden nacht en dag meer dan overvloedig om uw gezicht te mogen zien en om te volmaken wat aan uw geloof ontbreekt.” (1 Thessalonicenzen 3:10)
Zo moeten ook wij ons niet door de satan tegen laten houden of lastig laten vallen, maar hem weerstaan in het gebed.
Soms zullen we door een situatie heen moeten bidden. Enkele malen bidden is dan niet genoeg. Paulus en zijn metgezellen baden er ook niet slechts enkele malen voor ze baden, “nacht en dag”. Dat wil zeggen: met grote regelmaat. Ze zullen er voor gebeden hebben zodra ze daar de kans voor kregen: “terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt” (Efeze 6:18). Bij elke gelegenheid, iedere keer als het mogelijk is.
Het is ook belangrijk om met ernst te bidden. We moeten bidden met “alle gebed en smeking” (Efeze 6:18). In de Bijbel vinden we verschillende van zulke gebeden. Zie bijvoorbeeld het gebed van Nehemia in Nehemia1:4-11 of het gebed van Daniel in Daniel 9:5-19. Nehemia en Daniel smeekten God om hen te geven waar zij om vroegen, ze legden heel hun ziel in het gebed, en drongen er bij God op aan om hen te antwoorden. “Heere, laten toch Uw toorn en Uw grimmigheid zich afwenden van Uw stad Jerzualem…Nu dan, onze God, luister naar het gebed van uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is. Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien…Heere, luister Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God.” (Daniel 9:16-19)
Zo mogen ook wij tot God bidden, als de satan ons aanvalt: “Heere sta toch niet toe dat de satan Uw werk hindert! Verbreek toch de werken van de Boze! Hoor mijn gebed, en antwoord mij! Heere U kunt dit toch niet laten gebeuren, grijp toch in, maak hier een einde aan!”.
3.3 Weerstand bieden door de satan te bevelen
In sommige situaties kan het nodig zijn om ons rechtstreeks tot de boze te richten en hem in Jezus naam te bevelen om ons met rust te laten. Net zoals Jezus deed toen hij in de woestijn verzocht werd door de satan.
- “Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt. Toen zei Jezus tegen hem : Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel Hem gaan… ” (Mattheus 4:8-11)
Bij deze verzoeking biedt Jezus niet alleen weerstand met het Woord van God, Hij beveelt daarnaast ook de satan om van Hem weg te gaan.
Het lijkt er op dat de satan met deze verzoeking echt een stap te ver ging. Dit was wel buitengewoon brutaal. Daarom biedt Jezus dit keer niet alleen weerstand met het Woord van God, maar gaat hij er ook toe over om de satan te bevelen. Het kan ook zijn dat Jezus het zo wel genoeg vond, Hij was het zat, de satan had hem nu lang genoeg lastig gevallen, Hij pikte het niet meer. Hetzelfde zien we in Handelingen 16:16-18, Paulus en zijn medereizigers werden dagenlang achtervolgd door een vrouw met een waarzeggende geest. Overal waar zij gingen liep deze vrouw hen na en riep luidkeels: “Deze mensen zijn dienstknechten van God, de Allerhoogste, die ons een weg naar de zaligheid verkondigen”. Op een gegeven moment was Paulus het zat en richtte hij zich rechtsreeks tot de boze geest die door de vrouw sprak. “Maar Paulus, die zich daaraan ergerde, keerde zich om en zei tegen de geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus uit haar weg te gaan! En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg.”
Als de satan te ver gaat, kunnen ook wij ons, op die manier, rechtstreeks tot de boze richten.
Dat moeten we met agressiviteit doen, met een gevoel van verontwaardiging. De satan heeft het recht niet om ons lastig te vallen. “Dit accepteer ik niet. Jij hebt het recht niet om mij lastig te vallen. Ik gebied je in Jezus naam, laat mij met rust.”
We moeten in geloof op onze strepen gaan staan. De satan is verslagen aan het kruis en daarom moet hij wijken voor het gezag van de naam van Jezus
3.4 Een voorbeeld van weerstand bieden
In het boek: “Behind the ranges” wordt beschreven hoe de zendeling James Fraser leerde om weerstand te bieden.[5]
Nadat hij in het zuiden van China als zendeling onder de Lisu stam was gaan werken, viel er een onverklaarbare depressie op hem. Langzaam drong tot hem door dat er voor die depressie geen natuurlijke verklaring was, er was meer aan de hand, de satan probeerde hem zover te krijgen dat hij zijn evangelisatie werk onder deze stam op zou geven. [6]
Op het dieptepunt van deze akelige ervaring kreeg hij een christelijk blad in handen. In dit blad werd uitgelegd hoe wij weerstand moeten bieden aan de duivel.
“Ik las het blaadje keer op keer. Wat mij duidelijk werd door dit blad was dat overwinning over de boze mogelijk is door met vastberadenheid weerstand te bieden op grond van het kruis van Christus. Ik ben een ingenieur en geloof in dingen die werken. Ik wil zien hoe ze werken. Ik had ontdekt dat veel van het geestelijk onderwijs dat ik gehoord had niet werkt. Mijn kennis van het geestelijk leven bleek onvolledig te zijn. De passieve kant van het geestelijke leven, alles in Gods hand geven en op Hem vertrouwen, ook al is dit een zeer belangrijke waarheid, was niet wat ik op dat moment nodig had. Vastberaden weerstand bieden, op grond van de overwinning die Jezus aan het kruis behaald heeft over de boze, was wat ik nodig had….
Mensen vertellen je soms na een bijeenkomst, die en die waarheid is de sleutel tot overwinning. Maar dat klopt niet, we hebben verschillende waarheden nodig op verschillende momenten. “Wacht op de Heer”, zullen sommigen zeggen. “Biedt weerstand aan de duivel”, staat echter ook in de Bijbel.
En ik ontdekte dat het werkte! De donkere wolk die over mijn ziel neergedaald was begon te verdwijnen. Ik ontdekte dat ik overwinning kon hebben in de geestelijke strijd wanneer ik maar wilde. De Heer zelf zij tegen satan: “Ga weg achter mij, satan!” En ik, in nederige afhankelijkheid van Hem, deed hetzelfde. Ik sprak tot satan en gebruikte daarbij de beloften van God als wapens. En het werkte. De donkere gevoelens en twijfels begonnen te verdwijnen.” (Behind the Ranges, blz. 91)
Enige tijd later probeerde de satan het opnieuw. Dit keer werd James Fraser geplaagd door slechte gedachten. Het werd haast obsessief. “Deze gedachten waren zelfs bij me op het momenten dat ik moest spreken. Ik zocht een eenzame plaats buiten de stad op. En daar bood ik vastberaden weerstand. Daarbij riep ik tot de satan dat ik niets met al die gedachten te maken wilde hebben. De obsessie was vanaf dat moment voorgoed verleden tijd.
Jakobus 4:7 staat nog steeds in de Bijbel. Onze Heer riep “met luide stem” aan het graf van Lazarus. Ook op het kruis riep hij met luide stem. In tijden van strijd vind ik nog steeds bevrijding door het hardop herhalen van toepasselijke Bijbelteksten. Zo doorbreek ik de tegenstand: “Biedt weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” (Behind the Ranges, blz. 92)
Toetsvragen
1.Waarom moeten wij als christenen nuchter en waakzaam zijn?
2. Waarom is het belangrijk om te weten hoe de satan ons aanvalt?
3. Welke onderdelen van onze wapenrusting noemt Paulus in Efeze 6:13-18?
4. Leg uit wat met het schild van het geloof bedoeld wordt?
5. Leg uit wat met het zwaard van de geest bedoeld wordt?
6. Leg uit hoe we in het geloof met het Woord van God weerstand kunnen bieden aan de boze.
7. Leg uit waarom het geloof en het Woord van God veel met elkaar te maken hebben.
8. Hoe bood Jezus in Matheus 4:1-11 weerstand aan de verzoekingen van de satan?
9. Leg uit wat de rol van het gebed is in de strijd met de boze?
10. Hoe moeten wij volgens Efeze 6:18 bidden?
[1] Zie punt 2 van de vorige Bijbelstudie over geestelijke strijd.
[2] Zie punt 2 van Bijbelstudie 66A over hoe de satan aanvalt.
[3] Wij geloven alles wat de Bijbel verklaart. Zoals de Bijbel het zegt zo is het, of we het nu voelen of niet. En wij rekenen op de beloften van God. Als God iets belooft dan zal het ook gebeuren.
[4] Zie Bijbelstudie 37 over geloofszekerheid voor meer teksten.
[5] De citaten komen uit de eerste druk van “Behind the Ranges – Fraser of lisuland S.W. China“. Deze biografie is geschreven door Mrs. Howard Taylor.
[6]“De kinderen van het dorpje hielden van hem. Ze waren altijd vrolijk en bijzonder nieuwsgierig. Of hij nu binnen of buiten was, ze waren altijd bij hem in de buurt, en sloegen hem vol belangstelling gade. Om een taal te leren waar nog geen schrift van bestond, was een zware taak. Fraser was blij met de nieuwsgierigheid van de kinderen. Ze werden nooit moe om woorden of zinnetjes te herhalen, zodat hij ze op schrift kon stellen.
Het was geen gebrek aan interesse of menselijk contact die tot de depressie leidde die over hem kwam. In het begin wist hij niet wat hij ervan moest denken. Was hij eenzaam in het geïsoleerde dorpje, zonder contact met de buitenwereld? Was het, het gebrekkige voedsel? Was het de worsteling met de taal, of het evangelisatiewerk dat niet op leek te schieten? De regen en de mist in de bergen zouden deprimerend kunnen zijn. Terwijl de dagen en weken voorbij gingen, realiseerde hij zich dat hier iets anders aan de hand was.
Een merkwaardige onzekerheid viel als een schaduw over zijn innerlijk leven. Alles waar hij tot dan toe in geloofd en zich in verheugd had werd onwerkelijk. Zijn gebeden leken leeg en zinloos. “Antwoordt God werkelijk als wij tot hem bidden?” “Is God werkelijk wel betrokken bij ons mensen?” “Je geloof, je verwachtingen, wat is daar nu van gekomen?”
Een deprimerend gevoel zo als hij nog nooit had ervaren beklemde hem….Zijn geloof werd heftig aangevochten. Totdat hij zich realiseerde dat achter deze donkere gevoelens en twijfels de machten van de duisternis schuil gingen. De satan was er op uit om hem in deze gevoelens ten onder te laten gaan.
Hij had het gewaagd om Satans koninkrijk binnen te vallen. In het begin had de satan de in het evangelie geïnteresseerde leden van de Lisu stam aangevallen. Maar nu werd hij zelf aangevallen. Het was een strijd op leven en dood.” (Behind the Ranges, blz. 89,90)