Inleiding
- “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. Bied weerstand aan hem, vast in het geloof…” (1 Petrus 5:8,9).
Als christenen hebben wij te maken met een tegenpartij, een tegenstander, de duivel. Satan is niet alleen Gods tegenstander, hij is ook ónze tegenstander. “…uw tegenpartij de duivel…” ( 1 Petrus 5:8).
Volgens de Bijbel zijn wij verwikkeld in een geestelijke strijd. Iedere christen heeft hier mee te maken. We strijden met geestelijke machten in de hemelse gewesten. Geestelijke machten die ons beschieten met vurige pijlen.
- “Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden … Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.” (Efeze 6:11-16)
In dit Bijbelgedeelte staat dat niet mensen, dat niet vlees en bloed, onze werkelijke tegenstanders zijn, maar de boze geesten, “de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten”. De mensen die ons aanvallen en tegenwerken worden daartoe geïnspireerd door de boze. Achter hen zit onze ware tegenstander, de duivel.
Let op de twee beelden die de Bijbel gebruikt om de ernst van deze geestelijke strijd duidelijk te maken! Het eerst is dat van een brullende leeuw die een prooi zoekt (1 Petrus 5:9). Het tweede is dat van een soldaat die tijdens het gevecht wordt beschoten met brandende pijlen (Efeze 6:16). De satan is de leeuw, wij zijn de prooi. Wij zijn de soldaat en de satan is de vijand die vurige pijlen ons af schiet.
Satan is er op uit om ons uit te schakelen. Hij wil voorkomen dat wij volwassen christenen worden, die veel vrucht dragen (Johannes 15:8). Bij elke stap die wij voorwaarts zetten, probeert hij ons terug te drijven. Dat doet hij op allerlei manieren. In de tweede paragraaf van deze Bijbelstudie zullen we ingaan op de manieren waarop de satan ons aanvalt. Maar eerst zullen we stil staan bij het feit dat wij veilig zijn in deze strijd. God beschermt ons en Hij heeft ons de wapenen gegeven om de boze te weerstaan.
1. We zijn veilig in de strijd
We zijn veilig in de strijd met de satan en de boze geesten want:
-De almachtige God Zelf woont in ons
- “Want Hij die in u is, is groter dan hij die in de wereld is” (1 Johannes 4:4)
Hij die in u is, is de Heilige Geest, één van de drie personen van de drie-enige God. Hij die in de wereld is, is de duivel. De Heilige Geest die in je woont (1 Korinthe 3:16; 6:19) is veel sterker dan de duivel.
-God belooft om ons te bewaren voor de boze
- “Maar de Heere is getrouw, Die u zal… bewaren voor de boze” (2 Thessalonicenzen 3:3)
Wat God belooft, doet Hij ook. God komt zijn beloften altijd na. Dat geldt ook voor deze belofte. De Schrift kan niet gebroken worden (Johannes 10:35). Er moet gebeuren wat er staat.
-God waakt met Zijn engelen over ons
- “Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, zodat u uw voet aan geen steen stoot. Op de felle leeuw en de adder zult u trappen, u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen. ” (Psalm 91:11-13)
Gods engelen zijn rondom ons, om ons te beschermen. “De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen.” (Psalm 34:8)
Een mooi voorbeeld van deze waarheid is de geschiedenis van Elisa en zijn knecht uit 2 Koningen 6:8-23. Het engelenleger dat rondom de stad was beschermde Elia en zijn knecht tegen het leger van de koning van Aram. Merk op dat er in Psalm 91:11 staat dat God ons zal bewaren op al onze wegen! “dat zij u bewaren op al uw wegen” Waar we ook zijn, God beschermt ons.
-Bij God zijn we onaantastbaar
- “De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet.”(Spreuken 18:10)
Schuilen bij God is als schuilen in een veilige vesting. Een vesting op een rots met hoge onneembare muren die door geen enkel vijandig leger ingenomen kan worden. Als we in gebed en geloof naar God toe vluchten zijn we onaantastbaar. Dan kan de satan ons niets doen.
-God geeft geen strijd boven vermogen
God heeft alles onder controle. Ook de satan en zijn engelen staan onder Gods bestuur. Zij kunnen niet zomaar hun gang gaan. God stelt de grens. De satan kan niet verder gaan dan God toelaat.
God staat wel strijd in ons leven toe. Maar hij zal nooit toe laten dat de strijd te zwaar voor ons wordt. “En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt…”(1 Korinthe 10:13) En Hij zal zeker niet toelaten dat de satan ons van Hem af weet te trekken. Niets kan ons scheiden van Gods liefde, ook de gevallen engelen niet. “Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus onze Heere.” (Romeinen 8:38,39).
De strijd kan dus nooit te zwaar worden. Ook zijn wij niet willoos aan de boze overgeleverd. God heeft ons de wapenen gegeven die wij nodig hebben om in de strijd met de satan de overwinning te behalen. Met behulp van de geestelijke wapens die God ons gegeven heeft, kunnen wij hem weerstaan en zelfs op de vlucht jagen. “Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” (Jakobus 4:7)
-De duivel is ontwapend en we zijn overgebracht in het koninkrijk van Jezus
Jezus heeft aan het kruis van Golgotha de macht van de satan over de mens gebroken. De satan is ontwapend. “Hij heeft de overheden en machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.” (Kolossenzen 2:15). Door de dood van Jezus kan de satan ons niet meer in zijn greep houden. Elke keer wanneer er iemand tot geloof komt, wordt hij door God uit de macht van de satan bevrijd en overgebracht in het Koninkrijk van Jezus. “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.” (Kolossenzen 1:13). Dat is volgens de Bijbel onze positie. We zijn overgebracht vanuit het ene machtsgebied naar het andere. We waren in “de macht van de duisternis” en we zijn overgebracht naar “het koninkrijk van de Zoon”. Satan heeft het recht niet meer om ons lastig te vallen, omdat wij nu van Jezus zijn. Als de satan ons probeert te intimideren kunnen we zeggen: “Ga weg satan, ik ben van Jezus. Ik ben overgebracht in het koninkrijk van Jezus, ik heb niets meer met je te maken.”
2. Hoe de satan ons aanvalt
In deze paragraaf zullen we stil staan bij vier manieren waarop de satan ons aanvalt. Satan verzoekt, misleid, werkt tegen en intimideert.
Verzoeken
De satan wordt in de Bijbel de verzoeker genoemd (Mattheus 4:3; 1 Thessalonicenzen 3:5). De eerste keer dat we de satan in de Bijbel tegenkomen verzoekt hij Eva ( Genesis 3:1-6).
Hij probeerde zelfs Jezus te verzoeken (Mattheüs 4:1-11)! De satan probeert ook ons te verzoeken.[1] Hij probeert ons aan te zetten tot zonde, tot ongehoorzaamheid aan God. Als hij ons zover kan krijgen, bereikt hij daarmee dat wij onze kracht als christen verliezen.[2] De satan heeft bijvoorbeeld al veel christelijke leiders uitgeschakeld door de zonde van overspel.
Satan probeert ons ook te verleiden om op te gaan in de wereld. Om te leven voor onszelf, voor onze eigen pleziertjes, in plaats van voor God. Van zulke christenen heeft hij niet veel last. Die hebben geen geestelijke kracht en die doen daarom geen schade aan zijn macht over de mensen.
Als we over verzoekingen spreken, moeten we wel de Bijbelse balans bewaren. De Bijbel zegt dat we in de eerste plaats verzocht worden door onze eigen zondige begeerten. “Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt” (Jakobus 1:14).
Als de satan ons probeert te verzoeken speelt hij in op onze zondige harstochten. Die probeert hij aan te wakkeren. Satan probeert om deze zondige begeerten te stimuleren, zodat we er aan toegeven. Dat kan hij rechtstreeks doen door een zondig plan in ons hart te leggen. Dit deed de satan bij Ananias en Saffira[3] “…Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond?” (Handelingen 5:3,4). Hetzelfde deed hij bij Jezus in de woestijn, hij deed Jezus allerlei zondige suggesties. (Mattheus 4:1-11)
De satan kan ook proberen om ons indirect te beïnvloeden doormiddel van andere mensen. Dat probeerde de satan bij Jezus door middel van Petrus: “Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat hij..veel zou moeten lijden…En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij u genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter mij, satan!”(Mattheus 16:21-23).
De satan kan ons ook proberen te verzoeken door onze omstandigheden te manipuleren. Hij kan ons in situaties brengen waarin wij in verleiding komen om tegen God te zondigen. Daarom leerde Jezus ons bidden “…en leidt ons niet in verzoeking. Maar verlos ons van de boze. “ (Mattheus 6:13)
Een andere manier waarop de satan mensen tot zonde verleidt is door de zonde goed te praten of de gevolgen van de zonde te ontkennen. Dit laatste deed hij bij Eva in de hof van Eden, via de slang (Genesis 3:1-6). De slang maakte Eva wijs dat zij niet zou sterven als ze van de boom der kennis van goed en kwaad zou eten.
Zo probeert de satan tegenwoordig nog steeds mensen ervan te overtuigen dat de zonde geen gevolgen heeft (Efeze 5:5,6; Galaten 6:7,8)
Misleiden
De satan is een leugenaar, hij wordt zelfs de vader van de leugen genoemd (Johannes 8:44). Gelijk aan het begin van de Bijbel in Genesis 3:1-6 komen we de satan al tegen als leugenaar. Daar liegt hij tegen Eva doormiddel van de slang.
Zo valt hij ook ons aan met allerlei leugens. Hij ontkent duidelijke waarheden uit de Bijbel. Hij verdraait Gods woord op subtiele wijze en zaait twijfel in ons hart aan wat God heeft gezegd.
Satan probeert ons te misleiden door valse leer. De Bijbel spreekt in dat verband over, “leringen van boze geesten” (1 Timotheus 4:1). Valse leraren worden vaak door de satan geïnspireerd, ze krijgen hun ideeën van boze geesten. De satan zit achter valse leringen zoals de theïstische evolutie, of de dwalingen van de Rooms-katholieke kerk.[4] Ook zit de satan achter de kritiek op de Bijbel, achter de vrijzinnigheid. Als het de satan lukt om je te bewegen om een valse leer aan te nemen, dan ben je in een strik van de satan gevallen (2 Timotheus 2:26). We kunnen ons verdedigen tegen deze aanval van de boze door alles wat op ons afkomt te toetsen aan het Woord van God (Handelingen 17:11; 1 Thessalonicenzen 5:21; 1 Johannes 4:1).
De satan maakt alles na. Hij is een vervalser. Zo probeert hij ons te misleiden. De Bijbel spreekt over: valse leer en over valse leraren (2 Petrus 2:1), over valse profeten (Mattheus 7:15; 24:11), valse apostelen (Openbaring 2:2), over valse Christussen (Mattheus 24:24), over valse tekenen en wonderen (Mattheus 7:22,23; 24:24; 2 Thessalonicenzen 2:9), over valse broeders (Galaten 2:4). Over een ander, een vervalst, evangelie (2 Korinthe 11:4). Over een andere geest en zelfs over een andere Jezus (2 Korinthe 11:4). Satan kan ook sommige geestesgaven en allerlei ervaringen namaken. Daarom moeten we waakzaam zijn en niet alleen leringen maar ook ervaringen en bedieningen toetsen aan de Bijbel.
Tegenwerken
God heeft een plan met het leven van iedere christen. Voor iedere christen heeft God een taak (Efeziers 2:10). De satan probeert ons hiervan af te houden. Hij probeert om ons waar en wanneer hij dat maar kan te hinderen in het uitvoeren van de taak die God ons opgedragen heeft.
In de eerste brief aan de Thessalonicenzen vinden we hier een duidelijk voorbeeld van. Paulus had het evangelie in Thessalonica gepredikt. God had zijn boodschap gezegend, er waren mensen tot geloof gekomen. Er was in Thessalonica een gemeente ontstaan. Vervolgens was Paulus weer verder getrokken. Na enige tijd wilde hij terug gaan naar Thessalonica om de jonge gelovigen verder te onderwijzen.
Hij had een aantal pogingen gedaan om naar Thessalonica te reizen, maar dat was iedere keer mislukt. Achter deze mislukte pogingen zag Paulus de hand van de satan. “Maar nu wij, broeders, voor een korte tijd van u gescheiden waren…hebben wij ons des te meer beijverd om uw gezicht te zien, met grote begeerte. Daarom hebben wij naar u toe willen komen…een- en ander maal, maar de satan heeft het ons verhinderd.” (1 Thessalonicenzen 2:17,18)
Verschillende keren had Paulus naar Thessalonica willen reizen, maar de satan had hem iedere keer tegen gehouden, verhinderd[5]. “maar de satan heeft het ons verhinderd”
Paulus en zijn metgezellen legden zich niet bij deze situatie neer. Ze reageerden op deze situatie door er voortdurend, ernstig voor te bidden. “Wij bidden nacht en dag meer dan overvloedig om uw gezicht te mogen zien en om te volmaken wat aan uw geloof ontbreekt. ” (1 Thessalonicenzen 4:10)
Om duidelijk te maken hoe de satan probeert om ons te verhinderen wordt hierna nog een aantal voorbeelden gegeven.
Voorbeeld 1
Een voorbeeld uit het leven van Corrie ten Boom. Corrie ten Boom was voor de eerste keer achter het ijzeren gordijn, in Polen. Het was de bedoeling dat Corrie in Polen mensen zou bemoedigen en dat ze het evangelie zou brengen. Toen ze daar arriveerden hadden Corrie en haar vriendin veel last van een abnormale zware vermoeidheid. Door Gods besturing ontmoette ze daar, “toevallig”, een andere christen die geregeld voor het werk van de Heer in het Oostblok kwam. Ze vertelde hem van de zware vermoeidheid. De broeder zei: “Weet je niet dat iedereen die voor Gods werk in een communistisch land komt dit ervaart?”. Hij bad voor hen en daarna was de zware vermoeidheid weg.
Voorbeeld 2
Een voorbeeld uit het leven van de baptistenpredikant Ron Dunn. Ron Dunn was uitgenodigd om te spreken op een jeugdconferentie. De samenkomst was in een primitieve schuur. Toen hij moest spreken stormde het, de wind had zo’n kracht dat hij niet boven het geluid uit kon komen. Ron onderkende hierin de tegenwerking van de boze. God had hem immers duidelijk gemaakt dat hij op deze bijeenkomst moest spreken. God had hem ook en boodschap gegeven. Terwijl er werd gezongen, bad hij voor de situatie. De storm ging liggen en vervolgens kon hij toch de boodschap die hij voorbereid had doorgeven.
Voorbeeld 3
Een voorbeeld uit de bediening van broeder Bakth Singh. Op een bepaald moment wilde hij met een team medewerkers het evangelie verkondigen in een stad in India. De stad was een bolwerk van afgoderij. Toen ze de stad binnentrokken met het plan om op straat te gaan prediken, merkten ze dat ze allemaal schor werden. Als gevolg van deze schorheid konden ze zichzelf niet verstaanbaar maken. Daarom besloten ze om uit de stad weg te gaan.
Toen ze de stad hadden verlaten verdween de schorheid. Het was duidelijk dat de satan achter deze schorheid zat. Iedereen werd tegelijkertijd schor en toen ze de stad verlieten was de schorheid bij iedereen weer verdwenen. Ze besloten om er speciaal voor te bidden. Toen ze vervolgens opnieuw de stad binnen trokken had niemand meer last van schorheid en waren ze in staat om de mensen in deze stad het evangelie uit te leggen.
Hoe kunnen we herkennen dat we tegengewerkt worden door de satan?
God leidt ons namelijk ook vaak door Zijn besturing van de omstandigheden. Wanneer is iets tegenwerking van de satan en wanneer is het de besturing van God?
We moeten niet automatisch achter elke hindernis de satan zien. Er is onderscheid nodig.
De volgende vragen kunnen daarbij helpen:
-Verhindert het je om iets te doen waar je duidelijk leiding over hebt ontvangen?
Dit is een heel belangrijke aanwijzing. Zie voorbeeld 2.
-Is het tijdstip verdacht?
Precies als je iets voor de Heer wilt doen, gebeurt het. Telkens als je iets voor God wilt doen, gaat het mis.
-Is het te veel toeval?
Alle leden van het team van Bakth Sign werden tegelijkertijd schor. Zie voorbeeld 3.
-Word je tegelijkertijd ook nog op andere manieren door de satan aangevallen?
Het zal niet altijd meteen duidelijk zijn dat je met de satan te maken hebt. Vraag God daarom om onderscheid, vooral als je het niet helemaal vertrouwt. Bidt in geloof en wacht af wat God je duidelijk maakt. De zendeling James Fraser van de China Inland Mission had de gewoonte om bij elke verhindering die hij niet vertrouwde het volgende gebed te bidden: “Heer als deze hindernis van u is dan aanvaard ik hem, maar als hij van de vijand is dan verwerp ik hem in Jezus naam.”
Intimideren
De satan probeert ons soms ook te intimideren. Zo probeert hij ons bijvoorbeeld zover te krijgen dat we stoppen om van Hem te getuigen. Of hij probeert ons op deze manier zover te krijgen dat wij ermee op houden om ons in te zetten voor Gods werk. Satan probeert ons angst aan te jagen, bijvoorbeeld door vervolging op te wekken. Achter vervolging van christenen zit de satan, zie bijvoorbeeld Openbaring 2:10.
De boze probeert ons soms ook te intimideren door negatieve gedachten of negatieve gevoelens zoals angst, depressie of nachtmerries op te dringen. Die gedachten, gevoelens en dromen kunnen uit jezelf afkomstig zijn, maar ze kunnen ook van de boze afkomstig zijn. Hier moeten we bedacht op zijn. Wanneer dit gebeurd moeten we weestand bieden met het Woord van God en in gebed. Onderken dat het van de boze afkomstig is en verwerp het direct in de naam van Jezus. Over hoe je weerstand moet bieden aan de boze zullen we het in Bijbelstudie 66B hebben.
Toetsvragen
1. Wie is volgens de Bijbel onze grote tegenstander?
2. Wie zitten er volgens de Bijbel achter de mensen die ons tegenwerken?
3. Welke beelden gebruikt de Bijbel om de vijandigheid van de satan tegenover ons te beschrijven?
4. Leg uit waarom wij veilig zijn in de strijd met satan en zijn engelen. Geef vijf argumenten.
5. In welke tekst staat dat God ons zal bewaren voor de boze.
6. Hoe valt de satan ons aan?
7. Hoe gingen Paulus en zijn medewerkers om met de tegenwerking van de satan die zij ervoeren?
8. Hoe kunnen we ons verdedigen tegen de misleiding van de satan?
9. Wat probeert satan te bereiken door ons te verzoeken?
10. Hoe kun je onderscheiden of iets tegenwerking van de satan of besturing van God is?
[1] Twee voorbeelden van zonden waartoe de satan christenen verleidt. In 1 Korinthe 7:3-5 worden we gewaarschuwd voor de verzoeking tot hoererij. In Efeze 4:26,27 voor de verzoeking tot toorn, verbittering.
[2] Herstel is altijd mogelijk. Als we onze zonden belijden, vergeeft God ons en vervult Hij ons opnieuw met zijn Geest (1 Johannes 1:9).
[3] Hij speelde in op hun zondige verlangen om groot te zijn in de ogen van hun medechristenen. “Kijk eens wat een geweldige christenen wij zijn, wij geven alles wat we hebben aan de Heer.” Ze deden net of ze alles gaven. Zo deden ze zich beter voor dan ze waren.
[4] Voor informatie over theïstische evolutie, zie deze link www.toetsalles.nl/crea.index.htm . Voor informatie over de Rooms-katholieke Kerk, zie deze link www.toetsalles.nl/rk-kerk.htm
[5] Hoe de satan dat gedaan heeft wordt niet gezegd. De satan kan dit op allerlei manieren hebben gedaan. Bijvoorbeeld door de politieke situatie in Thessalonica te beïnvloeden. Of door Paulus bezig te houden met andere dringende zaken.