30. Zeker zijn van de verhoring van een bepaald gebed

We mogen al onze wensen bekend maken bij God (Filippenzen 4:6). We mogen alles aan Hem vragen. Maar God geeft niet altijd wat we vragen. Toch kunnen we in sommige gevallen wel vooraf weten dat een gebed dat we bidden zal worden verhoord. Dat is zo als we om iets bidden dat naar de wil van God is.

+ Bidden naar de wil van God

“En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.” (1 Johannes 5:14,15)

Hier staat het “indien wij iets bidden naar zijn wil … weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden”

Iets bidden naar Gods wil, betekent dat wij om iets bidden dat God ook wil, dat we om iets bidden waar God achterstaat. Bijvoorbeeld, als God iets heeft beloofd, dan weten we dat Hij het ook wil geven, want Hij doet altijd wat Hij heeft beloofd. Als je in gebed om de beloofde zaak bidt, dan weet je zeker dat God dat gebed zal verhoren.

Het komt er dus op aan dat we ontdekken of iets wat we vragen naar Gods wil is. Als dat het geval is, dan weten we dat het gebed verhoord zal worden.

+ Wanneer is het zeker?

 

-Als God het heeft toegezegd

Er staan allerlei beloften in de Bijbel. God heeft beloofd om allerlei dingen voor de gelovigen te doen. Als je bidt op grond van zo’n belofte, dan zal God zeker antwoorden en het gebed verhoren.

Nog een keer deze illustratie

God heeft beloofd dat Hij wijsheid geeft aan iedereen die Hem daarom vraagt.

“Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.” (Jakobus 1:5)

Als je om wijsheid bidt dan is het zeker dat je het ook zal ontvangen.

Nog een illustratie

God zegt dat Hij een helper is voor de gelovigen. Daarom kun je er op rekenen dat God je zal helpen als je het nodig hebt.“Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper.” (Hebreeën 13:5,6). En daarom kun je met vertrouwen om hulp bidden.

Als je om hulp bidt, zal God je helpen, dat is zeker. Hij zal ons in geen enkel geval begeven en verlaten, hij zal niet stoppen met ons te helpen (Hebreeën 13:5,6). Op grond van deze Bijbeltekst weet je wel dat God zal helpen, maar je weet niet wanneer en hoe God dat gaat doen. Hij kan het probleem wegnemen of Hij kan je er doorheen dragen.

Zie de serie Bijbelstudies over de praktijk van het christenleven, de Bijbelstudie met een lijst van beloften.

-Als het om een reële nood gaat

Als je het werkelijk nodig hebt, dan zal God voorzien.

In de Bijbel staat: “Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:7). Er staat “Hij zorgt voor u”. Dat is een feit, dat verklaart God, dat doet Hij voor iedere christen. Omdat dit zo is, kun je er op rekenen dat Hij ook voor jou zal zorgen, dat Hij je zal geven wat je nodig hebt.

Er is een verschil tussen een verlangen en een nood. Tussen een ‘want” en een “need”. Een nood is iets wat je echt nodig hebt, bijvoorbeeld brood. Bij een nood zal God zeker antwoorden en ingrijpen.

“Hoeveel te meer zal uw vader in de hemelen het goede geven aan hen die hem daarom vragen.” (Mattheus 7:11). Let op het verband waarin dit staat vers staat, Mattheus 7: 7-11. Jezus gebruikt het beeld van een kind dat honger heeft en dat zijn aardse vader om brood vraagt.

-Als het nodig is om een taak die God je heeft gegeven uit te voeren

Met een opdracht geeft God ook altijd de hulp en bijstand die je nodig hebt om die opdracht uit te kunnen voeren. Gods genade (hulp en bijstand) is genoeg voor elke situatie en voor elke taak (1 Korinthiers 12:9). “Hij geeft dan ook des te grotere genade” (Jakobus 4:6). Hoe moeilijker de opdracht, des te meer genade geeft God, dat gaat gelijk op. Daarom kon Paulus ook zeggen: “Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13)

Je kunt daarom met geloof bidden om alles wat nodig is om een taak die God je heeft gegeven uit te voeren. Je kunt er om bidden in de zekerheid dat God het zal doen.

Een Illustratie. Je kinderen opvoeden.

Voor deze taak heb je geen speciale leiding nodig. “En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren.” (Efeze 6:4) De Bijbel is duidelijk. Je moet je kinderen opvoeden in de tucht en de terechtwijzing des Heren. Je moet ze onderwijzen in de dingen van God, je moet ze disciplineren, enzovoort. Die taak is je door God gegeven, door God opgelegd.

Voor de uitvoering is wijsheid nodig en Gods zegen op wat je doet. Het is zeker dat God je de wijsheid, de leiding, de kracht en alle andere genade die je hier voor nodig hebt, zal geven als je er om bidt.

Illustratie.  Je werk doen, je baan.

Het is Gods bedoeling dat wij, als we daartoe in staat zijn, ons eigen inkomen verdienen. Het is Gods bedoeling dat we een baan hebben (2 Tessalonicenzen 3:10, Efeze 4:28). God zal met de opdracht om ons eigen inkomen te verdienen ook de genade geven om die opdracht uit te voeren. Hij zal ons bijstaan in de uitvoering daarvan. Je doet je werkt niet voor jezelf, maar voor God, als een dienst aan Hem. Het is zeker dat God je zal bijstaan. Hij zal je kracht geven, wijsheid, je verdedigen, je voorspoedig maken, of wat je ook maar nodig hebt om je werk goed te doen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het huishouden. Dit werk is ook een dienst aan God.

Nog een Illustratie. Les geven op de zondagschool.

Je hebt Gods leiding gezocht, wat kan ik voor God doen. Je hebt gebeden om leiding, er is iets op je weg gebracht, je hebt vrede over een bepaalde weg, enzovoort. (Zie in de serie Bijbelstudies over de praktijk van het christenleven de Bijbelstudie over Gods leiding: “Hoe God leidt, de drie richtingwijzers.”)

God leidt je bijvoorbeeld om les te geven op de zondagschool. Als God je die leiding geeft, dan is het zeker dat God je daarbij ook wil helpen. Daar kun en moet je met geloof voor bidden. Je kunt met geloof, deze en soortgelijke gebeden bidden. Hoe het aan te pakken, wat door te geven, gebed om een boodschap voor de kinderen, hoe met de kinderen om te gaan, gebed dat de kinderen geestelijk opgebouwd worden, gebed om rust en bescherming, dat de les beschermd wordt tegen verstoring, dat de kinderen die er moeten zijn ook aanwezig zullen zijn, dat God de harten wil openen voor de boodschap. Enzovoort.

Je hebt leiding van God gezocht. Je hebt om leiding gebeden: moet ik het doen? Je hebt naar de drie bakens gekeken. Je hebt een stap in geloof gedaan. Je vertrouwt er op, ik ben in de wil van God. Dan kun met geloof bidden om Gods hulp, zegen, wijsheid. Als je in de wil van God bezig bent, dan weet je zeker dat God je gebeden voor het werk zal verhoren.

+ Dan wel met geloof bidden

Als God iets duidelijk beloofd heeft, dan mogen we er niet aan twijfelen.

“Maar hij moet bidden in geloof” (Jakobus 1:6)

“Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.” (Jakobus 1:5.6)

“ .. u geschiede naar uw geloof” (Mattheus 8:13)

Het geloof zegt: “God heeft het beloofd, natuurlijk zal God dat doen”. En “Ik ben benieuwd hoe God dit gaat oplossen, ik ben benieuwd naar wat God gaat doen.”

+ Wel volharden

 

Je moet wel volharden in het gebed, je moet doorgaan met bidden tot het beloofde is verkregen. God er aan herinneren. Er om vragen in de rustige zekerheid dat het komt op Gods tijd.

+ Onverhoorde gebeden

 

Hierboven is besproken in welke gevallen we geloof kunnen hebben. In andere gevallen mogen we wel onze wensen bekend maken, maar het is niet zeker wat God zal doen. Dat betekent dat God sommige van onze gebeden niet zal verhoren.

Neem bijvoorbeeld gebeden voor genezing. God heeft nooit beloofd dat hij ons, christenen, tijdens ons aardse leven van elke ziekte zal genezen. De verlossing van ons lichaam is nog toekomstig (Romeinen 8:23, Filippenzen 3:20,21). God zal niet elke zieke christen genezen, maar als Hij niet geneest dan geeft hij wel kracht om de ziekte te dragen (2 Korinthiers 12:9). En we weten dat God alle dingen, dus ook deze ziekte, laat medewerken ten goede (Romeinen 8:28). Het zal meewerken aan onze verandering naar het beeld van Christus (Romeinen 8:29). Het zal God verheerlijken, denk aan Job. (Zie in de serie Bijbelstudies over de praktijk van het christenleven de Bijbelstudie over “Moeiten, tegenslagen en lijden in het leven van de Christen” en de Bijbelstudie “Alles werkt mede ten goede”.)

Maar als we voor iets bidden wat God duidelijk beloofd heeft, iets dat naar Gods wil is, dan moeten we geen ‘nee’ accepteren en moeten volharden in het gebed. Het kan zijn dat God ons geloof beproeft. Controleer nog eens de gronden voor je overtuiging dat die zaak waarvoor je bidt naar de wil van God is. Verootmoedig je voor God. “Wat is er aan de hand?” Maar als God geen nader inzicht of leiding geeft, moet je doorgaan met bidden.

+ Je afvragen: kan ik hier geloof voor hebben?

Je kunt je vooraf afvragen, kan ik hier geloof voor hebben? Als je dingen bidt voor jezelf, voor de mensen om je heen, voor anderen, voor het werk van God.

Let wel, dit hoef je, je niet af te vragen. Je mag immers al je wensen bij God bekend maken, of je nu inzicht in Gods wil hebt of niet (Filippenzen 4:6). Maar het is nuttig om je af te vragen: Wat kan ik bidden, waar kan ik geloof voor hebben? Bijvoorbeeld nagaan of God die zaak beloofd. Als je daar inzicht in hebt, dan kun je in dat geval met geloof bidden.