22. De oproep tot toewijding

De Bijbel spreekt over toewijding. Over de eenvoudige toewijding aan Christus. (2 Korintiers 11:3). Over de onverdeelde toewijding aan Christus (1 Korinthiers 7:35).

+ Wat wordt met toewijding bedoeld?

 

Het is Gods bedoeling dat wij toegewijde christenen zijn. Toegewijd aan Christus. Gefocust op Hem. Dat we ernst maken met onze dienst aan Hem. Dat we Hem dienen met volle inzet, met ons gehele hart.

God is een beloner voor wie hem ernstig zoekt (Hebreeën 11:6)

“Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.” (Mattheus 22:37)

Niet met heel je hart, maar met je gehele hart.

-We moeten voor Christus leven en niet voor jezelf

Toewijding aan Christus houdt in dat je voor Hem leeft en niet voor jezelf, niet voor je eigen plezier, niet om jezelf te behagen, maar om Jezus te behagen. Je bent er voor Jezus en niet voor jezelf.

“En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.” (2 Korintiers 5:15)

-We moeten ons inzetten voor de zaak van Christus

Toegewijd aan Christus zijn, betekent dat je jezelf inzet voor het werk van Christus, voor het uitdragen van het evangelie, voor de opbouw van de gemeente, voor het doen van goede werken in de naam van Jezus. Daar heb je een hart voor, daar heb je alles voor over, daar breng je offers voor, daar ben je op gericht.

“want allen zoeken zij hun eigen belang, niet de zaak van Christus Jezus.” (Filippenzen 2:21)

Wat zoek je? Je eigen belang of de zaak van Christus?

+ Het moment van toewijding, jezelf ter beschikking van Jezus stellen

Je moet als christen de keuze maken om jezelf onvoorwaardelijk ter beschikking van Jezus te stellen. De keuze maken om voor Hem te leven en niet voor je eigen plezier. Dat besluit moet je nemen. Dat moet je een keer tegen Jezus zeggen: “Heer voortaan wil ik voor U leven. Ik stel me ter beschikking van U. Wat U me opdraagt zal ik doen, waar U mij zendt daar zal ik heengaan. Zegt U het maar. Zie hier ben ik om uw wil te doen. Wat nu Heer?”

“Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen …” (2 Timotheus 2:15)

“Spreek Heer want uw knecht hoort” (1 Samuel 3:9)

Het gaat om volledige en onvoorwaardelijke toewijding. Zoals de Israëlieten dat deden met Jozua, zo moeten wij dat doen met Jezus. Zij zeiden tegen Jozua: “Al wat gij ons bevolen hebt, zullen wij doen en overal, waarheen gij ons zenden zult, zullen wij gaan” (Jozua 1:16). Let op het het “al” en het “overal”. Zij hielden geen slag om de arm.

+ Het beeld dat Paulus voor toewijding gebruikt. Een levend offer zijn.

Een offer is iets wat je aan God offert, het is iets wat je aan God afstaat. Bij het volk Israel ging het vaak om een dier. Paulus zegt: God wil geen dier, God wil jouwzelf, je lichaam. Hij wil geen dier dat gedood wordt als offer, God wil een mens die leeft voor Hem. Hij wil een levend offer. Iemand die toegewijd is aan zijn Zoon en aan zijn dienst.

“Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.” (Romeinen 12:1)

+ De basis voor onze toewijding

Het is niet meer dan redelijk dat we ons aan Christus toewijden. Wij zijn immers het eigendom van Christus. Hij heeft ons gekocht met zijn bloed. Je bent niet van jezelf.

“weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald.” (1 Korinthiers 6:19,20)

“wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, …” (1 Petrus 1:18,19)

Onszelf  als een leven offer ter beschikking van God stellen is onze redelijke eredienst

“dit is uw redelijke eredienst” (Romeinen 12:1)

+ De drijfveer achter je toewijding

De kracht achter onze toewijding aan Christus is onze dankbaarheid en wederliefde tegenover God en Jezus.

dankbaarheid

God heeft om ons te redden zijn Zoon overgegeven, ingezet. Zoveel had God voor ons over. Zover ging de liefde van God voor ons. Hij heeft om ons te kunnen redden zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard (Romeinen 8:32).

Jezus heeft om ons te kunnen redden de hemel verlaten. Hij is mens geworden en Hij is de moeilijke weg van het kruis gegaan. Het ging Hem niet gemakkelijk af. Denk aan Jezus in de hof van Getsemane, toen hij vlak voor het kruis stond. Hij werd angstig en zijn zweet werd tot bloed. “En Hij [Jezus] nam Petrus en Jakobus en Johannes mede. En Hij begon zeer ontsteld en beangst te worden” (Marcus 14:33)

“En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen.” (Lucas 22:44)

En toch is hij uit liefde, vrijwillig de weg naar het kruis gegaan. Om ons te kunnen redden. Hij heeft als een goede herder zijn leven gegeven voor zijn schapen: “om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem” (Jesaja 53:5)

En bedenk voor wie Jezus dat heeft gedaan. Voor zondaren. Mensen vol van zichzelf, hoogmoedig, egoïstisch, slaven van zondige begeerten. Wat een wonder dat Jezus zich over ons ontfermt heeft, dat Hij ons opgezocht heeft en geroepen, dat Hij daar mee door is gegaan tot we er op in gingen. Hoe zijn we op het nippertje ontsnapt aan het oordeel der hel, aan de eeuwige straf.

wederliefde

“Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19)

Onze liefde voor God is wederliefde, het is ons antwoord op zijn grote liefde jegens ons.

Dat is de kracht achter onze toewijding. Daar doet Paulus ook een beroep op, als hij ons oproept om ons als een levend offer aan Christus te wijden.

“Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.” (Romeinen 12:1) In het bekende lied “When I survey the wondrous cross” heeft Isaac Watts het zo onder woorden gebracht: “A love so amazing, so divine, demands my soul, my life, my all”

Dorst naar God

Er is nog een derde drijfveer waarom we ons aan God toewijden. Dat is de drijfveer van het verlangen naar God, van de dorst naar God. In de gemeenschap met God is de ware vreugde en de ware vrede. Als we dat geproefd hebben, dan willen we niet meer zonder. En de weg tot die diepe gemeenschap met God, is de weg van toewijding.

“indien gij geproefd hebt, dat de Here goedertieren is” ( 1 Petrus 2:3)

Je hebt geproefd dat de Here goed is. Je hebt het beleefd, ervaren.

Je weet van de vrede die alle verstand te boven gaat (Filippenzen 4:7) en van Gods onuitsprekelijke vreugde (1 Petrus 1:8), die God door de Heilige Geest in ons werkt, als we Hem met een toegewijd hart volgen.

“Want uw goedertierenheid is beter dan het leven” (Psalm 63:4)

Gods goedertierenheid beleven, in de gemeenschap met Hemzelf door de Heilige Geest, is beter dan alles wat het natuurlijke leven als vreugde kan geven.

+ We krijgen maar één keer de kans

Het aardse leven is zo voorbij en dan volgt de eeuwigheid. We krijgen maar één keer de kans om ons kruis voor Jezus te dragen (Lucas 9:23) en Hem zo te eren en zo onze liefde en dankbaarheid te tonen.

+ Pas op voor afgoden in je leven

Een afgod is natuurlijk eerst een valse heidense God, die wordt vereerd in beelden. Maar er is nog een tweede betekenis. Een afgod is alles wat in ons leven de plaats van God inneemt. Dat kan van alles zijn. Je geld, je vrouw, je kinderen, je bedrijf, je reputatie, je bediening, je hobby, enzovoort.

Waar leef je op? Waar draait je leven om? Wat houdt je bezig? Waar verlang je naar? Waar leef je voor? “gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben” (Exodus 20:3)

Om over na te denken.

“Wie heb ik nevens U in de hemel? Nevens U begeer ik niets op de aarde!” (Psalm 73:25)

Nevens begeer ik niets op aarde. Als je het vergelijkt met de gemeenschap met God, dan valt al het andere weg, in het niet. Is dat zo bij ons? Is dat zo bij mij?

+ Je afkeren van de wereld

Jezelf aan Jezus toewijden is je tegelijkertijd ook je afkeren van de wereld. Dat gaat samen en is onvermijdelijk. Je afkeren van de ‘schoonschijn’ en van de leegheid van deze wereld. Van een leven zonder God.

Laten wij enkele gedeelten van liederen bekijken, die dit treffend onder woorden brengen.

Het eerste lied

“Neem de wereld, geef mij Jezus” (Johannes de Heer 458)

Dit is het eerste couplet.

Neem de wereld, geef mij Jezus,
wereldvreugd’ gaat ras voorbij,
maar de liefde van mijn Heiland
blijft voor eeuwig rijk en vrij.
O, de hoogte, lengte, diepte
van zijn liefde, zonder peil,
o, de volheid van verlossing,
onderpand van ’t eeuwig heil
.

Het tweede lied

“I have decided tot follow Jesus”

Let op de woorden “The world behind me, the cross before me”.

Dit zijn de coupletten.

I have decided to follow Jesus

I have decided to follow Jesus

I have dediced to follow Jesus

No turning back, no turning back

 

Though no one joins me, still I will follow

though no one joins me, still I will follow

though no one joins me, still I will follow

no turning back, no turning back

 

The world behind me, the cross before me

the world behind me, the cross before me

the world behind me, the cross before me

no turning back, no turning back

 

Het derde lied

“Jezus Gij mijn kracht en leven”

In het lied staat dit gebed: “Maak een eeuw’ge scheiding nu tussen mij en deze wereld”

Dit is het eerste couplet.

Jezus, Gij mijn kracht en leven,

maak een eeuw’ge scheiding nu,

tussen mij en deze wereld.

‘k Wens te zijn geheel voor U,

‘k wens te zijn geheel voor U.

+ Rededication

Er moet een moment in ons leven komen, waarin we het besluit nemen om voor Jezus alleen te leven. Maar ook nadat je dit hebt gedaan, kun je met het verstrijken van de tijd in je toewijding en ijver verslappen. Dan is het nodig om je toewijding te vernieuwen, te herhalen.