21. Gehoorzaamheid

Gehoorzaamheid en geloof in Jezus gaan samen.

De Bijbel spreekt over de “gehoorzaamheid des geloofs” (Romeinen 1:5)

+ Als je een christen bent, dan moet je Jezus gehoorzamen

Jezus heeft gezegd: “Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?” (Lucas 6:46)

Als je Jezus erkent als Heer, dan moet je ook doen wat Hij zegt.

Een christen belijdt Jezus als zijn Heer en Meester (Johannes 13:13). Maar als hij dat doet, dan moet hij ook naar zijn belijdenis handelen, dan moet Hij ook Jezus behandelen als zijn Heer en Hem gehoorzamen. Jezus accepteert niet dat je hem Heer noemt, terwijl je tegelijkertijd Hem niet in alles gehoorzaamt.

We moeten Jezus heiligen als Heer in ons hart. Als meester, gebieder, heer.

“Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, ….” (1 Petrus 3:15)

We moeten Jezus als onze Heer en Meester erkennen. En ons onder Hem stellen.

Hem de Koning van ons hart maken. “Heer U bent mijn meester, U hebt het voor het zeggen in mijn leven. Ik ben uw dienstknecht.”

Op het moment dat je Jezus aannam heb je troonsafstand gedaan. Je ging zelf van de troon van je leven af, om plaats te maken voor Jezus. Op dat moment werd Jezus de baas (Heer) in je leven.

“Hij is de Koning van mijn hart,
mijn Jezus, mijn Jezus.
Hij is de Koning van mijn hart.
Jezus, Jezus, Jezus, Jezus.
Hij is de Koning van mijn hart”

“ … als gehoorzame kinderen …” (1 Petrus 1:14)

Als gehoorzame kinderen. Zo moeten we ons tegenover God opstellen.

Jezus verwacht dat we zijn geboden bewaren.

Gehoorzaamheid is de echte test of je Jezus liefhebt.

Hij heeft gezegd: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft, …” (Johannes 14:21) en “Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied” (Johannes 15:14)

+ Gehoorzaamheid in de praktijk

Het is duidelijk dat Jezus gehoorzaamheid van ons vraagt, maar wat betekent dat in de praktijk? Hoe voeren we dat uit. Hoe passen we dat toe?

-Door te doen wat er in de Bijbel staat

We moeten doen wat ons in de Bijbel wordt opgedragen.

“En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden” (Jakobus 1:22).

Dader van het woord zijn. Dat wil zeggen: doen wat er staat.

-Door de geboden van Jezus te bewaren

We moeten leren onderhouden alles wat Jezus ons geboden heeft.

“en leert hen onderhouden al wat ik u geboden heb” (Mattheus 28:19)

Let op het woordje al. Niet sommige van de geboden van Jezus, maar alle.

Zie ook Johannes 14:21.

De geboden van Jezus vinden we in de vier evangeliën. Maar ook de apostelen hebben de geboden van Jezus doorgegeven. Hun onderwijs vinden we in de brieven van het Nieuwe Testament. Dat is het gedeelte van de Bijbel dat rechtstreeks aan de christenen is geschreven. We moeten die brieven doorlezen en dan kijken wat ons er in wordt opgedragen en gaan doen wat er staat.

Een oefening.

Neem een Schriftgedeelte of een brief, lees de brief door en noteer alle opdrachten, alle gebiedende wijzen. Drie vragen stellen: Wat staat er, wat betekent het en hoe kan ik het toepassen?

-De leiding van God volgen

Jezus gehoorzamen betekent ook dat we Gods leiding volgen. God leidt ieder van zijn kinderen persoonlijk. Dat doet Hij door een combinatie van de principes uit de Bijbel, Zijn besturing van de omstandigheden, bijvoorbeeld door deuren te open of te sluiten, en de innerlijke leiding van Gods Geest. (Zie in de serie over de praktijk van het christenleven de Bijbelstudies over Gods leiding. Speciaal “Hoe God ons leidt, de drie richtingwijzers”)

“Indien gij u … door de Geest laat leiden …” (Galaten 5:18)

Als God je duidelijk maakt dat je iets moet doen, dan kun je daar niet onderuit, dan moet je gehoorzamen. Dan moet je er op ingaan. Een voorbeeld: God had Paulus opgedragen om het evangelie te verkondigen. Het evangelie niet verkondigen was geen optie voor Paulus. Hij kon niet zelf besluiten of hij wel of niet, of misschien maar half, zou gehoorzamen. Hij zei: “Wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig” (1 Korintiers 9:16). Jona kon ook niet zelf kiezen of hij al of niet Gods opdracht om Nineve het oordeel aan te kondigen, zou uitvoeren.  Zie het boek Jona. De opdracht (Jona 1:1,2 ), de weigering van Jona om te gehoorzamen en zijn vlucht (Jona 1:3), Gods tuchtiging (Jona 1:4-16), Gods verlossing (Jona 1:17-2:10), de herhaling van de opdracht (Jona 3:1,2), de gehoorzaamheid van Jona (Jona 3:3,4).

+ Gehoorzaamheid kan je wat kosten

Soms gaat gehoorzaamheid tegen je eigen gevoel in.

Een illustratie: Als ik ongeduldig geweest ben tegenover mijn vrouw, als ik tegen haar ben uitgevallen, dan heb ik door dat te doen tegen God en tegen haar gezondigd. Die zonde moet ik aan God belijden, maar ook aan mijn vrouw. Mijn natuurlijke mens heeft weinig zin om naar mijn vrouw te gaan, toe te geven dat ik driftig en onredelijk ben geweest en haar vragen om mij te vergeven. En toch moet je het doen, omdat Gods woord dat eist.

Nog een illustratie: God kan je vragen om in de gemeente te dienen als oudste (ouderling). Hij kan je leiding geven om dat te doen. Dienen als oudste betekent dat je offers moet brengen, het gaat je tijd en energie kosten. Er speelt altijd van alles, daar moet je, je als oudste mee bemoeien. Je haalt je een heleboel moeite op de hals. Maar als God je er toe roept, dan moet je tegen jezelf ingaan en dit juk op je nemen.

We moeten Christus belijden, we moeten er voor uitkomen dat we christen zijn. Daar is moed voor nodig, want het kan vervolging en verwijdering veroorzaken. Het veroorzaakt geestelijke strijd.

Een illustratie: In mijn jeugd heb ik een half jaar als hulppostbode gewerkt. In een gesprek met enkele collega’s werden er enkele negatieve dingen over het geloof en over dominees gezegd. Ik heb toen gezegd dat ik christen was en dat ik theologie ging studeren. Dat ging als een lopend vuurtje door het bedrijf heen. Het gevolg was isolatie. In de kantine kwam niemand meer aan mijn tafeltje zitten. De oudere postbodes hielpen de jongere hulpkrachten bij de start van de werkdag met het op volgorde leggen van hun wijk. Dat deden ze vanaf dat moment niet meer bij mij. Wat er ook gebeurde, is dat een broeder in de Heer uit het kantoor naar mij toe kwam, mij met een grote glimlach begroette en een hand gaf, er was ook een ander hulppostbode die juist vragen over het geloof begon te stellen.

Nog een illustratie. Mijn oude voorganger had voordat hij op latere leeftijd naar de Bijbelschool ging, in het bedrijfsleven gewerkt. Hij was de expediteur van een bedrijf. Op een bepaald moment kreeg hij opdracht om oneerlijk te zijn, om te liegen. Hij moest bij klanten aangeven dat de transportkosten een stuk hoger waren, dan ze in werkelijkheid waren. Dat kon hij als christen niet doen. Maar als hij weigerde zou hem dat zijn baan kunnen kosten, en hij had net met een hypotheek een huis gekocht. Hij was verantwoordelijk voor zijn vrouw en kinderen. Hij is naar de directeur gegaan en heeft gezegd dat hij dit niet kon doen. In dit geval liep het goed af, hij werd niet ontslagen.

+ Jezus gehoorzamen vereist zelfverloochening, dagelijks je kruis opnemen

“Hij [Jezus] zeide tot allen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij.”

Jezus volgen, Jezus gehoorzamen vereist dat we onszelf verloochenen. Jezelf verloochen is tegen jezelf ingaan, tegen je eigen gevoel, tegen je eigen belang. Dagelijks je kruis opnemen. Het lijden aanvaarden.

+ Wie ga je gehoorzamen? Jezus of de mensen?

“Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig” (Mattheus 10:37,38)

Als de wil en de verwachting van mensen in je omgeving ingaat tegen de wil van de Heer, tegen de leiding van God.

+ Voor gehoorzamen is vaak geloof nodig

Vertrouwen op God geeft de moed en de kracht om God te gehoorzamen. Het vertrouwen dat God je niet zal begeven en verlaten, wat ook de gevolgen van je gehoorzaamheid zijn. God zal het opvangen.

Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen, wat zou mij een mens doen” (Hebreeën 13:5,6) “Maar zoekt eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden” (Mattheus 6:33). Als wij voor God leven, dan zal God voor ons zorgen. “Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:7).

Abraham als illustratie

Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij ter erfenis zou ontvangen, en hij vertrok, zonder te weten waar hij komen zou.” (Hebreeën 11:8)

Dat was wat. God droeg Abraham op om uit zijn vaderland weg te trekken en hij moest gaan zonder te weten waar God hem naar toe zou leiden. Dat was een waagstuk. Dat leek onvoorzichtig en onverantwoord, zo al je zekerheden en je veilige omgeving opgeven.

Maar dat is het niet als je, zoals Abraham, op God vertrouwt. Hij ging onder leiding van God, Hij wist dat God wel voor hem zou zorgen, hem beschermen en hem leiden. En we weten uit de rest van de Bijbel dat God dat inderdaad ook gedaan heeft.

+ God accepteert geen ongehoorzaamheid

Denk aan Jona. Hij kreeg opdracht, leiding om iets te doen en hij weigerde dat. God accepteerde dat niet. Hij werd getuchtigd tot hij tot inkeer kwam. Lees het boek Jona.

Als je ongehoorzaam bent en doorgaat met zondigen, terwijl je weet dat het zonde is, dan zal God je tuchtigen (Hebreeën 12:4-11).

+ Wat Hij u ook zegt doet dat

Dat is wat de moeder van Maria zei tegen de bedienden bij een trouwfeest. Het is ook toepasbaar op ons. Wat Jezus je ook zegt, doet dat. Gehoorzaam. Doe wat er in de Bijbel staat, volg zijn leiding.

“Wat Hij u ook zegt, doet dat” (Johannes 2:5)

Geen ‘ja maar’, geen excuses, geen uitstel, geen uitvluchten, geen halve gehoorzaamheid. Wat Hij u zegt, doet dat.

+ De zegen van gehoorzaamheid

Gehoorzaamheid brengt vriendschap met Jezus.

“Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied.” (Johannes 15:14)

Gods vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen, met wie Hem gehoorzamen (Psalm 25:14).

Jezus zal zich dieper aan je openbaren, bekendmaken. “en Ik zal Hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren” (Johannes 14:21)

Als je diepe gemeenschap met God wil hebben, dan moet je gehoorzamen, het kruis op je nemen. Je leven verliezen. “en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.” (Mattheus 10:37-39)