18. De zin van je leven. Waarom God je heeft gemaakt?

Waarom ben je er? Wat is de zin van je leven? Waarom heeft God je gemaakt?. Het antwoord op die vragen vinden we in de eerste twee hoofdstukken van het boek Genesis. Uit Genesis 1 en 2 blijkt dat God ons voor twee dingen heeft gemaakt: (1) om zijn medewerker te zijn en (2) als gezelschap voor Hemzelf.

+ Medewerker

God gaf Adam en Eva de opdracht om de hof van Eden te beheren (Genesis 2:15). Hij schiep de mens om te heersen over alle andere levende wezens (Genesis 1:26), om de aarde te besturen namens Hem.

Als christenen zijn wij ook medewerkers van God. God wil ons inschakelen bij het uitdragen van het evangelie en het opbouwen van zijn gemeente. “Gods medearbeiders zijn wij” (1 Korinthe 3:9). Iedereen bouwt mee (1 Korinthe 3:10). “door de dienst van al zijn geledingen, naar de kracht die elk lid op zijn wijze oefent” (Efeze 4:16)

+ Als gezelschap

God stelde prijs op contact met Adam en Eva. Hij bezocht hen regelmatig. Daarom herkenden ze het geluid van God die in de hof wandelde (Genesis 3:8, 9).

God had er plezier in om met Adam samen te werken. Dat zien we bijvoorbeeld in de geschiedenis van de naamgeving van de dieren. We lezen dat God de dieren bij Adam bracht om te zien hoe Adam ze zou noemen. God had de dieren zelf een naam kunnen geven, maar Hij had er een welgevallen in om dit Adam te laten doen.

“En de Here God formeerde uit de aardbodem al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels. Ook bracht Hij het tot de mens, om te zien hoe deze het noemen zou; en zoals de mens elk levend wezen noemen zou, zo zou het heten. En de mens gaf namen aan al het vee, aan het gevogelte des hemels en aan al het gedierte des velds”  (Genesis 2:19,20).

-Alleen een persoon kan liefhebben

Een steen, een plant of een dier kunnen niet liefhebben. Met deze schepselen kon God geen relatie van persoon tot persoon hebben. Toch wilde God dat er schepselen zouden zijn, waar hij op persoonlijk niveau mee kan omgaan en communiceren. Daarom maakte Hij de mens. De mens is geschapen naar Gods beeld (Genesis 1:26). De mens lijkt op God, zowel God als de mens zijn personen. Een persoon is iemand met zelfbewustzijn, hij weet dat hij er is, en met gedachten, gevoelens en een eigen wil. God heeft dat allemaal en de mens ook, daarom kunnen God en de mens een persoonlijke relatie met elkaar hebben.

-God wil een groot gezin

“Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.” (Hebreen 2:10)

Hij had één Zoon, maar Hij wilde een groot gezin, Hij wilde velen zonen. Dat was Gods doel, daar werkte Hij naar toe. “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen” (Romeinen 8:29).

God wil ons, als mensen (als personen) opnemen in de liefdesgemeenschap die bestaat tussen de personen binnen de drie-eenheid. “”opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn” (Johannes 17:21).

Liefde kan alleen bestaan tussen personen, met een vrije wil. Liefde die gedwongen is, is geen liefde (2 Korinthe 9:7). Een robot kan niet liefhebben. Daarom geeft God mensen de keuze. Daarom respecteert hij de keuze van de mensen. Wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad (1 Johannes 4:19). Onze liefde tot God is de spontane reactie op het zien van Gods liefde voor ons.

-Vriendschap met God

Dit is werkelijk bijna te mooi om waar te zijn. De grote Schepper van het ganse heelal wil vriendschappelijk met ons omgaan.

Gods vriendschap met Abraham.

“Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.” (Jakobus 2:23). Zie ook Jesaja 41:8 en 2 Kronieken 20:7.

God deelt met Abraham wat Hij gaat doen, Hij betrekt Abraham in wat Hij doet. “En de Here dacht: Zou Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen? … daarop zeide de Here: Het geroep over Sodom en Gomorra is voorwaar groot, en haar zonde is voorwaar zeer zwaar …” (Genesis18:17,20)

-Jezus noemt de discipelen vrienden

“Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied.” (Johannes 15:14).

Ook Jezus deelt met hen, zoals je met vrienden deelt, zoals je tegenover vrienden open bent. Hij neemt ze in vertrouwen. “u heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles, wat Ik van mijn Vader gehoord heb, u heb bekend gemaakt” (Johannes 15:15)

-Dit staat open voor ieder van ons

Dit voorrecht om een vriend van God, van Jezus te zijn, staat open voor iedere christen. Jezus heeft zelf aangegeven hoe we kunnen groeien in vriendschap met Hem.

“Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied.”

“Des Heren vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen en zijn verbond maakt Hij hun bekend.” (Psalm 25:14)

Gods intieme omgang wordt geschonken aan wie Hem vreest. Aan wie rekening met Hem houdt, die zijn geboden onderhoudt, die gehoorzaam is.

Verschillende niveaus in het contact

Iedere christen heeft de Geest van het zoonschap ontvangen door welke Hij roept ABBA Vader (Romeinen 8:15).

Maar de Bijbel spreekt over vertrouwelijke omgang met God en over vriendschap met God. Dat gaat een stap verder. Dan krijg je een diepere openbaring van God zelf, dan gaat God zijn last met je delen, je betrekken bij wat Hij doet.

Jezus zei: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.” (Johannes 14:21)

-Je bent geroepen tot gemeenschap met Jezus

“God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.” (1 Korinthe 1:9).

Dat is je roeping. Je wordt verwacht. Geroepen tot gemeenschap, tot omgang, tot contact met Jezus.

-De gemeenschap des Geestes

We ervaren de gemeenschap met God door zijn in ons wonende Geest. Vanaf het moment dat we tot geloof komen, komt de Heilige Geest in ons wonen (1 Korinthe 3:16, 6:19 en Romeinen 8:9). En Gods Geest bewerkt in ons vrede, blijdschap (Galaten 5:22). De Geest geeft innerlijke leiding. Vaak door de Bijbel heen. Tijdens je dagelijkse stille tijd, het lezen en het gebed. We moeten de Geest van God niet bedroeven door onbeleden zonde of door niet beschikbaar of ongehoorzaam te zijn, als God ons ergens op aanspreekt.

De diepste gemeenschap met God beleven we als we delen in zijn bewogenheid voor het verlorene en in zijn ijver voor zijn eer. Als het zuchten van Gods Geest in ons, ook ons zuchten wordt (Romeinen 8:26). Paulus zei “de liefde van Christus dringt ons …” (2 Korinthe 5:14) en “Met een ijver Gods waak ik over u” (2 Korintiers 11:2)

+ Een zinvol leven

God heeft ons geschapen om met Hem op te trekken en om Hem te dienen. Dat is de zin van het menselijk bestaan. Alleen als je dit uitvoert en ervaart heb je een werkelijk zinvol leven. Dan is er volheid van vreugde. Wel een leven van strijd, zolang we hier nog op aarde zijn, maar tegelijkertijd ook van vrede en vreugde door de kracht van de Heilige Geest. Je bent er voor God, als zijn gezelschap, als zijn medewerker. Wat ook je omstandigheden zijn. Je kunt in gemeenschap met God leven, bidden en Bijbellezen en voor God doen wat God op je weg brengt, al is het in je eigen ogen nog zo weinig.

Je leven is waardevol. God waardeert je. Je bent een vriend van God. God zal je inschakelen in zijn werk.