11. Hoe God ons leidt. De drie richtingwijzers.

  1. Hoe God ons leidt. De drie richtingwijzers.

God maakt zijn wil langs drie wegen bekend. Hij doet dat (1) door de Bijbel, (2) door Zijn besturing van de omstandigheden en (3) door de innerlijke leiding van zijn Geest. Vaak door een combinatie van deze drie dingen tegelijk.

Je kunt deze drie dingen vergelijken met wegwijzers. Wegwijzers geven de goede richting aan. God geeft ons de richting aan door de Bijbel, door zijn besturing van de omstandigheden, door bijvoorbeeld open en gesloten deuren te geven, en door de innerlijke leiding van Zijn Geest. We zullen alle drie één voor één bespreken.

11.1. De Bijbel

Het eerste wat we moeten doen bij het zoeken naar Gods wil is in de Bijbel nagaan wat daar over die kwestie wordt geschreven.

“Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (Psalm 119:105)

“Het openen van Uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht” (Psalm 119:130). Als je inzicht nodig hebt, open dat de Bijbel.

In de Bijbel lezen we wat God in allerlei situaties van ons vraagt. De Bijbel zegt bijvoorbeeld hoe we met onze ouders om moeten gaan, hoe met onze huwelijkspartner, hoe met ongelovigen, hoe met onze vijanden, hoe we onze kinderen moeten opvoeden, hoe we met ons geld om moeten gaan. Enzovoorts, enzovoorts. We moeten de Bijbel lezen en de richtlijnen toepassen.

Als we een gebod of aansporing in de Bijbel zien staan, dan is de wil van God op dat punt duidelijk. We moeten doen wat de Bijbel zegt. Zo was het in het Oude Testament: Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.” (Jozua 1:8). En zo is het ook voor de christenen: “En weest daders van het Woord” (Jakobus 1:22). Wij moeten daders van het woord zijn. Dat wil zeggen, we moeten doen wat er staat.

We moeten ons daarom telkens weer afvragen: Wat zegt de Bijbel over die of die kwestie? Staan er directe bevelen in de Bijbel die op deze situatie slaan? Zijn er algemene Bijbelse richtlijnen die van toe­passing zijn op deze zaak?

Als de Bijbel duidelijk is dan is Gods wil gevonden.

Een voorbeeld. Je overweegt met iemand te trouwen die geen gelovige is. Je kijkt naar wat de Bijbel daarover zegt. Dan ontdek je dat er staat dat we dit niet mogen doen (1 Korinthe 7:39; 2 Korinthe 6:14).

In veel gevallen kunnen we de richtlijnen en geboden van de Bijbel op deze manier toepassen. Maar er zijn ook vragen waar het iets ingewikkelder ligt. Niet alles staat in de Bijbel. We blijven bij het voorbeeld van de keuze van de huwelijkspartner. Er staat niet concreet in de Bijbel met welke persoon je moet trouwen. Je hebt wel een aantal algemene richtlijnen, zoals het gebod dat je niet met een ongelovige mag trouwen. Maar in de keuze van de huwelijkspartner moeten we steunen op de andere manieren waarop God leiding geeft. Zoals de innerlijke leiding van Gods Geest en Gods besturing van de omstandigheden. Geeft God vrede op een bepaalde keuze, als je er voor bidt? En hoe bestuurt God de omstandigheden. God moet de partner op je weg brengen. De ander moet ook willen. Passen je bij elkaar? En het is verstandig om andere christenen om raad te vragen.

11.2. God leidt ons door de innerlijke leiding van de Heilige Geest

De Bijbel spreekt over geleid worden door de Heilige Geest (Galaten 5:18; Romeinen 8:14).

Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

(Romeinen 8:14)

“als u …. door de Geest geleid wordt” (Galaten 5:18)

“zij dan, uitgezonden door de Heilige Geest …” (Handelingen 13:4)

God leidt ons niet alleen door de Bijbel, maar ook door zijn Geest die in ons woont. De Geest is in ons komen wonen om ons te leiden. Het is Zijn verantwoordelijkheid om ons te leiden. Het is onze verantwoordelijk om de leiding van de Geest te herkennen en te volgen.

+ Hoe leidt de Geest ons?

De innerlijke leiding van Gods Geest wordt door christenen op verschillende manieren beschreven. Als geleid worden door de vrede in je hart, door een blijvende innerlijke overtuiging of door een innerlijke drang of juist een weerhouding in je eigen geest. Deze uitdrukkingen komen eigenlijk op hetzelfde neer. Dat is ook logisch want ze proberen dezelfde geestelijke realiteit onder woorden te brengen.

-Geeft de Geest van God vrede op een bepaalde weg?

“en de vrede van Christus … regere in uw harten” (Kolossenzen 3:15. NBG 51). “En laat de vrede van God heersen in uw harten” (HSV)

Letterlijk staat er;  laat de vrede scheidsre­chter zijn. Als je een zaak overdenkt en er met God over spreekt, dan moet je nagaan of de Heere vrede op een bepaalde weg geeft.

-Geeft de Geest van God een innerlijke overtuiging dat je een bepaald iets moet doen?

Neemt die overtuiging toe als je er over bidt? En vooral blijft die overtuiging? Onze eigen emoties komen en gaan, maar als een overtuiging van God is dan zal die blijven en juist toenemen.

-Geeft Gods Geest een innerlijke drang om iets te doen?

Geeft God een bepaalde drang, verlangen om iets te doen. En het omgekeerde kan ook het geval zijn. God kan een innerlijke waarschuwing geven om iets juist niet te doen. In de Engelstalige wereld spreken christenen wel van een ‘prompting’ of een ‘check’ in je eigen geest.

-Geeft God ergens geloof voor

Geeft God geloof en innerlijke kracht en vrijmoedigheid. Geeft God lust om te werken, er zin in om iets te doen. Een geestelijk verlangen. Zo geeft de Geest de richting aan die we moeten opgaan.

De Geest geeft op deze manieren een innerlijk getuigenis op een bepaalde weg. “Die Geest getuigt met onze geest” (Romeinen 8:16). Dit doet de Geest aangaande het kind van God zijn, maar ook bij innerlijke leiding.

-enkele voorbeelden van de inner­lijke leiding van Gods Geest.

Over wijndrinken

 

Het eerste voorbeeld is van Watchman Nee. Hij vertelt in één van zijn boeken over een echtpaar dat hij op het platteland van China tot de Heere mocht leiden. Hun bekering was echt en er kwam een nieuwe vreugde in hun leven. ­Vrij snel daarna moest Watchman Nee weer verder. Er waren geen andere christenen in de omgeving, het echtpaar bleef geïsoleerd van andere christenen achter. Watchman Nee had hen uitgelegd dat bij hun bekering de Heilige Geest in hen was komen wonen en dat ze naar Hem moesten luiste­ren.

In de koude wintermaanden had de man de gewoonte om bij de maaltijden wijn te drinken en dan was hij geneigd te veel te drinken. Na het vertrek van Watchman Nee, kwam, met het koude weer, ook de wijn weer op tafel. Die dag boog de man, zoals hij nu gewoon was, het hoofd om de Here te danken voor de maaltijd, maar hij kon geen woorden vinden. Na nog enkele ver­geefse pogingen, wendde hij zich tot zijn vrouw. “Wat zou er toch zijn?” vroeg hij. “Waarom kunnen wij vandaag niet bidden? Haal de Bijbel eens om te zien, wat daarin staat over wijn drinken”. Watchman Nee had hun een Bijbel gegeven, maar hoewel de vrouw kon lezen, wist zij de weg nog niet te vinden in de Bijbel en ze doorzocht de Bijbel tevergeefs om het antwoord op hun vraag te vinden. Zij wisten niet, hoe zij het boek van God moesten raadplegen en zij konden zijn boodschapper onmogelijke bereiken, want die was mijlenver van hen verwijderd en het zou nog maanden duren, voor zij hem weer zagen. “Drink je wijn nu maar”, zei de vrouw, “dan vragen wij het de volgende keer wel aan broeder Nee”. Maar nog steeds was het de man onmogelijk de Here te danken voor de wijn. “Zet hem maar weg”, zei hij tenslotte; en toen zij dat gedaan had, vroegen zij een zegen over hun maaltijd.

Toen de man eindelijk eens naar Shanghai kon komen, vertelde hij Watchman Nee dit verhaal. Hij gebruikte een bekende Chinese uitdrukking. “Broeder Nee” zei hij, “De inwonende Heer wilde niet, dat ik die wijn dronk.”, “Heel goed, broeder”, zei Watchman Nee: “luister altijd naar de inwo­nende Heer”

Dit is een voorbeeld van hoe de Geest waarschuwt als je een verkeerde weg in wilt slaan, als iets niet deugt.

Nog een illustratie. Welk cadeau zal ik geven?

 

Omdat de zaak belangrijk is nog een voorbeeld. Een vriendin van mijn vrouw kreeg haar negende kindje. We mochten op kraambezoek komen en de vraag was welk cadeau geven we? Mijn vrouw bad erover en de gedachte kwam in haar op om haar vriendin zes boxpakjes te geven. Ik protesteerde: is dat niet wat overdre­ven? Ze heeft al acht kinderen, ze heeft vast nog wel een heel stel van die soort kleertjes van haar vorige kinderen. Kinderen groeien er zo uit en zulke kleren verslijten daarom niet snel. En het is een groot gezin, zulke gezin­nen krijgen altijd veel kleren van anderen die ze niet meer nodig hebben. Zo rede­neerde ik voort en uiteindelijk raakte mijn vrouw in de war en als compromis besloot ze slechts één boxpakje te geven.

Toen we de vriendin bezochten gaf mijn vrouw haar het cadeautje en toen de vriendin zag dat het een boxpakje was, zei ze heel enthousiast: “Wat fijn dat je dat geeft, ik ben er zo blij mee, want ik heb er niet één meer. Want in onze gemeente hebben we een jong meisje opgevangen dat ongehuwd zwanger was geraakt en omdat ze geen geld had, heb ik haar, toen ze de baby kreeg, al mijn boxpakjes gege­ven. De vriendin had zelf ook weinig geld, daarom kon ze niet zomaar nieuwe boxpakjes voor het meisje kopen. Het meisje had toch babykleertjes nodig en toen heeft de vriendin van mijn vrouw haar eigen babykleertjes gegeven, terwijl ze op dat moment al wist dat ze zelf weer zwanger was.

Mijn vrouw had de goede leiding ontvangen. Het idee was in haar opgekomen en Gods Geest had daar vrede op gegeven, Gods Geest had daar innerlijk getuigenis op gegeven. Dit was Gods weg om te voorzien in de babypakjes die deze zuster in haar onbaatzuchtig­heid had weggegeven. God had het in het hart van mijn vrouw gegeven om die zes pakjes te geven, maar ik had haar door mijn menselijk geredeneer in de war gebracht. Het was een goede les voor me, die ik niet meer ben vergeten. De volgende keer dat mijn vrouw weer iets deed, heb ik vertrouwd op de leiding die zij van God kreeg.

Dit voorbeeld illustreert dat de Geest een idee of plan in ons naar boven kan laten komen. We weten dat het van Hem is omdat Gods Geest er getuigenis op geeft in onze eigen geest. En uiteraard moet zo’n plan wel in overeenstemming zijn met de Bijbel en moet God de deur openen.

Het bezoeken van een zieke

 

Corrie ten Boom vertelt ergens in één van haar boeken het volgen­de verhaal. Ze werkte als horlogemaakster samen met haar vader. Corrie had contact met een vrouw die christin was. Deze zuster in de Heer was psychisch ziek, ze werd verzorgd in een inrichting. Corrie vertelde dat af en toe tijdens de werkzaamheden haar vader zonder schijnbare aanleiding tegen haar zei: “Corrie stop maar met het werk en ga op bezoek bij die zieke zuster in de Heer”. Corrie zegt erbij dat dit niet werd bepaald door de drukte van het werk. Soms was het heel druk als haar vader dit zei. Telkens als Corrie dan bij die vrouw op bezoek kwam, bleek het erg nodig te zijn. In dit voorbeeld zien we dat Corrie en haar Vader niet bewust naar leiding zochten. Ze werden door God ingeschakeld om deze vrouw te hulp te komen. God nam het initiatief.

+ De Here zal u voortdurend leiden

Er staat in de Bijbel: “En de HEERE zal u voortdu­rend leiden” (Jesaja 58:11). Niet af en toe, maar voortdurend. Dat is een realiteit als de Heilige Geest in ons woont en als wij in gemeenschap met de Heere leven. Die leiding zal niet altijd bewust zijn, maar vaak is het wel bewust.

God kan je iets in het hart geven. Een plan, een gedachte. “Toen ga mijn God mij in het hart …”  (Nehemia 7:5 en 2:12). En we weten dat het van Hem is, omdat zijn Geest daar innerlijk getuigenis op geeft. Hetzelfde kan Hij doen met een verlangen. “Van Uwentwege zegt mijn hart: Zoekt mijn aangezicht. Ik zoek uw aangezicht, Here.” (Psalm 27:8.NBG). Hij kan je door Zijn Geest waarschuwen, Hij kan je oproepen tot gebed, enzovoorts.

+ Niet elke ingeving is van God

Een ingeving kan van Gods Geest zijn, maar ook uit ons eigen hart opkomen. Hij kan zelfs afkomstig zijn van boze geesten (Handelingen 5:3).

Hoe kun je onderscheid maken tussen de ingevingen van je eigen hart en de leiding van Gods Geest? Hoe onderscheid maken tussen leiding van God en misleiding door de boze.

-We moeten elke ingeving toetsen door gebed en aan het woord van God.

Je moet elke ingeving in gebed aan God voorleggen: “Is dit van U Heer, wat vindt U hiervan?”

We moeten ook nagaan of de ingeving niet in tegenspraak is met de Bijbel. De leiding van Gods Geest is nooit in tegenspraak met de Bijbel. En gaat het gepaard met vrede?

Als je er niet uitkomt, of als je het niet vertrouwt, dan moet je advies vragen aan andere geestelijk volwassen christenen.

+ Er is ook de toetsing achteraf

Nog een belangrijke toets is wat er gebeurt als je de innerlijke leiding hebt opgevolgd. Werd het gezegend? Werd het bevestigd in de praktijk? Door hier op te letten kun je leren van de fouten en de successen. En kun je leren om de leiding van Gods Geest te herkennen.

+ Nauw met elkaar verbonden

Uit het bovenstaande is wel duidelijk dat innerlijke leiding en gebed nauw met elkaar verbonden zijn. God geeft duidelijkheid als we het met Hem blijven bespreken. Als niet duidelijk is of iets uit onszelf is of uit God, dan moet je die vraag eenvoudigweg in gebed voor Gods aangezicht houden tot het duidelijk is.

+ De mogelijkheid van vergissen in de innerlijke leiding is realistisch

Zeker in het begin van je leven met Christus kan dit voorkomen. Je leert onderscheiden door oefening, dat kost tijd. De mogelijkheid van misleiding bevestigt dat het zeer belangrijk is dat we naar alle drie de richtingwijzers tegelijk kijken. Niet alleen op de innerlijke leiding afgaan, maar ook op de Bijbel en Gods leiding door zijn besturing van de omstandigheden.

11.3. God leidt ons door zijn besturing van de omstandigheden

God staat boven de omstandigheden. Hij stuurt en bepaalt wat er gebeurt.

Je moet je afvragen:

-Hoe is de situatie?

-Hoe ontwikkelt die zich?

-Waar wijzen de omstandigheden op?

-Wat zijn de mogelijkheden?

-Welke deur is open of juist gesloten?

-Wat is voor de hand liggend, logisch om te doen?

-Wat brengt God op mijn weg?

Een illustratie

Stel dat je te horen krijgt dat je ontslagen wordt. Dan gaat die deur dicht. Je bidt om wijsheid: “Heer wat heeft dit te betekenen, wilt U mij hierdoor iets duidelijk maken? Wat nu? Moet ik in een andere richting gaan? Ik heb werk nodig om in mijn onderhoud te voorzien, wilt U mij leiden in het zoeken van een nieuwe baan.” Je vraagt je af wat de mogelijkheden zijn. Welke deur is er open? Je hebt de algemene richtlijnen uit de Schrift. Het is Gods bedoeling dat je in eigen onderhoud voorziet, als je daartoe in staat bent. Je kunt daarom met vertrouwen om werk bidden. Normaal gesproken zal God daarin voorzien, tenzij God je op dit gebied enige tijd wil beproeven. Als je over mogelijkheden bidt, geeft God dan een innerlijke overtuiging, geeft God vrede over een bepaalde weg? Neem dan stappen en zie of God het bevestigt.

Nog een illustratie

In één van de boeken over George Müller staat een duidelijk voorbeeld van Gods leiding door de omstandigheden. De Here had George Müller samen met een andere broeder geleid om verschillende takken van geeste­lijk werk op te zetten, onder meer hebben ze een aantal scholen opgericht, waar de kinderen van arme ouders gratis onder­wijs kregen. Het werk werd ondersteund door giften van christenen. De scholen draaiden een aantal jaren, toen er opeens te weinig geld binnen­kwam. Er werd extra voor gebeden. Men onder­zocht het eigen hart. Is er misschien een reden in onszelf waarom God niet kan horen? Die vraag werd ook aan God voorgelegd. God liet hen niets zien. En toch kwam er nog steeds onvoldoende geld binnen. Daarop concludeerden ze dat het Gods wil was, om enkele scholen te sluiten en alleen zoveel scholen op te houden als er geld binnenkwam.

Nog een illustratie

Bij de evangelisatie moeten we ontdekken waar belangstelling is voor het evangelie. Als ergens openheid is voor het Woord, dan is daar de open deur. Dan is dat Gods leiding door de omstandigheden. Als God een deur opent, moeten we naar binnen gaan en onze aandacht en energie daar op richten. Zo leidt God door het sluiten en openen van deuren.

Nooit los van de Bijbel en de innerlijke leiding van Gods Geest

Het interpreteren van de omstandigheden moet nooit los van Gods richtlijnen in de Bijbel en los van innerlijke leiding gebeuren. Als een bepaald plan niet door kan gaan, betekent dat nog niet automa­tisch dat het niet goed is wat je wilde doen. Er is ook nog zoiets als de tegenwerking van de Satan[1].  Paulus vertelt daarover vanuit zijn eigen ervaring: “Wij, of liever ik, Paulus, heb namelijk een en andermaal tot u willen komen, maar de satan heeft het ons belet.” (1 Thess. 2:18). Als dat het geval is, moeten we de hindernis niet accepteren en daar in gebed tegen ingaan.  “nacht en dag bidden wij vurig dat God ons een weg bane”  (1 Thessaloncenzen. 3:10). En als we er zo in gebed tegenin gaan, zal de boze wijken (Jakobus 4:7, 1 Johannes 3:8).

Onderscheiden of het leiding van God is die een deur sluit of dat het tegenwerking van de satan is, kan alleen als je de omstandighe­den ook bekijkt in het licht van de innerlijke leiding van Gods Geest en van de richtlijnen uit Gods woord.

Als je er na gebed niet direct uitkomt, dan kun je altijd nog in geloof het volgende bidden: “Heer als het van u is, deze hindernis, dan aanvaard ik hem, maar als het van de vijand is, dan weersta ik hem in Jezus naam.” Je kunt ook advies vragen aan oudere geestelijk volwassen christenen.

11.4. Meestal door alle drie tegelijk

Als God ons ergens leiding over geeft, dat doet Hij dat meestal door een combinatie van alle drie de richtingwijzers. Het geeft zekerheid als alle drie de bakens dezelfde kant opwijzen. Dan is het duidelijk dat iets de wil van God is.

Laten we enkele illustraties van Gods leiding door alle drie de richtingwijzers tegelijk bekijken. Dan zien we hoe het ene baken het andere bevestigt.

De pasbekeerde man die gewoon was te veel te drinken.

Als illustratie wijs ik op het hierboven weergegeven verhaal van Watchman Nee over dat Chinese echtpaar. De Geest waarschuwde de man dat er iets mis was. Daarna deden ze het goede door in de Bijbel te kijken. Als ze de Bijbel hadden gekend, dan hadden ze daar kunnen lezen, dat we ons niet aan wijn moeten bedrinken (Efeze 5:18a) en dat we verzoeking moeten voorkomen (Matheus 18:9). Het woord van God bevestigde wat de Geest in hen zei. Dit werd later ook nog bevestigd door een raadgever.

Nog een illustratie. Al of niet Bijbelstudie geven.

 

Nog een illustratie hoe God meestal leidt door de combinatie van alle drie de richtingwijzers. Het gaat over de wijze waarop God een broeder er toe leidde om Bijbelstudie te gaan geven in een gemeente. De broeder wist dat God hem de gave had gegeven om de Bijbel uit te leggen. Dat had God in andere situaties bevestigd door zijn werk te zegenen. Hij had in de voorgaande jaren veel strijd gehad en vond het wel lekker rustig op de achtergrond. God dacht daar anders over. Hij maakte hem duidelijk dat hij weer actief moest worden.

Hoe deed God dat?

(1) Door het Woord van God. De broeder kende de Bijbel en hij wist dat het Gods bedoeling is dat je, je geestesgave inzet tot opbouw van de gemeente (1 Petrus 4:10, Mattheus 25:14-28). Dat is de normale situatie voor iedere christen, dus ook voor hem. Dit is de richtingwijzer van het Woord van God, dat zei dat hij iets moest gaan doen. Hij kende het woord en het verontrustte zijn geweten dat hij al jaren niets meer met zijn geestesgave deed. Maar hij dacht: Het is wel genoeg geweest, ik heb genoeg gedaan. En bovendien, wie zit er op mij te wachten?

(2) Tijdens zijn dagelijkse tijd van gebed kwam telkens de overtuiging in hem op dat hij iets met zijn geestesgaven op het terrein van onderwijs moest doen. Die overtuiging werd met het verstrijken van de tijd steeds sterker. Als hij bad kwam het automatisch telkens in hem op. Maar hij deed er niets mee. In feite was hij “in staking” en hij vond dat hij daar zelf heel goede redenen voor had. Nadat God hem zo enkele maanden tevergeefs had aangesproken, begon Gods Geest hem te waarschuwen. Met een gevoel van gevaar en de gedachte dat het geestelijk mis met hem kon gaan als hij God niet zou gehoorzamen. Die waarschuwing werd na enige tijd zo sterk dat hij tegen de Heere zei: “Goed dan Heere, ik ben bereid om iets te gaan doen, maar ik weet echt niet waar ik Bijbelstudie zou moeten geven”. En onbewust dacht hij: daar ben ik mooi onderuit gekomen, want wie zit er op mij te wachten.

(3) Een week nadat hij dit tegen God had gezegd, kwamen de oudsten van zijn gemeente vragen of hij Bijbelstudie wilde geven aan de mensen die tot geloof waren gekomen. Zo opende God zelf een deur. Dat was de derde richtingwijzer.

Alle drie de bakens wezen in dezelfde richting. Nadat hij begonnen was, bevestigde de Here het door het werk te zegenen. Mensen groeiden in hun wandel met God. En de Here bevestigde door de broeder telkens weer moed en geloof voor  het werk te geven.

Nog een illustratie. Je school is klaar, wat nu? 

 

Stel dat je bijna klaar bent met je middelbare school en je vraagt je af wat je moet gaan doen. Welke baan, welke opleiding? Wat is Gods weg voor mij? In welke richting wijzen de drie bakens? (1) Wat zegt de Bijbel erover? God wil dat, als wij daartoe in staat zijn, ons eigen brood verdienen (2 Tessalonicenzen 3:10; Efeze 4:28) . Het is dus Gods wil dat je gaat werken of dat je, je daarop voorbe­reid. Dat is het eerste baken. (2) Kijk vervolgens naar welk beroep je ligt en wat de mogelijkheden zijn. Dat is het tweede baken. Waar wijzen de omstandigheden op. Welke deuren zijn er open. Als je er over bidt gaan dan deuren open of dicht? (3) Bidt er voor en kijk vervolgens of God op een bepaalde weg vrede geeft, dat is het derde baken. Vraag eventueel advies, enzovoorts.

11.5. Zekerheid als alle drie de richtingaanwijzers dezelfde richting aangeven.

Als alle drie de richtingaanwijzers dezelfde kant opwijzen dan geeft dat zekerheid in het verstaan van Gods wil. Als dat niet het geval is dan is het zaak om waakzaam te zijn.

Maar let op, als de Bijbel duidelijk is, dan is de wil van God al duidelijk.

11.6. De vragen die je moet stellen bij het zoeken van Gods wil

Dit zijn de vragen die je moet stellen bij het zoeken van Gods wil.

-Wat zegt de Bijbel dat ik in deze situatie moet doen?

-Welke algemene Bijbelse principes kan ik hier op toepassen?

-Waar wijzen de omstandigheden op?

-Is de deur open?

-Gaat de deur open of dicht als je er voor bidt?

-Wat zijn de mogelijkheden?

-Wat brengt God op mijn weg?

-Wat zegt het leven van God in je? Als je er over nadenkt en bidt.

-Geeft God vrede op een bepaalde weg als je er voor bidt, een blijvende overtuiging?

-Wat zeggen volwassen geestelijke medechristenen als je de zaak aan hen voorlegt?

Als je hen om advies vraagt.

11.7. De voor en tegens op een rij zetten

Bij belangrijke beslissingen kan het verhelderend zijn om de voor en tegens van een bepaald besluit op een rij te zetten, op papier te zetten. Dan kun je de verschillende argumenten toetsen aan de Bijbel.

11.8. De samenvatting

Hoe leidt God?

-door de Bijbel

-door de innerlijke leiding van de Geest

-door zijn besturing van de omstandigheden

De vragen die je moet stellen:

-wat zegt de Bijbel er over?

-waar geeft God vrede op?

-waar wijzen de omstandigheden op?

[1] Er zijn bepaalde dingen die er op wijzen dat een hindernis door de boze is veroorzaakt. (1) Is het tijdstip verdacht. Komt de hindernis precies op het moment dat je iets gaat doen dat geestelijk belangrijk is. De buurmeisjes van mijn dochter kwamen tot geloof. Vlak daarna begonnen de ouders over een verhuizing. Door gebed is dat weerstaan. (2) Is het te veel toeval wat er gebeurt. Een geestelijke zoekende man die ik bijbelstudie zou geven moest telkens overwerken door allerlei oorzaken, precies op het moment dat we afgesproken hadden. Dat gebeurde een aantal keren achter elkaar, dat kon geen toeval meer zijn. Ernstig gebed maakte daar een einde aan. Nog een voorbeeld: Ik zou bijbelstudie geven over een belangrijk onderwerp. Vlak voordat de bijbelstudie begon belden alle deelnemers af omdat ze om de een of andere reden verhinderd waren om te komen. Dat was ook te veel toeval. Als zo iets gebeurt dan weet je dat de oorzaak geestelijk is. Door gebed ging het de volgende keer wel goed. (3) Verhindert het je om iets te doen of af te maken waar God je duidelijk in geleid heeft. (4) Wat zegt de Geest in je als je er over bidt? Wat voor indruk krijg je? Zendeling James Fraser bad als hij het niet zeker wist dit gebed: “Heere als deze hindernis van u is dan aanvaard ik hem, maar als hij van de vijand is dan weiger ik hem te aanvaarden en weersta ik hem in Jezus naam”