De hel, de eeuwige straf

Inleiding

  • “Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!” (Lucas 12:5)
  • “En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” (Openbaring 20:15)

De Bijbel spreekt over de hel. De hel is een realiteit. Andere Bijbelse namen voor de hel zijn: “de poel die brand van vuur en zwavel” (Openbaring 19:20, 20:10), “de eeuwige straf” (Mattheus 25:46), “de buitenste duisternis” (Mattheus 8:12, 22:13, 25:30), “het verderf” (2 Tessalonicenzen 1:9) en “de tweede dood” (Openbaring 21:8).

1. Er zijn twee wegen

 Ieder mens eindigt of in de hemel of in de hel. We zijn hier op aarde op doorreis naar de eeuwigheid en het is van het grootste belang dat we de goede weg kiezen.

  •  “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor binnengaan, maar de poort is nauw en de weg smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden” (Matheus 7:13,14)

 Deze Bijbeltekst spreekt over twee wegen die leiden naar twee eindbestemmingen. De ene weg leidt naar het verderf en de andere naar het leven. Die eindbestemmingen worden in meer detail beschreven in Openbaring 21:1-8. De smalle weg leidt tot het leven. Dat is het eeuwige leven op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (:1-7). De brede weg leidt naar het verderf. Dat is de poel die brand van vuur en zwavel (:8).

  •  “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde … en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan … Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. (Openbaring 21:1-7)
  • “Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: …” (Openbaring 21:8) [1]

2. Wat is de hel?

Wat weten we over de hel?

Het is een concrete plaats

Zoals we in het punt hierboven gezien hebben, eindigt een deel van de mensen op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en eindigt het andere deel in de poel die brand van vuur en zwavel. Net zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde een concrete plaats is, is ook de hel een concrete plaats.

Het is de plaats waar de eeuwige straf wordt voltrokken

  • “En dezen zullen gaan in de eeuwige straf …” (Mattheus 25:46).
  • “Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan …” (2 Tessalonicenzen 1:9)

Het is een verbanningsoord

  • “Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht ..” (2 Tessalonicenzen 1:9)

 De ongelovigen zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan. En dat zal plaats hebben: “…ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte”. (2 Thessalonicenzen 1:9 NBG)

Het is een plaats van pijniging

De hel is een afschuwelijk plaats. De hel wordt in het boek Openbaringen omschreven als,   “…de poel die van vuur en zwavel brandt… ” (Openbaring 21:8). Het Mattheus evangelie spreekt over de hel als de buitenste duisternis. Zie Mattheus 8:12; 22:13; 25:30. In deze plaats van vuur, rook en grote duisternis, leiden de mensen pijn. “En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid…” (Openbaring 14:11)

  •  “Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God” (Hebreeën 10:31)

Het is een plaats van wroeging

  • “ …en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” (Mattheus 8:12)

3. Wie worden er in de hel gestraft?

 De gevallen engelen

De hel is in de eerste plaats bedoeld als plaats om satan en de demonen te straffen.

  • “Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is(Mattheus 25:41)

Dit is het oorspronkelijke doel van de hel.

De satan zal aan het einde van het duizendjarige vrederijk in de hel worden geworpen. “En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden…En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen…” (Openbaring 20:7,8,10)

Niet lang daarna zullen ook de andere gevallen engelen in de hel geworpen worden. Zie Judas :6 en 2 Petrus 2:4.[2]

De gevallen engelen weten dat dit moment er aan komt. In Mattheus 8:29 zeggen ze tegen Jezus: “Jezus, Zoon van God, wat hebben wij met U te maken? Bent U hier gekomen om ons te pijnigen vóór de tijd”

 Alle mensen die God hebben verworpen

Zoals we hiervoor zagen is de hel oorspronkelijk niet bedoeld voor mensen. Het oorspronkelijke doel van de hel is het straffen van de gevallen engelen.

God wil niet dat er mensen verloren gaan (2 Petrus 3:9). Het is zijn verlangen dat alle mensen behouden worden (1 Timotheus 2:3,4). Toch zullen er straks mensen in de hel zijn.

De straf voor onze zonden is de hel (Mattheus 5:21,22,27-30). Dat betekent dat ieder mens op weg is naar de hel. Want we hebben allen gezondigd (Romeinen 3:23). Maar God heeft in zijn grote liefde voorzien in een uitweg door de kruisdood van Christus. Wie in Jezus gelooft, ontsnapt aan het oordeel van de hel. Wie niet in Jezus gelooft, wordt in de hel gestraft voor zijn zonden. “Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht  van de Heere …” (2 Tessalonicenzen 1:9). De “zij”, waar in dit vers over gesproken wordt zijn: “hen die God niet kennen, en…hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.” (2 Tessalonicenzen 1:8)

Een mens komt in de hel terecht vanwege zijn eigen zonden. Maar ten diepste is de enige reden waarom een mens in de hel komt, zijn of haar weigering om zich tot God te bekeren en in Jezus te geloven. God heeft ons in Jezus een reddingsboei toegeworpen, maar veel mensen weigeren om die boei te grijpen. God wil de mensen redden, maar de mensen willen niet gered worden, ze willen zich niet bekeren en Jezus als Heer aannemen. Jezus zei tegen de inwoners van Jeruzalem die hem keer op keer afgewezen hadden: “Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild!” (Matteus 23:37)

Jezus wilde wel, “hoe vaak heb ik uw kinderen bijeen willen brengen”, maar zij wilden niet, “maar u hebt niet gewild.”

God heeft geen behagen in de dood van de goddeloze, maar wel in zijn bekering (Ezechiël 18:23). Hij heeft alles gedaan wat Hij kon om ons te redden. Tot het geven van zijn eigen Zoon toe. Maar wij moeten ons wel laten redden. “Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht” (Handelingen 2:40)

4. De straf in de hel is eeuwig

  • “En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.” (Mattheus 25:46 NBG)

In dit vers worden twee dingen tegenover elkaar gesteld: het eeuwige leven en de eeuwige straf. Van beiden wordt gezegd dat ze eeuwig zijn[3]. De eeuwige straf is net zo eeuwig, als het eeuwige leven.

In Openbaring 14:11 lezen we over mensen die in de hel zijn. Van hen wordt gezegd: “En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij … hebben dag en nacht geen rust, …” (Openbaring 14:11). Zie ook Openbaring 20:10. De straf van de hel is zonder einde. Zij duurt voort tot in alle eeuwigheid. De mensen in de hel zullen geen moment verlichting kennen: “zij…hebben dag en nacht geen rust”.

Door sommige christenen wordt dit ontkend. Zij leren dat de ongelovigen in de hel vernietigd worden. Vaak wordt verwezen naar Bijbelgedeelten waar over de hel wordt gesproken als verderf. Zie bijvoorbeeld Mattheus 7:13; 10:28; Filippenzen 3:19; 2 Petrus 2:3; 3:7[4].

Maar met verderf wordt in deze Bijbelgedeelten niet hetzelfde bedoeld als vernietiging. Verderven betekent in deze verzen: tot een staat van eeuwige ellende veroordelen. Het verderf waar deze verzen over spreken is de eeuwige staat van ellende in de hel. Daarom spreekt de Bijbel ook over, “het eeuwig verderf”. “Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht” ( 2 Tessalonicenzen 1:9). De straf van de hel is geen vernietiging, het is een verbanning. De mensen in de hel zijn “weg van het aangezicht van de Heere”. Deze toestand duurt eeuwig, er komt geen einde aan.

Ook het feit dat de Bijbel over de hel spreekt als een plaats van vuur en zwavel (Openbaring 14:9,10; 20:10; 21:8) betekent niet dat de ongelovigen in de hel worden vernietigd. Een van de duidelijkste bewijzen hiervoor vinden we in het boek Openbaring. In Openbaring 19:20 lezen we hoe het beest en de valse profeet bij de terugkomst van Jezus in de hel worden geworpen. Daar lijden ze pijn. In Openbaring 20:10 lezen we dat het beest en de valse profeet duizend jaar later nog steeds pijn lijden in deze plaats. Het vuur van de hel heeft hen in al die tijd niet verteerd. [5]

De Bijbel is duidelijk. De hel is een plaats van “eeuwig verderf” (2 Thessalonicenzen 1:9). Mensen ondergaan hier een “eeuwige straf” (Mattheus 25:46) in een eeuwig vuur. De rook van hun pijniging zal opstijgen “tot in alle eeuwigheid” (Openbaring 14:11). De lichamen van de mensen in de hel zullen niet verteerd worden. Want de hel is een plaats: “waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.” (Marcus 9:43-48). De ongelovigen staan aan het einde der tijden op: “tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.” (Daniel 12:2). Er kan geen misverstand over bestaan, de straf van de hel is eeuwig, zonder einde.

5. De uitwerking van deze waarheid op ons leven

 De Bijbelse waarheid over de hel moet ons leven beïnvloeden. Als tot ons doordringt waar Jezus ons van gered heeft, dan zal dat ons dankbaar maken. Zoals een bekend gezang het zegt: “Duizend, duizend maal o Heer, zij u daarvoor dank en eer”. De realiteit van de hel maakt ook dat er een gezond respect voor God in ons hart komt. God is werkelijk de Heilige God die toornt tegen de zonde. Maar bovenal moet de boodschap over de hel ons motiveren om de ongelovigen te waarschuwen. Dat is de uitwerking die deze Bijbelse waarheid op Paulus had.

  • “Daar wij dan weten, hoezeer de Here te vrezen is, trachten wij de mensen te overtuigen … want de liefde van Christus dring ons … in naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen” ( 2 Korinthe 5:11-21. NBG)
  • “Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden (1 Korintiers 9:22)
  • “een grote bron van droefheid en voortdurende smart … ” (Romeinen 9:2 NBG)
  • “Broeders, de begeerte mijns harten en mijn gebed over hun behoud gaan tot God uit.” (Romeinen 10:1 NBG)

 6. Moeite met de hel

Ongelovigen hebben moeite met de Bijbelse boodschap van de hel. Ze kunnen deze boodschap niet verdragen. Zelfs veel christenen kunnen de boodschap van de Bijbel over de hel maar moeilijk aanvaarden.

Vaak vragen deze mensen zich af hoe een God van liefde mensen kan straffen met de hel. Maar God is niet alleen liefde, Hij is ook heilig en rechtvaardig. God is boos over alle zonde, over alle liefdeloosheid, over alle verdorvenheid, over alle geweldenarij en over al het egoïsme van de mensen. Maar ondanks dat heeft Hij de zondige mensen toch lief en wil Hij hen redden. Daarom heeft Hij zijn Zoon voor hen gegeven. “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”. (Johannes 3:16). In Zijn grote liefde heeft God zijn hand naar de mensen uitgestoken, maar velen laten God staan. “De ganse dag heb Ik mijn handen uitgestrekt naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk.” (Romeinen 10:21).

God is onbegrijpelijk lankmoedig en genadig, maar op een bepaald moment is zelfs bij Hem het geduld op, dan is het over, dan ontbrandt zijn toorn. Zie Bijbelstudies drie en vier over het karakter van God. De ernst van de straf zegt iets over de ernst van de overtreding. God neemt de zonden zeer hoog op. Het raakt Hem diep.

Door sommige christenen worden verschillende pogingen gedaan om de straf van de hel weg te redeneren of te verzachten:

-Sommigen zeggen dat een letterlijke hel niet kan bestaan. Als de Bijbel over de hel spreekt is dat, volgens hen, alleen maar symbolisch bedoeld.

-Anderen proberen de Bijbelse boodschap over de hel te verzachten door een onvolledig beeld te geven. Ze spreken niet meer over pijn en wroeging. Ze leggen er alleen de nadruk op dat de hel verbanning uit de gemeenschap met God betekent.

-Weer anderen proberen de hel te verdoezelen in hun Bijbelvertaling. Een voorbeeld daarvan is de NBV. Je zult in de NBV tevergeefs het woord hel zoeken. In plaats van over de hel te spreken, hebben de vertalers van de NBV er voor gekozen om over Gehenna te spreken. Gehenna is het woord dat in de Griekse grondtekst staat. De vertalers wilden het algemeen bekende Nederlandse woord hel niet gebruiken. Iedere Nederlander weet dat met hel iets verschrikkelijks wordt bedoeld. In plaats daarvan hebben ze ervoor gekozen om het woord Gehenna onvertaald te laten. Een woord dat niemand iets zegt.

-Velen leren dat de hel niet eeuwig is. Hel is in hun ogen vernietiging. Als een mens in de hel wordt geworpen, dan wordt hij direct vernietigd en houdt op te bestaan. Een variant op deze valse leer is het idee dat mensen niet direct, maar pas na een kortere of langere tijd van lijden, vernietigd worden. In punt vijf zagen we dat dit idee niet klopt.

Toetsvragen

1. Geef drie andere Bijbelse namen voor de hel.
2. Hoe wordt de hel in de Bijbel omschreven?
3. Wie worden er in de hel gestraft?
4. Voor wie was de hel oorspronkelijk bedoeld?
5. Waarom zullen er ook mensen in de hel zijn?
6. Hoe lang duurt de straf van de hel?
7. Leg aan de hand van Openbaring 19:20 en 20:10 uit dat mensen in de hel niet vernietigt worden.
8. Noem nog een aantal teksten waaruit blijkt dat de straf van de hel geen vernietiging is.
9. Hoe kan een mens aan het oordeel van de hel ontsnappen?
10. Welke uitwerking moet de waarheid van de hel op ons hebben?
[1] In dit Bijbelgedeelte (Openbaring 21:1-8) wordt het beeld van een erfenis gebruikt. Ieder krijgt zijn deel. Het erfdeel van de gelovigen is de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. “Wie overwint, zal alles beërven” (Openbaring 21:7). En het erfdeel van de onbekeerde zondaars is de hel, de poel die brand van vuur en zwavel. “Hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt” (Openbaring 21:8)

[2] In deze verzen wordt gesproken over een groep engelen die God opgesloten heeft in de afgrond. Het Griekse woord dat in de HSV vertaald is met hel kan beter vertaald worden met afgrond. Zie de NBG vertaling van 2 Petrus 2:4. De afgrond is een gevangenis waar God gevallen engelen in opsluit. De groep engelen waar in deze verzen over gesproken wordt, was zo verdorven dat God hen tot de dag van het oordeel heeft opgesloten in een speciale plaats die de afgrond wordt genoemd. Op de grote dag van het oordeel zullen deze en alle andere gevallen engelen in de hel geworpen worden. Net als alle mensen die hen in hun opstand tegen God zijn gevolgd.

[3] Precies hetzelfde Griekse woord voor eeuwig wordt voor beiden gebruikt. Het gaat om het Griekse woord ‘aiônion’. Dit Griekse woord wordt ook gebruikt om aan te duiden dat God eeuwig is. Zie bijvoorbeeld Romeinen 16:26, waar het woord ‘aiônion’ gebruikt wordt voor God.  De hel is dus net zo eeuwig als God en net zo eeuwig als de hemel.

[4] Van lang niet al deze teksten is het duidelijk of zij wel over de straf van de hel gaan. Van sommige teksten is dat echter wel duidelijk, zoals Mattheus 10:28.

[5] In Openbaring 21:8 wordt de hel de tweede dood genoemd. Soms wordt beweerd dat de uitdrukking, ‘de tweede dood’, zou wijzen op de vernietiging van de ongelovigen in de hel. Dood gaan zou op houden met bestaan betekenen. Dit klop niet. Dood betekent in de Bijbel niet ophouden met bestaan, het betekent scheiding. Bij de lichamelijke dood wordt de menselijke ziel gescheiden van het lichaam. Het lichaam vergaat en de ziel gaat de onzichtbare wereld in. Zie Bijbelstudie 73 over wat er gebeurt als je steft.  Zo is het ook met de tweede dood. De tweede dood staat voor de definitieve scheiding tussen God en de mens. “Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere …” (2 Tessalonicenzen 1:9)