De oordelen: Het oordeel over de werken van de gelovigen, het oordeel over de volken en het laatste oordeel

Inleiding

 De Bijbel spreekt over verschillende oordelen. Dat zijn momenten waarop God als rechter vonnis zal vellen.

In deze bijbelstudie zullen we de drie belangrijkste oordelen bespreken.

Eerst zullen we stil staan bij het oordeel over de werken van de gelovigen, daarna bij het oordeel over de volken. Vervolgens zullen we kort stil staan bij het laatste oordeel. Deze Bijbelstudie eindigt met een bespreking van de verschillen tussen deze drie oordelen.

1.Het oordeel over de werken van de gelovigen

  • “En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.” (Openbaring 22:12)
  • “…ieder zal zijn eigen loon ontvangen overeenkomstig zijn eigen inspanning.” (1 Korinthe” 3:8)
  • “En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen. Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.” (1 Korinthe 3:13-15)

De bijbel spreekt over loon voor de gelovigen. Er is beloning voor trouwe dienst. Om te bepalen welk loon we zullen ontvangen, zal Jezus  na de opname onze werken beoordelen. Vlak na de opname zullen we voor Jezus verschijnen.[1] Jezus zal op dat moment onderzoeken hoe we het hebben gedaan na onze bekering. Dit wordt wel, “het oordeel over de werken van de gelovigen”, genoemd.

Deze bijbelse waarheid vinden we bijvoorbeeld in 1 Korinthe 3:10-15.

  • “Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus. Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro, ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen. Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.”

 Het gaat in dit bijbelgedeelte speciaal om onze inzet voor de opbouw van de gemeente. Iedere christen krijgt van God een taak in de gemeente. Maar niet alleen je inzet voor de opbouw van de gemeente wordt beoordeeld. Ook al de andere dingen die je doet, zal Jezus beoordelen. Paulus zegt in Efeze 6 dat ieder het goede dat hij of zij heeft gedaan van God terug zal ontvangen. “U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal krijgen” (Efeze 6:8).

Het gaat in dit oordeel niet over het behoud. Een christen is behouden uit genade,  niet door werken, maar door het geloof[2] (Efeze 2:8,9). Het oordeel over onze werken verandert daar niets aan. Maar het is wel mogelijk om loon mis te lopen dat Jezus je had willen geven. In dat geval lijdt je schade. We lopen loon mis wanneer we na onze bekering op een verkeerde manier bezig zijn. Bijvoorbeeld door voor ons zelf te leven, voor ons eigen plezier, in plaats van voor Jezus. Of door God te dienen in eigen kracht en naar eigen inzicht in plaats van onder leiding van God.  In dat geval zal je werk verbranden. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.” (1 Korinthie 3:14,15)

Zie ook punt vier van Bijbelstudie 68 over de opname voor een bespreking van het oordeel over de werken van de gelovigen.

3. Het oordeel over de volken

 Het oordeel over de volken wordt beschreven in Mattheus 25.

  • “Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. En voor Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed: Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan. Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven ; Ik ben dorstig geweest en u hebt Mii niet te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij niet gastvrij onthaald; naakt, en u hebt Mij niet gekleed; ziek en in de gevangenis, en u hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook dezen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig of als een vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor één van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan. En deze zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven” (Mattheus 25:31-46)

 Het oordeel over de volken vindt plaats aan het begin van het duizendjarige vrederijk. Vlak nadat Jezus terugkomt zal Hij al de volken bijeen verzamelen om hen te oordelen. “En voor Hem zullen al de volken bijeengebracht worden…” (Mattheus 25:32)

Het oordeel over de volken zal door Jezus uitgesproken worden vanaf de troon van Zijn heerlijkheid. “Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid…zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid”  Dit is de troon van Zijn vader David, waarop Jezus na Zijn terugkomst plaats zal nemen (Lukas 1:32,33). Vanaf deze troon zal hij als koning van Israël, duizend jaar over de hele wereld regeren[3].

De volken die voor de troon van Jezus verzameld worden zijn de mensen die op dat moment op aarde leven. Het zijn de mensen die de grote verdrukking overleefd hebben. Tijdens dit oordeel zal Jezus bepalen wie van hen het duizendjarige vrederijk binnen mogen gaan, en wie niet.  Tot hen die het koninkrijk binnen mogen gaan zal hij zeggen: “Kom, gezegenden van Mijn vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld”. Dit zijn de schapen. En tot hen die zijn koninkrijk niet binnen mogen gaan zal hij zeggen: “Ga weg van Mij, vervloekten in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is”. Dit zijn de bokken.

 Jezus zal tijdens dit oordeel kijken naar hoe de volken met zijn broeders zijn omgegaan. Daarmee bedoelt Jezus de Joden. Tijdens de grote verdrukking wordt het volk Israël zwaar vervolgd door de antichrist.[4] Zij die de joden vervolgd hebben zullen gedood worden. En zij die de joden geholpen hebben, zullen het duizendjarige vrederijk binnen mogen gaan. Liefde voor het volk van God zal in de grote verdrukking hét bewijs zijn van een oprecht geloof in God.[5] Deze liefde zal blijken uit daden van barmhartigheid ” Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. “

Aan het begin van het duizendjarige vrederijk zullen er geen ongelovigen meer op aarde zijn. Jezus heeft tijdens het oordeel over de volken alle goddelozen uit zijn koninkrijk weggedaan (Mattheus 13:24-30,36-43). Maar zo blijft het niet. Tijdens het duizendjarig rijk worden opnieuw vele mensen geboren. Van hen zal het grootste gedeelte aan het einde van het duizendjarig rijk in opstand komen tegen God (Openbaring 20:7-9).

Zie ook punt één van bijbelstudie 74A.

3. Het laatste oordeel

Het laatste oordeel wordt beschreven in Openbaring 20.

  • “En Ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. En ik zag de doden, klein en groot voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” (Openbaring 20:11-15)

 Uit het boek Openbaring blijkt dat het laatste oordeel na het duizendjarige vrederijk plaats vindt, vlak voor de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.[6]

Tijdens het laatste oordeel moeten alle ongelovigen voor Jezus verschijnen. Jezus zal tijdens dit oordeel zitten op een grote witte troon. Bij dit oordeel zullen geen gelovigen aanwezig zijn. Het laatste oordeel is een oordeel over doden. “En ik zag de doden…voor God staan…En de doden werden geoordeeld…” De gelovigen zijn voor die tijd al uit de dood opgestaan, onder meer aan het begin van het duizendjarige vrederijk. Zie Openbaring 20:4-6. Alleen de ongelovigen, die tijdens dit oordeel uit de dood op zullen staan, kunnen omschreven worden als doden.

Tijdens dit oordeel zal Jezus vaststellen dat de ongelovigen de straf van de hel hebben verdiend. Dat zal hij doen door naar hun werken te kijken. Deze staan op getekend in boeken. En door in het boek des levens te kijken.
Omdat ze niet in het evangelie geloofd hebben, ontbreekt hun naam in dit boek. Vervolgens zullen de ongelovigen in de hel worden geworpen.

Zie Bijbelstudie 76 voor meer uitleg over het laatste oordeel.

 Een overzicht van de verschillen tussen de drie oordelen

 

Oordeel over de werken van de gelovigen Oordeel over de volken Laatste oordeel
Wie worden geoordeeld? Alleen gelovigen Gelovigen en ongelovigen Alleen ongelovigen
Tijdstip van het oordeel. Na opname van de gemeente Vlak na Jezus terugkomst, aan het begin van het duizendjarige vrederijk Na het duizendjarige vrederijk, vlak voor de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Waar spreekt Jezus het oordeel uit? Jezus spreekt het oordeel uit vanaf zijn rechterstoel in de hemelse gewesten. Jezus spreekt het oordeel uit op aarde, vanaf de troon van David. Jezus spreekt het oordeel uit vanaf een grote witte troon.
Waarom vindt het oordeel plaats? Vaststellen van loon Vaststellen toegang tot het duizendjarige vrederijk Vaststellen of iemand de straf van de hel verdiend heeft
Waar kijkt Jezus  tijdens het oordeel naar? De werken van de gelovigen Hoe de mensen zijn omgegaan met de Joden die tijdens de grote verdrukking vervolgd werden door de antichrist. Naar hun werken (de boeken) en of ze in Jezus hebben geloofd (het boek des levens).
Uitkomst van het oordeel De een zal meer loon ontvangen dan de ander De gelovigen mogen het duizendjarige vrederijk binnen gaan, de ongelovigen worden gedood. De ongelovigen worden in de hel geworpen

 

Verschillen tussen het oordeel over de volken en het laatste oordeel

Het laatste oordeel wordt beschreven in Openbaringen 20:11-15. Het oordeel over de volken wordt beschreven in Mattheus 25:31-46. Wanneer je deze bijbelgedeelten nauwkeurig met elkaar vergelijkt, wordt duidelijk dat het om twee verschillende oordelen gaat.

In beide gevallen is Jezus de rechter, maar daar houden de overeenkomsten op. Het belangrijkste verschil is dat er tijdens het laatste oordeel alleen maar ongelovigen voor de troon van Jezus staan. Dit kunnen we afleiden uit Openbaring 20:5,6. Tijdens het oordeel over de volken, dat in Mattheüs 25:31-46 beschreven wordt, is dat niet het geval. Er zullen tijdens dit oordeel zowel gelovigen (schapen) als ongelovigen (bokken) voor de troon van Jezus staan. Ook verloopt het oordeel van Jezus in beide gevallen heel anders. Tijdens het laatste oordeel stelt Jezus vast dat de ongelovigen de eeuwige straf verdiend hebben. Dit gebeurt op basis van boeken waarin al hun werken beschreven zijn, en op basis van het boek des levens waarin hun namen ontbreken (Openbaring 20:12-15). Tijdens het oordeel over de volken stelt Jezus vast wie zijn koninkrijk binnen mogen gaan en wie niet. Om vast te stellen wie binnen mogen gaan kijkt Jezus alleen naar hoe zij omgegaan zijn met de Joden (Mattheus 25:32-46).

Uit de woorden van Jezus blijkt dat het oordeel over de volken meteen na zijn terugkomst plaats vindt: “Wanneer dan de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. En voor Hem zullen al de volken bijeengebracht worden…” (Matheüs 25:31,32). Het laatste oordeel volgt niet onmiddellijk na de terugkomst van Jezus. Het laatste oordeel vindt pas plaats na het duizendjarige vrederijk (Openbaring 19:11-20:15). Tussen het oordeel over de volken en het laatste oordeel zit dus een periode van duizend jaar.

Verschillen tussen het oordeel over de werken van de gelovigen en het laatste oordeel.

 Op het moment dat het laatste oordeel begint heeft het oordeel over de werken van de gelovigen al plaats gevonden. Het oordeel over de werken van de gelovigen vindt waarschijnlijk direct plaats na de opname. Het heeft in ieder geval plaats gevonden voor het duizendjarige vrederijk begint.[7]

Tijdens het laatste oordeel zullen alleen de doden voor Jezus staan. Met de doden worden de ongelovigen van alle eeuwen bedoeld. Er zullen geen gelovigen aanwezig zijn. [8]

Het laatste oordeel gaat over straf. Het oordeel over de werken van de gelovigen gaat over loon, beloning.

Tijdens het laatste oordeel wordt vast gesteld dat de ongelovigen de straf van de hel verdiend hebben. Tijdens het oordeel over de werken van de gelovigen wordt bepaald hoeveel loon iemand verdiend heeft. Het oordeel over de werken van de gelovigen heeft dus niets te maken met straf.

 

Toetsvragen
1. Wat zijn de belangrijkste oordelen uit de Bijbel?
2. Wie is bij deze oordelen de rechter?
3. Waarom vindt het oordeel over de werken van de gelovigen plaats?
4. Wanneer vindt het oordeel over der werken van de gelovigen plaats?
5. Leg uit waarom dit oordeel niets met ons behoud te maken heeft.
6. Leg uit wat de verschillen zijn tussen het oordeel over de werken van de gelovigen en het laatste oordeel.
7. Wat is het oordeel over de volken?
8. Wanneer vindt dit oordeel plaats?
9. Leg uit waarom het oordeel over de volken niet hetzelfde is als het laatste oordeel.
10. Wie staan er voor Jezus tijdens het laatste oordeel?

 

[1] Ieder mens zal voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen (2 Korinthe 5:10). Zowel de gelovigen als de ongelovigen. Wij, als christenen, zullen gelijk na de opname voor de rechterstoel van Jezus verschijnen. Op dat moment worden onze werken beoordeeld. De ongelovigen zullen pas later voor Jezus verschijnen. Zij zullen vlak na het duizendjarige vrederijk, tijdens het laatste oordeel voor de rechterstoel van Christus staan. In hun geval zal dat zijn om vast te stellen dat ze het oordeel van de hel verdiend hebben.

[2] Zie de Bijbelstudie 35 “Wat moet ik doen om zalig te worden?”, Bijbelstudie 36 “Het behoud is alleen door het geloof” en Bijbelstudie 40 “De rechtvaardiging door het geloof”.

[3] Zie Bijbelstudies 74A en 74B over het duizendjarig vrederijk

[4] De antichrist vervolgt alle gelovigen, zowel de gelovige Israëlieten als de gelovigen uit de heidenvolken.  Hij richt zich echter in het speciaal op het volk Israël. Zie Openbaring 12:13-18. Helaas kunnen wij dit bijbelgedeelte hier niet bespreken. Voor een goede bespreking van dit bijbelgedeelte zie het boek “The revelation of Jesus Christ” van John. F. Walvoord. Zie ook Daniel 8:23-25

[5] Net zoals in deze tijd liefde voor je medechristenen het bewijs is van een waarachtig geloof in God. Zie 1 Johannes 2:7-11 en 3:10-17. Vergelijk Mattheüs 25:44 met 1 Timotheüs 1:15-18, Filippenzen 2:25-30. Epafroditus en Onesiforus dienden Paulus die in gevangenschap was vanwege zijn geloof.

[6] Zie de chronologie van de gebeurtenissen in hoofdstuk 20 en 21 van het boek Openbaring. In Openbaring 20:1-10 wordt een beschrijving gegeven van het duizendjarige vrederijk. In Openbaring 20:11-15 wordt het laatste oordeel beschreven. In Openbaring 21:1-22:5 wordt een beschrijving gegeven van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

[7] Het oordeel over de werken van de gelovigen moet  in ieder geval plaats vinden voordat het duizendjarige rijk begint. Want het loon dat we ontvangen heeft te maken met de grote van het erfdeel  en de positie die we in dit koninkrijk zullen hebben. Zie Lukas 19:11-27 en  2 Petrus 1:10,11.

[8]Met, ‘de doden’, kunnen geen gelovigen bedoeld worden. Zij zijn al lang voor dat het laatste oordeel begint uit de dood opgestaan. De opstanding waar de gelovigen deel aan hebben, is de opstanding ten leven. De opstanding waar de ongelovigen deel aan hebben is de opstanding ter verdoemenis. De ongelovigen staan wel op uit de dood, maar zullen vlak daarna in de hel worden geworpen. De hel is de tweede dood. Zij worden daarom in deze verzen zeer toepasselijk als doden omschreven. De omschrijving, “doden”, is niet gepast voor de gelovigen, zij hebben tegen die tijd allemaal al deel gekregen aan de opstanding ten leven. Voor een bespreking van de verschillende opstandingen zie bijbelstudie 72.

.