Het duizendjarig rijk de Bijbelse basis – deel III

In deze Bijbelstudie gaan we door met de bespreking van de Bijbelse basis van het duizendjarig rijk en met de beantwoording van de tegenwerpingen.

 1. De leer van het duizendjarige vrederijk is gebaseerd op Openbaring 20:1-10

 Openbaring 20:1-10 sluit aan bij de profetieën uit het Oude Testament over het komende vrederijk. In die profetieën had God al veel informatie over het vrederijk gegeven. In Openbaring 20:1-10 voegt God een aantal belangrijke gegevens aan onze kennis toe. Bijvoorbeeld over de duur van het vrederijk.

We zullen eerst op een rij zetten wat Openbaring 20:1-10 leert over het duizendjarige vrederijk. Daarna worden de tegenargumenten besproken.

2. Wat Openbaring 20:1-10 ons leert over het duizendjarige vrederijk

 Het vrederijk wordt opgericht na de terugkomst van Jezus

 Het duizendjarige vrederijk wordt opgericht na de terugkomst van Jezus. Dat zien we als we letten op de chronologie van het boek Openbaring. In Openbaring 6 tot en met 18 wordt de grote verdrukking beschreven, daarna volgt in Openbaring 19:11-21 de wederkomst van Christus. Vervolgens wordt in Openbaring 20:1-10 de oprichting van het duizendjarige vrederijk beschreven. Na het duizendjarige vrederijk vindt het laatste oordeel plaats en begint de eeuwigheid op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openbaring 20:11-22:5).

Het vrederijk zal duizend jaar duren

 In Openbaringen 20:1-10 lezen we dat het vrederijk duizend jaar zal duren. In deze tien verzen wordt dit feit zes keer genoemd.

“En hij greep…de satan…en bond hem voor duizend jaar.” (20:2)

“..opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn…”(20:3)

“…En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.”(20:4)

“Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren…”(20:5)

“…en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.”(20:6)

“En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten.” (20:7)

Sommige christenen vatten dit getal symbolisch op. Duizend jaar zou dan symbool staan voor een hele lange tijd. Daar is echter in het Bijbelgedeelte geen enkele aanleiding voor te vinden. Het gaat hier om duizend letterlijke jaren.[1]

 Het duizendjarige vrederijk is de eerste fase van Jezus eeuwigdurende regering

 Johannes maakt in Openbaringen 20 en 21 een duidelijk onderscheid tussen het duizendjarige vrederijk en de eeuwigheid op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. De regering van Christus kent twee fasen. De eerste fase is hier op aarde en duurt duizend jaar. De tweede fase is op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en zal geen einde kennen.

Dit onderscheid wordt door de oudtestamentische profeten nog niet duidelijk gemaakt. Zij spreken soms in één adem over het duizendjarige vrederijk en de eeuwigheid die daarop volgt. Zie punt drie van Bijbelstudie 75A over de Bijbelse basis voor het duizendjarige vrederijk.

 Tijdens het duizendjarige vrederijk zal de satan gebonden zijn

  •  “En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.” (Openbaring 20:1-3)

 De satan zal aan het begin van het duizendjarige vrederijk gebonden worden. Vervolgens zal hij opgesloten worden in de afgrond. Als gevolg daarvan zal de satan niet meer in staat zijn om de volken te verleiden tot opstand tegen God. God bindt de satan niet alleen, hij sluit hem ook op in de afgrond en verzegeld die boven hem. Het is voor de satan tijdens het duizendjarige vrederijk daarom absoluut onmogelijk om zelfs maar de meest onbetekenende invloed uit te oefenen op mensen.

Op dit moment is de satan nog niet gebonden. Hij is in deze tijd dan ook druk bezig om de volken te verleiden. Satan is de god van deze tijd (2 Korinthe 4:4). Hij heeft heel de wereld in zijn greep (1 Johannes 5:19). Hij en zijn engelen zijn de wereldbeheersers van dit tijdperk (Efeze 6:12). Deze macht is onrechtmatig, want zij komt alleen God toe. God staat dit tot op zekere hoogte toe vanwege de zonde van de mens. De satan is in deze tijd zeer actief. De Bijbel zegt bijvoorbeeld dat de satan rond gaat als een brullende leeuw op zoek naar wie hij kan verslinden (1 Petrus 5:8). En dat hij de ongelovigen met blindheid slaat (2 Korinthe 4:4). Tijdens het duizendjarige vrederijk zal hij dit niet kunnen doen.[2]

Aan het eind van het vrederijk vindt de laatste grote opstand van de mens tegen God plaats.

 Aan het eind van het vrederijk wordt de satan een korte tijd losgelaten. Nadat de satan losgelaten is vindt de laatste grote opstand van de mensheid tegen God plaats.

  •  “En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten…En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.” (Openbaring 20:3-10)

Aan het eind van het duizend jarige vrederijk zal de satan voor korte tijd uit zijn gevangenis worden losgelaten. De satan gaat direct weer aan het werk. Opnieuw verleidt hij de volken om in opstand te komen tegen God. Het lukt de satan om een grote schare mensen over te halen zich tegen God te keren. Maar het  succes van de satan is slechts van korte duur. Het enorme leger dat tegen Jeruzalem optrekt, wordt door vuur verslonden. En satan wordt in de poel van vuur en zwavel geworpen.

Uit deze verzen kunnen we leren dat het duizendjarig vrederijk nog niet de volmaaktheid is. Er is in het duizend jarige vrederijk nog steeds zonde en ongeloof.[3] Opstand tegen God zal echter niet getolereerd worden.[4] Daarom zullen veel mensen zich gedurende het duizend jarige vrederijk uiterlijk aan Jezus onderwerpen. Aan het eind van het duizend jarige vrederijk zal openbaar worden wie zich werkelijk aan Jezus onderworpen hebben en wie niet. De satan zal losgelaten worden om de mensheid nog eenmaal op de proef te stellen. Dan zal blijken dat er ondanks de rechtvaardige regering van Jezus nog heel wat mensen zijn die zich niet werkelijk aan Hem onderworpen hebben.

 Er zullen twee opstandingen zijn

  • “En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aangebeden, die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren duizend jaar lang.” (Openbaring 20:4-6)

Volgens dit Bijbelgedeelte zullen er twee opstandingen zijn. Deze twee opstandingen zijn gescheiden door duizend jaar. De eerste opstanding vindt plaats vlak voor het duizendjarige vrederijk.[5] Aan deze opstanding hebben alleen gelovigen deel. De tweede opstanding vindt plaats na het duizendjarige vrederijk. Tijdens deze opstanding zullen de overige doden opstaan. Met de overige doden worden de ongelovigen bedoeld. Voor meer uitleg over de verschillende opstandingen, zie  Bijbelstudie 72 over de opstanding.

3. Bezwaren tegen de letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-10

Door sommige christenen worden een aantal argumenten aangevoerd tegen een letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-10. Die worden hieronder besproken.

+ Openbaring 20:1-10 moet niet letterlijk opgevat worden, want het staat in een moeilijk te doorgronden boek.

Het bezwaar

Dit Bijbelgedeelte staat in een boek vol met moeilijk te doorgronden symboliek. Een leerstelling kun je niet bouwen op één obscuur Bijbelgedeelte.

Dit bezwaar veronderstelt drie dingen. Het eerste is dat de leer over een letterlijk duizendjarig rijk alleen gebaseerd is op Openbaring 20:1-10. Het tweede is dat het Bijbelgedeelte moeilijk te begrijpen is en het derde dat heel het boek Openbaring moeilijk te begrijpen is.

Weerlegging

 Alle drie de veronderstelling zijn onjuist. De leer over een letterlijk duizendjarig rijk is niet alleen gebaseerd op Openbaring 20:1-10. De leer rust op drie pijlers. Naast Openbaring 20:1-10 is de leer ook gebaseerd op vele oudtestamentische profetieën en op het onderwijs van Jezus en de apostelen[6]. Ook is Openbaring 20:1-10 helemaal geen moeilijk te doorgronden Bijbelgedeelte. Het is alleen moeilijk te doorgronden wanneer je het niet op de normale, letterlijke manier wilt lezen. Ook het boek Openbaring in zijn geheel is niet moeilijk te begrijpen, wanneer je het leest in het licht van de oudtestamentische profetie. Er zijn wel enkele gedeelten in het boek Openbaring waarvan de symboliek niet gemakkelijk te begrijpen is, maar Openbaring 20:1-10 valt daar niet onder.

 + Een letterlijke interpretatie van Openbaringen 20:1-10 is in strijd met de rest van de Bijbel

 Uit de rest van de Bijbel zou blijken dat de eeuwigheid op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde direct begint na de wederkomst van Jezus. Tussen het moment dat Jezus terugkomt en het begin van de eeuwigheid zit niet zoiets als een duizend jaar durend vrederijk.

Om deze stelling te onderbouwen worden verschillende argumenten gebruikt. We zullen er vijf bekijken.

Argument 1: We leven volgens de Bijbel op dit moment in het laatste der dagen. Dat sluit een duizend jaar durend vrederijk uit.

De periode waarin wij op dit moment leven wordt in de Bijbel op verschillende plaatsen beschreven als het laatste der dagen (Hebreeën 1:1,2; 9:26; Handelingen 2:16,17; 1 Petrus 1:20). Het, “laatste der dagen”, is volgens deze Bijbelgedeelten begonnen met de eerste komst van Jezus en duurt tot op heden voort. We leven dus volgens de Bijbel op dit moment al tweeduizend jaar lang in het einde der tijden!

Het is waar dat wij op dit moment leven in de periode van de geschiedenis die de Bijbel “het laatste der dagen”, en “de laatste ure” noemt. Maar daaruit kunnen we niet concluderen dat de Bijbel het duizend jaar durende vrederijk niet kent. Het feit dat wij op dit moment in de laatste dagen verkeren, sluit niet uit dat er na Jezus terugkomst nog een duizend jaar durend vrederijk op deze aarde zal zijn. Als we aannemen dat het laatste der dagen eindigt met de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, maakt het duizendjarige vrederijk blijkbaar ook deel uit van het laatste der dagen. Net zoals de afgelopen tweeduizend jaar daar deel van uit maken.

Argument 2: De Bijbel spreekt slechts over twee ‘eeuwen’.

De Bijbel spreekt op een aantal plaatsen over, “deze eeuw”, en over “de komende eeuw”. (Mattheus 12:32; Marcus 10:30; Lucas 18:30; 20:34,35; Efeze 1:21;).[7] Er wordt in deze Bijbelgedeelten niets gezegd over een tussenliggende periode.

Met de uitdrukking, “de komende eeuw”, wordt de eeuwigheid bedoeld. Met de uitdrukking, “deze eeuw”, wordt alles wat aan de eeuwigheid vooraf gaat bedoeld. Blijkbaar wordt het duizendjarige vrederijk in deze Bijbelgedeelten niet als een aparte eeuw gezien, maar als een onderdeel van, “de tegenwoordige eeuw”. De tegenwoordige eeuw bestaat dan in deze Bijbelgedeelten uit: de huidige periode van de gemeente, de grote verdrukking en het duizendjarige vrederijk.

Argument 3: De Bijbel geeft aan dat er slechts één opstanding zal zijn

Een letterlijke opvatting van Openbaring 20:1-10 leidt onvermijdelijk tot de leer dat er twee opstandingen zijn, gescheiden door het duizendjarige vrederijk.  Maar, zo stelt men, de Bijbel zegt nadrukkelijk dat er slecht één opstanding is. Vaak wordt verwezen naar Daniel 12:2; Johannes 5:28,29 en Handelingen 24:15.

In deze Bijbelgedeelten wordt de opstanding van de rechtvaardigen en de opstanding van de goddelozen in één adem genoemd. Daaruit wordt vervolgens geconcludeerd dat de opstanding van deze twee groepen mensen op één en hetzelfde moment plaats vindt. Dat lijkt een logische conclusie. Maar toch klopt deze redenering niet. In de profetie gebeurt het namelijk wel vaker dat dingen die ver uit elkaar liggen vlak naast elkaar gezet worden. Het bekendste voorbeeld zijn de profetieën over de komst van de Messias. Tussen Jezus eerste en tweede komst zit nu al meer dan tweeduizend jaar. Deze profetieën slaan dit gat, dat tussen de eerste en tweede komst van Jezus zit, echter helemaal over. Zie bijvoorbeeld Jesaja 9:5,6; Micha 5:1-3 Zacharia 9:9,10. Deze Bijbelgedeelten spreken over de gebeurtenissen van Jezus eerste en tweede komst alsof het maar één komst betreft. Hoe weten we dan dat er toch twee komsten zullen zijn? Dat weten we omdat het Nieuwe Testament dit aangeeft. Hetzelfde geldt ook in dit geval. Hoe weten we dat er duizend jaar zit tussen de opstanding van de rechtvaardigen en de opstanding van de goddelozen? Dat weten we omdat de Bijbel dat in Openbaringen 20:1-10 aangeeft. Net zoals in het Nieuwe Testament duidelijk aangegeven wordt dat Jezus niet slechts één keer komt, maar twee keer. Hier zien we hoe belangrijk het is om bij de uitleg van de Bijbel Schrift met Schrift te vergelijken.[8] Dat geldt in het bijzonder voor het bestuderen van de eindtijd. We krijgen daar pas een helder beeld van als we alles wat de Bijbel over deze periode te zeggen heeft op een rij zetten. Negeren we een Bijbelgedeelte, dan hebben we een incompleet beeld van de eindtijd.

 Argument 4: De terugkomst van Jezus vindt plaats tijdens de dag des Heeren 

Volgens 2 Petrus 3 gaat de dag des Heren direct vooraf aan het begin van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daaruit concluderen sommige christenen dat tussen de terugkomst van Jezus en de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde er geen duizendjarig vrederijk zal zijn.

Ook deze redenering klopt niet. Met de uitdrukking, ‘de dag des Heren’, worden de oordelen van God in de eindtijd aangeduid. Zowel de oordelen die voor het duizendjarige vrederijk, als die na het duizend jarige vrederijk plaats vinden. In dit Bijbelgedeelte is de aandacht gericht op de oordelen die na het duizendjarige vrederijk plaats zullen vinden. In andere Bijbelgedeelten zoals Openbaringen 6:12-17 is de aandacht gevestigd op de oordelen die voor het duizendjarig vrederijk plaats zullen vinden.[9]

Argument 5: De regering van Jezus duurt geen duizend jaar maar is zonder einde.

Deze tegenwerping is eenvoudig te weerleggen. Jezus regering houdt na het duizendjarige vrederijk niet op. De regering van Jezus wordt tot in alle eeuwigheden voortgezet op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Een duizendjarige regering van Jezus op deze aarde is dus eenvoudig in overeenstemming te brengen met teksten die zeggen dat Jezus voor eeuwig zal regeren (Daniel 7:13,14). Het duizendjarige vrederijk is slechts de eerste fase van de eeuwigdurende heerschappij van Christus.

Zie ook de inleiding van Bijbelstudie 74A.

Conclusie

Er is geen enkele reden om Openbaringen 20:1-10 niet op de normale, letterlijke manier uit te leggen. De tegenwerpingen die hierboven besproken zijn, zijn niet overtuigend. Bovendien zijn er de talloze profetieën uit het Oude Testament over het komende vrederijk. Ook het onderwijs van Jezus ondersteunt de normale, letterlijke interpretatie van Openbaring 20:1-10.

Openbaringen 20:1-10 is niet in strijd met de rest van de Bijbel. In tegendeel de letterlijke interpretatie van dit Bijbelgedeelte past juist heel goed in de rest van de Bijbel. Openbaringen 20:1-10 vult het beeld dat de oudtestamentische profeten van het vrederijk schetsten aan.

Toetsvragen

1.Welk Bijbelgedeelte uit het boek Openbaring gaat over het vrederijk?
2. Hoe lang zal het vrederijk volgens dit Bijbelgedeelte duren?
3. Noem drie andere Bijbelgedeelten die over het vrederijk gaan.
4. Geef de chronologie van het boek Openbaring weer.
5. Leg uit waarom de satan tijdens het vrederijk de mensen niet meer kan verleiden tot opstand tegen God.
6. Leg aan de hand van 1 Petrus 5:8 en 2 Korinthe 4:4 uit dat wij op dit moment nog niet in het duizendjarige vrederijk leven.
7. Welke gebeurtenis vindt er aan het eind van het duizendjarige vrederijk plaats?
8. Hoeveel jaar zit er volgens Openbaring 20:1-10 tussen de eerste en de tweede opstanding?
9. Leg uit waarom Bijbelgedeelten zoals Daniel 12:2; Johannes 5:28,29 en Handelingen 24:15 niet in strijd zijn met Openbaring 20:1-10.

 

[1] Bij de schriftuitleg moeten we de volgende regel hanteren: we vatten alles letterlijk op tenzij er sterke aanwijzingen zijn dat het figuurlijk bedoeld is. Aanwijzingen vanuit het gedeelte zelf of vanuit de rest van de Bijbel. In dit geval zijn deze aanwijzingen er niet. Het gaat hier dus om een periode van duizend letterlijke jaren.

[2] Volgens sommige christen zouden wij op dit moment al in het vrederijk leven. Uit dit Bijbelgedeelte blijkt dat dit niet zo is. Want op dit moment is de satan nog niet gebonden. Hij is juist zeer actief.

[3] Aan het begin van het duizendjarige vrederijk zullen er geen ongelovigen meer op aarde zijn. Alle ongelovigen zijn tijdens het oordeel over de volken van de aarde verwijderd. De gelovigen die het duizend jarige vrederijk binnen gaan zullen kinderen krijgen. En hun kinderen zullen ook weer kinderen krijgen enzovoort. Onder de mensen die in het duizendjarige vrederijk geboren worden, zullen veel mensen zijn die zich slechts uiterlijk aan Jezus onderwerpen. Hun ongeloof zal zich echter pas ten volle openbaren op het moment dat de satan voor korte tijd losgelaten wordt. Zie verder punt één van Bijbelstudie 74A over het duizendjarige vrederijk. En Bijbelstudie 77 over de oordelen.

[4] Zie bijvoorbeeld Jesaja 60:12 en Zacharia 14:16-18.

[5] Volgens sommigen is de eerste opstanding geen letterlijke opstanding uit de dood, zoals de tweede opstanding. Met de eerste opstanding zou de wedergeboorte bedoeld worden, of de verhuizing van de ziel op het moment van sterven. Deze opvatting is nergens op gebaseerd. De eerste opstanding is net als de tweede opstanding een letterlijke opstanding uit de dood. Tijdens de tweede opstanding zal de geest van de ongelovige doden verenigd worden met hun lichaam. Op dezelfde wijze wordt tijdens de eerste opstanding de geest van de gelovige doden verenigd met het lichaam. Voor beide gebeurtenissen wordt exact dezelfde terminologie gebruikt. Beide gebeurtenissen worden een opstanding genoemd. En beide gebeurtenissen worden beschreven als, “levend worden”. Als de tweede opstanding een letterlijke opstanding uit de dood is, dan moet de eerste opstanding dat ook zijn.

[6] In deel I van deze serie Bijbelstudies over de Bijbelse basis van het duizendjarige vrederijk, zijn de oudtestamentische profetieën besproken. In deel II hebben we nagedacht over het onderwijs van Jezus en de apostelen over het vrederijk.

[7] Het Griekse woord aiôn kan zowel vertaald worden met wereld, als met eeuw.

[8] Voor een uitleg van dit principe, zie Bijbelstudie 48. In deze Bijbelstudie worden de regels voor de uitleg van de Bijbel besproken.

[9] Er is ook een andere verklaring mogelijk. In die verklaring wordt er vanuit gegaan dat het duizendjarig vrederijk ook onderdeel uitmaakt van de dag des Heren. De dag des Heren bestaat dan uit de oordelen van de grote verdrukking en het duizendjarige vrederijk. Voor een bespreking van de uitdrukking, “de dag des Heren”, zie ook voetnoot 159 van Bijbelstudie 70A.