De opname van de gemeente

Inleiding

 De Bijbel zegt dat Jezus de gelovigen op komt halen. Voordat de grote verdrukking begint zullen de gelovigen plotseling weggevoerd worden naar Jezus. Deze gebeurtenis wordt de opname genoemd.

In deze Bijbelstudie wordt uitgelegd wat de opname is. Ook zullen we in deze Bijbelstudie stilstaan bij de vraag wie er opgenomen worden. Tot slot zullen we stil staan bij het oordeel over de werken van de gelovigen. Dit zal vlak na de opname plaats vinden. In de volgende Bijbelstudie wordt uitgelegd wanneer de opname plaats zal vinden.

1. Wat is de opname?

  • “Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. ” (1 Tessalonicenzen 4:15-17)

 Voordat de grote verdrukking begint komt Jezus terug om Zijn gemeente op te halen.[1] Jezus komt zowel de overleden gelovigen, “de doden die in Christus zijn”, als de op dat moment levende gelovigen, “wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere”, ophalen. Beiden zullen op dat moment een verheerlijkt lichaam ontvangen. “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam.”[2] (Filippenzen 3:20,21) Deze gebeurtenis wordt de opname genoemd, omdat de gelovigen, “opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht.” Na deze ontmoeting met Jezus in de lucht zullen we door Hem naar het huis van de Vader gebracht worden. “In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” (Johannes 14:2,3) Daar zullen we zijn tot het moment dat we met Jezus naar de aarde terug keren.

Niet alle gelovigen zullen dus sterven. “Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen… niet allen ontslapen…” (1 Korinthe 15:51) De gelovigen die op het moment van de opname op aarde zijn, zullen nooit sterven. Net zoals Henoch en Elia, die ook nooit gestorven zijn (Genesis 5:24; 2 Koningen 2:11). Deze gelovigen krijgen terwijl ze nog leven een verheerlijkt lichaam. De overige gelovigen zullen wel sterven. Zij zullen op het moment van de opname uit de dood opstaan. Op dat moment ontvangen ook zij een verheerlijkt lichaam.

De volgorde van de gebeurtenissen tijdens de opname is als volgt:

(1)Er zal geroep klinken en bazuingeschal.

Dit is het signaal voor Jezus om neer te dalen uit de hemel om zijn gemeente op te halen.

(2)Jezus zal neerdalen uit de hemel in de lucht.

(3)De overleden gelovigen zullen uit de dood opstaan en een verheerlijkt lichaam ontvangen.

(4)De gelovigen, die op dat moment op aarde zijn, zullen veranderd worden. Ook zij ontvangen een verheerlijkt lichaam.

(5)Zowel de overleden gelovigen als de levende gelovigen zullen Jezus ontmoeten in de lucht.

(6)Jezus zal alle gelovigen meenemen naar het huis van de Vader.

2. Een ondeelbaar ogenblik

In het vorige punt zagen we dat er tijdens de opname heel veel gebeurt. Toch zal deze gebeurtenis in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, plaats vinden. Voordat je met je ogen kunt knipperen is de opname al weer voorbij.

  • “Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.” (1 Korinthe 15:51,52)

 De mensen die op aarde achterblijven, zullen hier ongetwijfeld verbaasd over zijn. Plotseling is een grote groep mensen verdwenen. “Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.” (Mattheus 24:40,41) Het ene ogenblik zit je met je onbekeerde collega’s op kantoor. En het volgende ogenblik ben je weg en zien ze je niet meer!

3. Wie worden er opgenomen?

  •  ” Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.” (1 Korinthe 15:51,52)

 Alle christenen zullen opgenomen worden, niemand uitgezonderd. Paulus zegt: “wij zullen allen veranderd worden”. De opname is dus niet afhankelijk van de graad van heiligheid die je bereikt hebt. Of van de mate waarin je hier op aarde God getrouw dient. Het hangt ook niet af van de volkomenheid van je toewijding.  Jezus zal iedereen meenemen, niemand wordt achtergelaten. In de gemeente van Korinthe was veel mis. Paulus noemt de Korinthiers vleselijke christenen (1 Korinthe 3:1-3). De Korinthiers waren wel gered, maar aan hun heiliging ontbrak nog veel. Toch zegt Paulus tegen deze christenen: “wij zullen allen veranderd worden”. [3]

4. Wat gebeurt er na de opname?

 Nadat we Jezus ontmoet hebben in de lucht, zal Hij ons naar het huis van Zijn Vader brengen. Daar zullen we zijn tot het moment dat we met Hem naar de aarde terug keren (1 Thessalonicenzen 3:13; Openbaring 19:14). Tijdens dit verblijf in het huis van de Vader zal het oordeel over onze werken plaats vinden.

  • “En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.” (Openbaring 22:12)
  • “Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. Oordeel daarom niets voor de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen.” (1 Korinthe 4:4,5)

 Vlak nadat Jezus ons naar het huis van Zijn Vader gebracht heeft moeten wij voor Hem verschijnen. Op dat moment zal Hij ons leven beoordelen. Voor al het goede dat we gedaan hebben zullen we loon ontvangen: “U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal krijgen…” (Efeze 6:8).

Bij iedere gelovige zal wel iets goeds gevonden worden. Want in 1 Korinthe 4:5 staat: “dan zal ieder van God lof ontvangen”. Maar bij de één zal meer goeds gevonden worden dan bij de ander. Onder het goeds waar in Efeze 6:8 over gesproken wordt, vallen heel veel dingen. Hier valt in ieder geval alles onder wat God ons in zijn Woord opdraagt. Lees bijvoorbeeld Romeinen 12:9-21 of 1 Timotheus 5:9,10.

Dit oordeel over de werken van de gelovigen moet niet verward worden met het laatste oordeel. Het laatste oordeel zal plaats vinden na het duizendjarige vrederijk. Het oordeel over de werken van de gelovigen zal voor het duizendjarige vrederijk plaats vinden, vlak na de opname. Tijdens het laatste oordeel wordt vastgesteld dat de ongelovigen de straf van de hel verdiend hebben. Tijdens het oordeel over de werken van de gelovigen, stelt Jezus vast welk loon wij verdiend hebben. Het oordeel over de werken heeft dus niets te maken met straf, het heeft te maken met beloning.

Het oordeel over onze werken verandert niets aan ons behoud. “Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, Hijzelf echter zal behouden worden…” (1 Korinthe 3:15) In dit Bijbelvers spreekt Paulus over christenen die zich hier op aarde met dode werken hebben bezig gehouden. Wanneer zij voor Jezus moeten verschijnen om verantwoording af te leggen van hun leven op aarde zal daar niets van over blijven. Ze zijn behouden, maar ze zullen maar weinig loon ontvangen.

Over het verschil tussen het oordeel over de werken van de gelovigen en het laatste oordeel zie Bijbelstudie 77over de verschillende oordelen.

Toetsvragen
1. Wat is de opname?
2. Wat gebeurt er allemaal tijdens de opname?
3. Hoeveel tijd neemt deze gebeurtenis in beslag?
4. Bewijs aan de hand van 1 Korinthe 15:50-52 dat er geen gelovigen worden achtergelaten?
5. Op welk moment ontvangen wij een nieuw lichaam?
6. Welke groep gelovigen zal nooit sterven?
7. Welke gebeurtenis vindt er plaats na de opname in de hemel?
8. Noem vijf dingen waar Jezus ons voor zal belonen?
9. Leg uit dat het oordeel over de werken van de gelovigen niets met hun behoud te maken heeft.
10. Leg uit waarom het oordeel over de werken van de gelovigen niet hetzelfde is als het laatste oordeel.

 

[1] Voor een bespreking van de grote verdrukking zie Bijbelstudies 70A en 70B

[2] Voor een bespreking van het opstandingslichaam, zie punt twee van Bijbelstudie 72 over de opstanding.

[3] Sommige christenen geloven dat niet iedereen mee zal gaan met de opname. Deze opvatting wordt de gedeeltelijke opname genoemd. Een deel van de gelovigen zal volgens hen achterblijven. Alleen de gelovigen die er klaar voor zijn zullen meegaan. Of je klaar bent om mee te gaan met de opname hangt van de toestand van je geestelijk leven af. Alleen gelovigen die toegewijd zijn en ijverig bezig zijn om God te dienen zullen mee gaan met de opname. Dit baseren zij op Bijbelgedeelten zoals  Mattheus 25:1-30, Openbaring 3:10 en 1 Thessalonicenzen 1:10. Volgens de aanhangers van de gedeeltelijke opname zijn er twee groepen christenen, zij die waakzaam zijn en zij die niet waakzaam zijn, zij die Jezus verwachten en zij die Jezus niet verwachten. De ene groep zal opgenomen worden, terwijl de andere groep achtergelaten wordt. Of je opgenomen wordt, hangt volgens hen af van de vraag of je waakzaam bent en Hem verwacht. Volgens hen maken Bijbelgedeelten zoals Mattheus 25:1-30, Openbaring 3:10 en 1 Thessalonicenzen 1:10 onderscheid tussen geestelijke en vleselijke gelovigen. Dat is echter niet het geval. In Mattheus 25:1-30 wordt onderscheid gemaakt tussen ware en valse gelovigen. De wijze maagden zijn ware gelovigen en de dwaze maagden zijn valse gelovigen. De trouwe slaven zijn ware gelovigen en de slechte luie slaaf is een valse gelovige. Dat de slechte luie slaaf een valse gelovige is, blijkt uit het feit dat Hij in de buitenste duisternis geworpen wordt, waar geween en tandengeknars is (Mattheus 25:30). De slechte luie slaaf wordt dus in de hel geworpen. Openbaring 3:10 en  1 Thessalonicenzen 1:10 maken onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen. Van iedere gelovige kan gezegd worden dat Hij Jezus terugkomst verwacht. Van ongelovigen kan dat niet gezegd worden. Zij geloven niet in de terugkomst van Jezus, en daarom verwachten ze de terugkomst van Jezus ook niet.