Wat is de gemeente? Deel I: de wereldwijde gemeente

Inleiding

 Dit is de eerste Bijbelstudie van de serie Bijbelstudies over de gemeente. In deze en in de volgende Bijbelstudie zullen we stil staan bij de volgende vraag: Wat is de gemeente?

 

De Bijbel spreekt de ene keer over de gemeente (in het enkelvoud) en de andere keer over gemeenten (in het meervoud). Soms lijkt het alsof er maar één gemeente is, dan wordt er weer over meerdere gemeenten gesproken. Dat komt omdat het woord gemeente in de Bijbel op twee manieren wordt gebruikt. Soms wordt er de ene wereldwijde gemeente mee bedoeld en soms de vele plaatselijke gemeenten.

De ene gemeente, is de wereldwijde gemeente, waar iedere christen door de wedergeboorte lid van is. Alle christenen samen, vormen het lichaam van Christus (1 Korinthe 12:13).

De Bijbel spreekt ook over gemeenten, in het meervoud. Er worden bijvoorbeeld zeven gemeenten in Klein-Azië genoemd: “Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea.” (Openbaring 1:11). Zie ook Galaten 1:2; 1 Korinthe 16:19; enzovoort.

In deze Bijbelteksten wordt met gemeente de organisatie van een groep christenen in een bepaalde plaats bedoeld.

In Bijbelse tijden had elke stad of dorp een eigen plaatselijke gemeente. De Bijbel spreekt vaak over de gemeente van een bepaalde stad, bijvoorbeeld over “de gemeente van Jeruzalem” (Handelingen 11:22). Of over de gemeenten van een bepaalde streek, zoals de gemeenten van Judea en Galatië (Galaten 1:22; 1 Korinthiers 16:1).

In deze Bijbelstudie wordt de wereldwijde gemeente besproken. De volgende studie gaat over de plaatselijke gemeente.

1. De gemeente is het lichaam van Christus

  • “En Hij [Christus] is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente…” (Kolossenzen 1:18)
  • “…Zijn [Christus] lichaam, dat is de gemeente.” (Kolossenzen 1:24)

 Zie ook Efeze 1:22,23; 4:12; Romeinen 12:4,5 en 1 Korinthe 12:12,13,27.

In 1 Korinthe 12:12,13 wordt uitgelegd dat de vorming van het lichaam van Christus het werk van de Heilige Geest is.

  • Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.” (1 Korinthe 12:12,13)

Door de Heilige Geest is er een wonderlijke eenheid tussen Christus en de gelovigen tot stand gebracht. En daarmee ook tussen alle gelovigen onderling. Deze eenheid ontstond op de Pinksterdag, toen Jezus voor het eerst de Heilige Geest uitstortte over de gelovigen. Op dat moment ontstond het lichaam van Christus. Dat was het begin van de gemeente. Sinds die tijd ontvangt ieder die in Jezus gelooft de Heilige Geest en wordt hij of zij daardoor een onderdeel van het lichaam van Christus. [1]

De eenheid van het lichaam van Christus is een eenheid van leven. We delen allen in hetzelfde nieuwe leven dat wij van God hebben ontvangen. De Heilige Geest komt in je wonen: “wij allen zijn van één Geest doordrenkt” (1 Korinthe 12:13). Dat leven is in een ieder van ons en het verbindt ons met elkaar en met Christus ons hoofd. Net zoals de leden van ons lichaam één organisme vormen en allen deelhebben aan hetzelfde leven.

Wat houdt deze eenheid in?

In de eerste plaats is er de eenheid van elke gelovige met Christus. Dat wil zeggen dat  er contact, dat er gemeenschap is, met Christus. Door de Heilige Geest ervaren we deze gemeenschap. Door de Heilige Geest leidt Jezus ons en onderwijst Hij ons. Door de Heilige Geest die in ons woont waarschuwt, bemoedigt, en vertroost Hij ons en geeft Hij ons kracht, enzovoort.[2] Over deze gemeenschap spreekt Jezus in Johannes 14:15-31. Hij vergelijkt in deze verzen de eenheid tussen Hem en de gelovigen met de eenheid die er is tussen Hem en Zijn Vader. “Op die dag, zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u.” (Johannes 14:20) De dag waarover Jezus hier spreekt is de Pinksterdag. Dat was de dag waarop Jezus de Heilige Geest zond om in de harten van Zijn discipelen te wonen.

In de tweede plaats betekent het ook eenheid onder gelovigen. Het leven van Christus, dat in ons is, verbindt ons met elkaar. We worden allemaal aangestuurd door de ene Geest van God. We gaan ons bekommeren om onze medechristenen. We leven met elkaar mee. We beseffen dat we met elkaar samen moeten werken. We leren samen in eenparig gebed onze stem tot God te verheffen en Zijn leiding te zoeken. Enzovoort.

Deze eenheid wordt pas ten volle ervaren, als we vervuld zijn met de Heilige Geest. Want wanneer we vervuld zijn met Gods Geest kan Jezus ons beter leiden en heeft de Geest meer de ruimte om door ons heen te werken. [3]

Hoewel we allen, in het lichaam van Christus, deel hebben aan hetzelfde leven, hebben we niet allemaal dezelfde taak. Daar spreekt Paulus over in Romeinen 12:4: “Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.”  En in 1 Korinthe 12:12 zegt hij: “Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zij, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus.” Aan de ene kant verschillen we van elkaar, zoals de leden van ons lichaam ook allemaal van elkaar verschillen. Maar aan de andere kant zijn we ook allen één, want we maken allen deel uit van hetzelfde organisme, het lichaam van Christus. Aan de ene kant is er verschil in taak, omdat we verschillende geestesgaven hebben, maar aan de andere kant is er eenheid, omdat we allen hetzelfde leven hebben. [4]

2. De gemeente is ontstaan op de pinksterdag

  • “En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik [Jezus] mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” (Mattheus 16:18)

In Matheus 16:18 kondigt Jezus aan dat Hij zijn gemeente zal bouwen. Op dat moment was de gemeente nog iets toekomstigs. De gemeente was er nog niet.

Jezus begon met het bouwen van zijn gemeente op de Pinksterdag. Dat deed Jezus door de Heilige Geest uit te storten over zijn discipelen.

De gemeente is het lichaam van Christus. De vorming van de gemeente als lichaam van Christus, is het werk van de Heilige Geest. Door de doop met de Geest vormen alle gelovigen samen één lichaam. De doop met de Geest vond voor het eerst plaats op de Pinksterdag[5]. Voordat de Heilige Geest uitgestort werd op de Pinksterdag , was het lichaam van Christus, de gemeente, er dus nog niet.

3. De gemeente was in het Oude testament een geheimenis

  • “dat Hij mij [Paulus] door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft…dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoal het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het evangelie… ” (Efeze 3:3-6)

Paulus spreekt in dit vers over een geheimenis dat hem geopenbaard is. Iets wat God altijd al van plan was geweest om te doen, maar dat Hij tot op dat moment nog niet aan de mens bekend had gemaakt. “dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen”  (Efeze 3:5)Tot de tijd van Paulus, kende niemand dit geheimenis. Abraham en Isaak, Jesaja en Daniel, geen enkele oudtestamentische gelovige wist er iets van, totdat God het, na de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag, openbaarde aan Paulus en aan de andere apostelen. “…zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest” (Efeze 3:5)

Dit geheimenis van God is de gemeente. Gods plan was om heidenen en joden samen te voegen tot één lichaam in Christus.

Het was Gods plan om niet slechts Joden, maar ook heidenen door Zijn Geest te verenigen tot de gemeente. Joden en heidenen behoren samen tot hetzelfde lichaam. “namelijk dat de heidenen…tot hetzelfde lichaam behoren” (Efeze 3:6)

  • “Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was … , dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte, U had geen hoop en was zonder God in de wereld. Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. Want Hij is onze vrede, Die beiden [Joden en heidenen] één gemaakt heeft … opdat Hij die twee [Joden en heidenen] in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken, en opdat Hij die beiden [Joden en heidenen] in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. ” (Efeze 2:11-16)

4. De gemeente is niet Israël

De gemeente moet niet verward worden met Israël.

De verschillen tussen Israel en de gemeente zijn zo groot, dat duidelijk is dat het om twee verschillende groepen gaat. De gemeente is niet de voortzetting van Israel en de gemeente is ook niet in de plaats gekomen van Israel.

Een overzicht van de verschillen

Israël De gemeente
Vormt een natuurlijke eenheid. Het bestaat uit afstammelingen van Abraham, Isaak en Jakob. Ze vormen een etniciteit. De heidenvolken behoren niet tot het volk Israël Vormt een geestelijke eenheid. Bestaat uit gelovige Joden én heidenen. Tot de gemeente behoren mensen uit alle volken, stammen, natiën en talen (Efeze 2:14-16; 1 Korinthe 12:13; ).
De leden samen vormen geen geestelijke eenheid, zoals de gemeente. Alle leden vormen samen, door de inwoning van de Heilige Geest, het geestelijke lichaam van Christus (1 Korinthe 12:12,13).
Toetreding tot Israel is door natuurlijke geboorte en besnijdenis Toetreding tot de gemeente is door wedergeboorte.
Israel bestaat uit gelovigen en ongelovigen Het lichaam van Christus bestaat alleen uit gelovigen. In de plaatselijke gemeenten kunnen er wel ongelovigen zijn.[6]
De Heilige Geest kwam slechts over enkele Israëlieten[7] Ieder lid van de gemeente heeft de Heilige Geest[8]
 

 

De christenen worden geleid door Jezus  en hebben Jezus als hoofd (Kolossenzen 1:18; Efeze 1:22,23; 5:23)
Israel is gebouwd op het onderwijs van Mozes en de profeten van het oude testament De gemeente is gebouwd op het onderwijs van de apostelen en de nieuwtestamentische profeten (Efeze 2:19-22)[9]
Israël was grote delen van haar geschiedenis een staat, in het land Israël. De gemeente is geen volk met een eigen land en de gemeente is ook geen staat.
Israël onderhoudt de wet van Mozes. De gemeente onderhoudt de geboden van Jezus (Mattheus 28:19; Johannes 14:15,21; 15:9,10;  1 Korinthe 9:21; )
  Is in het Oude Testament een verborgenheid (Efeze 3:3-6)
Bestond al voor de Pinksterdag Bestond niet voor de Pinksterdag (Mattheus 16:18)

Toetsvragen

 

  1. Op welke twee manieren wordt er in de Bijbel over de gemeente gesproken?
  2. Wat bedoelen we als we spreken over de wereldwijde gemeente?
  3. Hoe werd de gemeente gevormd op de Pinksterdag? Leg uit aan de hand van 1 Korinthe 12:12,13
  4. De gemeente is het lichaam van Christus. Leg uit wat dit inhoudt?
  5. Door de Heilige Geest is er een wonderlijke eenheid onder christenen. Geef vanuit je eigen ervaring een voorbeeld van hoe we dit concreet ervaren.
  6. Waarom wordt deze eenheid niet altijd even duidelijk ervaren?
  7. Welke struikelblokken voor het ervaren van eenheid worden genoemd in Filippenzen 2:1-4?
  8. Leg uit waarom de gemeente er voor de Pinksterdag nog niet was.
  9. Waren de gelovigen in het oude testament bekend met de gemeente? Bewijs dit met een bijbeltekst.
  10. Waarom is de gemeente niet hetzelfde als Israël?

 

[1] Voor meer uitleg zie Bijbelstudie 20 over de komst van de Heilige Geest en Bijbelstudie 23 over de doop met de Heilige Geest. Deze bijbelstudies staan in deel 1.

[2] Voor meer uitleg over het werk van de Heilige Geest in de gelovige zie Bijbelstudie 21.

[3] Voor meer uitleg zie Bijbelstudie 22 over de vervulling met de Heilige Geest

[4] Voor een bespreking van de geestesgaven zie Bijbelstudies 24 en 25.

[5] Zie voor meer uitleg Bijbelstudie 23 over de doop met de Heilige Geest.

[6] Zie punt 5 van Bijbelstudie 51B over de plaatselijke gemeente.

[7] Zie Bijbelstudie 20 over de komst van de Heilige Geest

[8] Zie Bijbelstudie 20 over komst van de Heilige Geest

[9] Zie het gedeelte over de geestesgave profetie in Bijbelstudie 26: “Zijn alle gaven nog voor nu?”