De satan Deel III: Nog een aantal feiten over de satan

Deze Bijbelstudie is een aanvulling op de eerste twee Bijbelstudies over de satan.

In deel I is besproken wie de satan is. Hij is de tegenstander van God. We hebben ook stil gestaan bij de dwaasheid van de satan. Hij denkt als schepsel zich te kunnen verzetten tegen de Schepper. Ook zijn verdorven karakter is ter sprake gekomen. In deel II is de val van de satan besproken. Satan was toen hij geschapen werd volmaakt, pas later is hij de tegenstander van God geworden. Ook hebben we stil gestaan bij het grote doel van de satan en bij zijn einde. Satan streeft ernaar om aan God gelijk te zijn, hij wil de plaats van God innemen. Aan het einde der tijden zal de satan in de poel die brand van vuur en zwavel worden geworpen.

In deze bijbelstudie zullen we nog een aantal feiten over de satan bespreken.

7. Leider van de gevallen engelen

Satan is de leider van de gevallen engelen. De gevallen engelen worden door hem aangestuurd.

Satan wordt in Matheus 12:24, “Beelzebul, de overste van de geesten”, genoemd. In Efeze 2:2 wordt hij: “de aanvoerder van de macht in de lucht”, genoemd. Met, “de macht in de lucht”, worden de boze geesten bedoeld (Efeze 6:12). In Mattheus 25:41 wordt gesproken over, “de duivel en zijn engelen”. Ook uit dit vers blijkt dat satan de leider is van de gevallen engelen. De gevallen engelen worden in dit vers omschreven als, “zijn engelen”. Daarmee wordt bedoelt dat de gevallen engelen onder zijn gezag staan.

Satan is slechts een schepsel hij is niet alomtegenwoordig of alwetend. De satan kan niet overal te gelijk aanwezig zijn en hij is ook niet overal van op de hoogte. Toch oefent hij volgens de Bijbel grote macht uit over deze wereld. Omdat satan niet aan God gelijk is, kan hij deze macht alleen uitoefenen met hulp van anderen. Hij kan dit alleen met hulp van de engelen die onder zijn bevel staan.

8. De macht van de satan over deze wereld

 Volgens 2 Korinthe 4:4 is satan: “de god van deze eeuw”. In het Johannes evangelie wordt satan driemaal, “de overste van deze wereld”, genoemd (Johannes 12:31; 14:30; 16:11). De macht van de satan over deze wereld is groot.

Satan wordt in het boek Openbaring voorgesteld als de, “misleider van de volken” (Openbaring 12:9; 20:3,8). Zijn invloed is zo groot dat hij in staat is om de volken tot opstand te verleiden tegen God.

Volgens Efeze 2:1,2 leven zij die God niet kennen: “overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht [satan], van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid”.

Wie God niet kent, is in de macht van de satan. Wanneer iemand tot geloof komt, wordt hij uit deze macht van de satan bevrijd. Op dat moment wordt hij: “getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde” (Kolossenzen 1:13).

Zoals we in de vorige paragraaf zagen, oefent satan zijn macht over deze wereld niet alleen uit, hij oefent deze macht uit doormiddel van de gevallen engelen. In Efeze 6:12 wordt van de gevallen engelen gezegd dat zij, “de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk”, zijn. In het boek Daniël laat God ons iets van deze heerschappij van satan en de gevallen engelen zien. We lezen in Daniel 10 over een engelvorst die het koninkrijk Perzië beheerste (Daniel 10:12-14), en over een andere engelvorst die Griekenland in zijn greep had (Daniel 10:20).[1]

 De satan heeft macht op deze aarde omdat God het toelaat. God laat dit toe omdat de mens zich van hem afgekeerd heeft. God heeft vanwege de zonde zijn handen van de mensen afgetrokken en hen overgeleverd aan de satan.

Als christenen hoeven we niet bang te zijn voor de macht van de satan. Ook al heeft hij grote macht op deze aarde, zonder Gods toelating kan hij ons niets doen. God beschermt ons. “Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren voor de boze” (2 Thessalonicenzen 3:3)

9. God gebruikt de satan voor zijn eigen doeleinden

In de Bijbel zien we regelmatig hoe God het kwaad gebruikt voor het bereiken van zijn eigen doelen. Zo gebruikte God de koning van Assur om het volk Israël te tuchtigen (Jesaja 10:5-7,12-16). En hij gebruikte de boosheid van de broers van Jozef, om de familie van Jakob te redden van de hongerdood (Genesis 50:20). Zo zien we in de Bijbel keer op keer hoe God het kwaad gebruikt ten goede. God wordt nooit verrast, hij weet wat de mensen en de gevallen engelen van plan zijn. Hij stelt  grenzen aan wat zij kunnen doen. En wat Hij toelaat past hij in, in zijn plan.

Ook de satan en zijn engelen worden door God gebruikt. We vinden hier in de Bijbel verschillende voorbeelden van. In 2 Korinthe 12:1-9 lezen we hoe Paulus gekweld werd door een boze geest. Dit gebeurde onder Gods toelating, God liet dit medewerken ten goede voor Paulus. Paulus werd op deze manier bewaard voor hoogmoed.

Het meest treffende voorbeeld is het feit dat God de vijandigheid van de satan heeft gebruikt in zijn plan om de mensen te verlossen. Achter de dood van Jezus zaten de satan en zijn engelen. Satan inspireerde de Joodse leiders en de Romeinse machthebbers om Jezus te doden.

Op het door God van te voren bepaalde moment kruisigden zij Jezus. Zo werkten ze onbedoeld mee aan Gods verlossingplan. Zo groot is de overmacht van God over de satan.

God gebruikt de satan ook om mensen op de proef te stellen. Dit is misschien wel dé voornaamste reden waarom God de satan niet meteen uitgeschakeld heeft na zijn val. Het duidelijkste voorbeeld hiervan vinden we in Genesis 3:1-6. God stelde Adam en Eva op de proef door toe te laten dat de satan hen verleidde. Wat zouden Adam en Eva doen? Zouden ze naar God luisteren of naar de satan? Ook tegenwoordig gebruikt God de satan nog steeds voor dit doel.

Uiteraard is het satans bedoeling niet om op deze manier Gods doelen te realiseren. Net zoals het niet de bedoeling was van de koning van Assur om het volk Israël te tuchtigen. De koning van Assur was alleen maar uit op eigen eer en glorie toen hij Israël verdrukte. “Wee Assyrië, de roede van Mijn toorn; en Mijn gramschap is een stok in hun hand…Maar zelf meent hij het zo niet, en diep in zijn hart denkt hij zo niet.” (Jesaja 10:5,7)

Satan en zijn engelen hebben heel andere doelen. Zo zal de boze geest die Paulus lastig viel ongetwijfeld gedacht hebben, dat hij Paulus op die manier uit zou kunnen schakelen. En de satan zal denken dat hij door de mensen te verleiden dichter bij zijn doel komt om als God te worden.

10. Satan is een verslagen vijand

  •  “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.” (1 Johannes 3:8)
  •  “Hij heeft de overheden en de machten [satan en zijn engelen] ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd” (Kolossenzen 2:15)

 Jezus heeft aan het kruis de satan overwonnen. Hij heeft zijn werken verbroken. Door de dood van Jezus is de satan ontwapend. Hij heeft de mensen niet meer in zijn greep.

Satan had macht in deze wereld omdat God dat toe heeft gelaten. God heeft dat toe gelaten vanwege onze zonden. Als gevolg van onze zonden heeft God zijn bescherming van ons weggenomen, daardoor heeft de satan ons in zijn greep gekregen. Het is net alsof God zei: “Goed, als jullie dan naar mijn tegenstander willen luisteren in plaats van naar Mij, dan trek Ik mij terug, dan zal hij over jullie heersen.”

God heeft zich echter niet definitief terug getrokken toen Adam en Eva naar de slang luisterden. Al gelijk vanaf het begin beloofde God de macht van de satan te niet te doen (Genesis 3:14,15).  Dat heeft God gedaan door Zijn eigen Zoon te zenden. Aan het kruis heeft Jezus de zonde weggedaan, en daarmee ook de macht van de satan te niet gedaan (1 Johannes 3:5-8).

Ieder mens dat zich tot God bekeert wordt uit de macht van de satan bevrijd. Op het moment dat wij ons bekeren, worden onze zonden vergeven en komen we onder Gods bescherming.

Vanaf dat moment heeft de boze geen greep meer op ons. “…en de boze heeft geen vat op hem.” (1 Johannes 5:18) We zijn aan zijn macht ontsnapt. “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.”(Kolossenzen 1:13) Op het moment dat wij ons bekeren gaan we over: “van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God(Handelingen 26:18).Vanaf dat moment kan de satan ons niets meer maken.

11. Het einde van de satan staat vast

 In het boek Openbaring lezen we hoe het met de satan af gaat lopen. Daar wordt beschreven hoe hij en zijn engelen geworpen worden in de poel die brand van vuur en zwavel.

  • “En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.” (Openbaring 20:10)

12. Wij en de satan

Hierboven is er bij verschillende punten op gewezen dat God ons beschermt tegen de satan en de boze geestelijke machten. Toch zegt de Bijbel dat we in onze dagelijkse wandel met hem te maken krijgen. Dat is het onderwerp van Bijbelstudies 66A en 66B. Beide studies gaan over geestelijke strijd. De eerste bijbelstudie gaat over hoe de satan ons aan kan vallen. De tweede studie gaat over hoe wij hem kunnen weerstaan.

Toetsvragen

 

1. Citeer een tekst waaruit blijkt dat satan de leider is van de gevallen engelen.
2. Hoe is de satan in staat om wereldwijd macht uit te oefenen over de mensen?
3. Beschrijf de macht van de satan over deze wereld.
4. Hoe zijn de mensen in de macht van de satan gekomen?
5. Hoe heeft God de macht van de satan te niet gedaan?
6. Op welk moment worden we uit de macht van de satan bevrijd?
7. Beschrijf wat er volgens Kolossenzen 1:13 gebeurt op het moment dat iemand tot geloof komt.
8. Leg uit waarom wij als christenen niet bang hoeven te zijn voor de satan.
9. Geef een voorbeeld van hoe God de satan gebruikt voor zijn eigen doeleinden.
10. Geef een voorbeeld van hoe God de boosheid van mensen ten goede keert.

[1] Het zou goed kunnen dat de satan elk koninkrijk toegewezen heeft aan één van zijn engelen. Zeker weten doen we dit niet.