De Hemelvaart van Jezus

Inleiding

 

“En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.” (Handelingen 1:8-11)

 

De laatste keer dat Jezus aan Zijn discipelen verscheen was veertig dagen na Zijn opstanding. Hij verscheen aan Zijn discipelen op de Olijfberg, dichtbij Jeruzalem (Handelingen 1:11,12). Nadat Hij met Zijn discipelen over hun taak gesproken had en over het koninkrijk van God, voer Hij ten hemel. Jezus zal op dezelfde wijze als Hij heen gevaren is weer terug keren naar deze aarde. Over de terugkeer van Jezus gaan de volgende twee Bijbelstudies. Deze Bijbelstudie gaat over de Hemelvaart

 

De Vader heeft de Zoon verhoogd

“…Jezus Christus, Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.” (1 Petrus 3:21,22)

“…de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht…die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente” (Efeze 1:19-22)

Nadat de Vader Zijn Zoon uit de dood had opgewekt, heeft Hij Hem verhoogd, door Hem aan Zijn rechterhand te zetten.

De rechterhand van de Vader is de belangrijkste plaats die er in Zijn koninkrijk is. Het koninkrijk van God strekt zich uit over alles wat bestaat, zowel in de hemel als op de aarde (Psalm 103:19). Er is niets dat niet onder Gods macht valt. Jezus neemt dus op dit moment de belangrijkste plaats in die er is, in de hemel en op de aarde. God de Vader heeft Jezus, Zijn Zoon, boven alles en iedereen gesteld. Alles is aan Hem onderworpen. Daarom is Jezus op dit moment: “het hoofd over alle dingen”. God, de Vader, heeft Hem de naam gegeven boven alle naam, voor wie elke knie zich zal buigen. “Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader” (Filippenzen 2:9-11). Hij heeft Hem alle macht gegeven in de hemel en op de aarde: “En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op  de aarde” (Mattheüs 28:18).

God heeft dit gedaan, omdat Hij door Jezus, de schepping, die tegen Hem in opstand gekomen is, weer aan Zich wil onderwerpen. “Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood. Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen…En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.” (1 Korinthe 15:24-28) God heeft Zijn macht en eer aan Jezus gegeven om door Hem alles aan Zich te onderwerpen. Het doel is dat alle tegenstand en vijandschap gebroken wordt en dat uiteindelijk God alles in allen zal zijn. Dan zal de schepping volmaakt zijn, gezuiverd van de zonde, zoals de schepping oorspronkelijk bedoeld was.

De geschiedenis van Jozef is een prachtige illustratie van de verhoging van Jezus (Genesis 41:37-57). Zoals Farao zijn macht en eer aan Jozef gaf, zo heeft God Jezus verhoogd door Hem al Zijn macht en Zijn eer te geven. Farao deed dit met het doel om het land Egypte te redden van de zeven jaren hongersnood die zouden komen. God heeft dit met Jezus gedaan, met het doel om de schepping die van Hem vervreemd was door de zonde, weer tot Zich terug te brengen.

 

Wat heeft Jezus gedaan toen Hij ten hemel voer?

 

1. Hij is met Zijn bloed binnengegaan in de hemel

“Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.” (Hebreeën 9:11,12)

Zoals de Hogepriester elk jaar verzoening deed voor het volk Israël, zo heeft ook Jezus verzoening voor ons gedaan. Ieder jaar op de grote verzoendag, verscheen de hogepriester, met het bloed van een bok, voor het aangezicht van God, in het Heilige der Heiligen (Leviticus 16:15,16,34). Dat deed de hogepriester om daarmee de zonden van het volk Israël te bedekken en daardoor Gods toorn van hen af te wenden. Jezus heeft hetzelfde gedaan. Er zijn echter drie grote verschillen. 1. Hij is met Zijn eigen bloed, voor Gods aangezicht verschenen. Niet met het bloed van stieren en bokken. 2. Hij is niet in het Heilige der Heiligen hier op aarde, maar in het heiligdom in de hemel binnengegaan. 3. Jezus heeft dit eens en voor altijd gedaan. De Hogepriester moest ieder jaar weer opnieuw de zonde van het volk verzoenen. Maar omdat Jezus het volmaakte offer is, dat God werkelijk tevreden stelt, heeft Hij dit maar één keer hoeven doen (Hebreeën 7:27; Hebreeën 9:11-14; Hebreeën 9:24; Hebreeën 10:10-14 ).

 

2. Hij heeft de Heilige Geest gezonden

“Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.” (Handelingen 2:33)

Zoals Jezus herhaaldelijk beloofd had heeft Hij, nadat Hij ten hemel was gevaren, de Heilige Geest gezonden. Dat deed Jezus tien dagen na Zijn Hemelvaart op de pinksterdag. Vanaf dat moment ontvangt ieder die gelooft de Heilige Geest.[1]

 Wat doet Jezus op dit moment?

 

1. Hij bouwt de gemeente

“En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” (Mattheüs 16:18)[2]

Jezus heeft voor Zijn dood voorzegd dat Hij Zijn gemeente zou bouwen. Hij is daarmee begonnen op de Pinksterdag. Op die dag is de gemeente ontstaan. En tot op deze dag bestaat de gemeente. Jezus bouwt nog steeds zijn gemeente.

 

2. Hij leidt de gemeente

“Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is…” (Efeze 5:22,23)

 Omdat Jezus ons hoofd is, leidt Hij ons. Zoals het hoofd de verschillende leden van ons lichaam aanstuurt, zo stuurt Jezus de verschillende leden van Zijn gemeente aan[3]. Dat doet Hij door Zijn Geest die in ons woont en door Zijn Woord.

 

3. Hij wacht op het moment dat God Zijn vijanden onder Zijn voeten zal leggen.

“maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God. Verder wacht Hij op het tijdstip dat Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten gemaakt worden.” (Hebreeën 10:12,13)

God heeft alles onder de voeten van Jezus gelegd. Hij heeft Jezus alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Toch zien we dat op dit moment nog niet. “U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond. U hebt hem gesteld over de werken van uw handen; alle dingen hebt U onder Zijn voeten onderworpen. Want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd dat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn (Hebreeën 2:7,8). De satan en het ongeloof regeren nog op aarde. Maar de tijd komt dat de macht en de heerlijkheid, die Jezus ontvangen heeft, op aarde zichtbaar zullen worden. Dat zal gebeuren als Jezus terugkomt. Jezus wacht in de hemel op dit moment.

 

4. Hij verschijnt als onze hogepriester voor God

De hogepriester in het Oude Testament vertegenwoordigde het volk Israël bij God. Zo vertegenwoordigt ook Jezus ons bij God. Hij verschijnt voor Gods aangezicht ten behoeve van de gelovigen. De priesters in het oude testament deden dit voornamelijk door het brengen van offers (Hebreeën 5:1-4). Hierdoor verzoenden ze het volk Israël met God. Ook Jezus heeft dit gedaan. Daarnaast vertegenwoordigt Jezus ons, als Hogepriester, op nog een andere manier. Hij bidt als Hogepriester voor ons en komt ons te hulp in onze zwakheid wanneer we tot Hem roepen.

 

Als Hogepriester is Hij met Zijn bloed voor God verschenen om onze zonden weg te doen en ons zo met God te verzoenen.

“Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons, en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoal de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is. Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden, Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijn offer.” (Hebreeën 9:24-26)

 

Als Hogepriester bidt Hij voor ons

“Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. Want zo’n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven” (Hebreeën 7:25,26)

Waar bidt en pleit Jezus voor? Een van de dingen waarvoor Hij bidt en pleit is dat ons geloof niet zal bezwijken. Zoals Hij voor Zijn discipelen gebeden heeft, toen Hij hier op aarde was, zo bidt Hij ook voor ons. “En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëst om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt.” (Lucas 22:31) Deze waarheid is een geweldige troost. Want zou God het gebed van Zijn Zoon niet verhoren? Natuurlijk, zal Hij dat doen, het is immers Zijn veel geliefde Zoon. Je hoeft je dus geen zorgen te maken of je het wel vol zult houden. Jezus bidt voor je!

 

Als Hogepriester komt Hij ons te hulp wanneer wij tot Hem roepen

“Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen” (Hebreeën 2:18)

“Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht maar zonder zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juist tijdstip” (Hebreeën 4:15,16)

Wat de worsteling en de strijd ook is, in ons leven, Jezus begrijpt het, want Hij heeft net als ons hier op aarde geleefd en bloot gestaan aan verzoeking. Juist daarom is Hij in staat om ons te hulp te komen wanneer we tot Hem roepen.

 

5. Hij is onze voorspraak

“Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening [genoegdoening] voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld” (1 Johannes 2:1,2)

Jezus is onze Voorspraak. We zouden ook kunnen zeggen: Hij is onze advocaat. Zoals een advocaat het tegenover de rechter op neemt voor de verdachte, neemt Jezus het voor ons op, bij de Vader. En de Vader hoort altijd naar Zijn Zoon. Want door het offer dat Jezus gebracht heeft is aan Gods gerechtigheid voldaan. We hoeven dus niet onzeker te zijn. Als je gekweld wordt door je zonden, zie dan op Jezus. Want Hij is je voorspraak. Een voorspraak die altijd door de Vader gehoord wordt.

 

6. Hij is plaats aan het bereiden voor ons

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” (Johannes 14:2,3)

 

Toetsvragen

  1. Op welke plek is Jezus ten hemel gevaren?
  2. Noem twee teksten die over de verhoging van Jezus spreken.
  3. Wat houdt de verhoging van Jezus in?
  4. Met welk doel heeft God Zijn Zoon verhoogd?
  5. Wanneer zal dat doel bereikt zijn?
  6. Wat heeft Jezus gedaan toen Hij ten hemel voer? Noem twee dingen
  7. Wat doet Jezus op dit moment? Noem zes dingen
  8. Noem drie dingen die Jezus als Hogepriester voor ons doet.
  9. Waar bidt Jezus voor in de hemel?
  10. Waarom is het een troost om te weten dat Jezus onze Voorspraak is bij de Vader?

 

 

[1] Zie voor meer uitleg Bijbelstudie twintig over de komst van de Heilige Geest

[2] Petra, is Grieks voor rots. De rots waarop Jezus Zijn gemeente bouwt is de belijdenis van Petrus: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God”. (Mattheüs 16:16). De gemeente is gebouwd op de erkenning van mensen dat Jezus hun Redder en Heer is.

[3] Zie voor meer uitleg Bijbelstudie drieentwintig over de doop met de Geest.