Het bestaan van God

Inleiding

We beginnen deze serie bijbelstudies met de studie over het bestaan van God. Het bestaan van God is de waarheid waar al het andere van afhangt.

We geloven in God, maar hoe weten we eigenlijk dat God er is? Wij weten van het bestaan van God omdat Hij Zichzelf geopenbaard heeft. Hij heeft Zichzelf aan de mensen bekend gemaakt. Dat heeft Hij op verschillende manieren gedaan. In deze bijbelstudie wordt besproken hoe Hij dat gedaan heeft.


1. God maakt Zichzelf bekend door de schepping

De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen” (Psalm 19:2)

“Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn” (Romeinen 1:20)

Het getuigenis van de schepping

Ieder mens weet diep in zijn hart dat God bestaat. De wereld om ons heen ís er, en ergens moet die toch vandaan gekomen zijn? Iemand of iets moet de wereld ooit tot aanzijn hebben geroepen. Hier ligt een boek. Iemand moet het toch geschreven hebben? Geen enkele drukpers kan zelf een boek schrijven. Iemand bouwde dit gebouw. Iemand schiep de bomen. Iemand bestuurt het heelal. Als alle onderdelen van een horloge in een blikje werden gedaan en dat blikje miljoenen jaren lang zachtjes heen en weer geschud zou worden, dan zal er niet ‘toevallig’ een werkend horloge uit tevoorschijn komen. Er is maar één echt antwoord op de vraag waarom er een wereld is: er bestaat een intelligent Wezen: God die de wereld heeft gemaakt.

Daarom zegt Paulus dat God gekend wordt uit zijn werken. Als je de wereld ziet dan kun je niet anders dan concluderen dat er ook een wereldschepper moet zijn. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid” (Romeinen 1:20).

Daarom is er ook een universeel geloof in God. Er is een algemeen Godsbesef. Tot op heden is er nog geen enkel volk gevonden zonder dit geloof. Zij weten dat er een Wezen moet zijn dat alles schiep en regeert.

Naast het getuigenis van de schepping is er ook het getuigenis in het geweten. God heeft elk mens een besef van goed en kwaad gegeven (Romeinen 2:14,15). Ieder mens weet ook dat hij niet ongestraft kwaad kan doen: Zij [de heidenen] kennen het recht van God, namelijk dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen” (Romeinen 1:32).

Waarom weigeren veel mensen dan toch om God te erkennen?

Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt” (Romeinen 1:21)

“En omdat het hun niet goeddacht God te erkennen (Romeinen 1:28)

Ieder mens weet diep in zijn hart dat God bestaat. Toch willen veel mensen God niet erkennen[1]. Ze weten dat God er is, maar ze willen het niet toegeven. Dat komt omdat ze niets met God en met zijn rechtvaardige wet te maken willen hebben. Ze leven liever in zonde. Immers, als er geen God is, hoef je aan niemand verantwoording af te leggen en kun je doen en laten wat je wilt. Daarom drukken de mensen de waarheid dat God bestaat weg in ongerechtigheid (Romeinen 1:18).

Ze proberen de waarheid van Gods bestaan weg te drukken zoals je een kurk onder water duwt. Wanneer de kurk losgelaten wordt komt hij echter weer bovendrijven. Zo is het ook met het godsbesef van de mens. Je kunt het wel wegduwen. Maar op onbewaakte momenten komt het toch weer bovendrijven.

Een van de manieren waarop de mensen proberen om de kennis van God uit de schepping weg te redeneren is de evolutietheorie. Volgens die theorie is het leven vanzelf ontstaan. Het bewijs voor deze theorie is echter ondeugdelijk. Toch geloven veel mensen in de evolutietheorie, omdat zij niet toe willen geven dat God bestaat. [2]

 2. God heeft Zichzelf bekend gemaakt doordat Hij tot ons gesproken heeft.

“Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon” (Hebreeen 1:1)

Vlak na de zondeval sprak God persoonlijk tot Adam en Eva (Genesis 3:8,9). Maar in latere tijden gebruikte Hij meestal profeten om een boodschap over te brengen aan de mensen. Dat heeft Hij “vele malen en op vele wijzen” gedaan. Een belangrijk deel van wat God door de profeten heeft gezegd is opgeschreven in de boeken van de Bijbel. God heeft de boodschap van de profeten bevestigd door de wonderen en tekenen die zij deden.[3] Ook vervulde God de profetieën die ze namens Hem uitspraken. Daaraan herkenden de mensen dat de profeten werkelijk namens God spraken. Want niemand kon de dingen doen die zij deden tenzij God met hen was. En niemand kan de toekomst onfeilbaar voorzeggen dan God alleen (Deut 18:21-22, Jesaja 41:21-23). Als voorbeeld van de profetieën die we in Bijbel vinden zullen we nu enkele profetieën over het volk Israel bespreken.

De profetieën over het volk Israël zijn heel indrukwekkend. We zullen er acht bespreken. Vooral de laatste zes profetieën zijn opzienbarend.

  1. God beloofde Abraham en zijn nakomelingen het land Kanaän (Genesis 15:18-21).
  2. God waarschuwde de Israelieten dat Hij hen in ballingschap zou voeren wanneer zij ongehoorzaam zouden zijn. (Deuteronomium 28:63; 1 Koningen 9:7; 2 Kronieken 7:20 ).
  3. God verklaarde dat Hij het volk Israël onder alle volken der aarde zou verstrooien (Deuteronomium 28:64). Deze profetie is volledig uitgekomen, geen enkel volk is zo over de wereld verspreid als het Joodse volk. Onder bijna alle volken zijn Joden te vinden.
  4. God waarschuwde Zijn volk dat zij in de landen waar zij naar toe zouden trekken een: “verschrikking, een spreekwoord en een voorwerp van spot” zouden zijn (Deuteronomium 28:37; 1 Koningen 9:7). Ook deze profetie is volledig in vervulling gegaan. Tot op de dag van vandaag is het woord: “Jood” een scheldwoord. Jood zijn is in de ogen van veel mensen iets negatiefs, iets verderfelijks. Voor deze Jodenhaat kennen we zelfs een speciaal woord: “antisemitisme”.
  5. In het Oude Testament werd voorzegd dat het volk Israël overal waar zij heen zouden gaan vervolgd zouden worden. Ook dat is gebeurd. Geen enkel ander volk is zo vervolgd. Overal waar ze door de eeuwen heen naar toe getrokken zijn is telkens weer de haat opgelaaid en zijn ze gediscrimineerd, verdrukt en gedood. Dat is precies wat God voorzegd had (Deuteronomium 28:64-67; 1 Thessalonicenzen 2:14-16).
  6. Ondanks deze vervolging beloofde God hen te bewaren. Hij zou er voor zorgen dat ze als volk niet op zouden houden te bestaan (Jeremia 30:11; Jeremia 31:35-37).
  7. Uit de profetieën over de eindtijd weten we dat het volk Israël, voordat Jezus terugkomt, weer terug zal keren naar het land Israël. Al deze profetieën veronderstellen namelijk dat het volk Israel weer in het land is (Zie bijvoorbeeld Zacharia 13:8-14:7). Ook dat is gebeurd. In 1948 hebben de Joden een staat uitgeroepen in Palestina. Na 25 eeuwen zijn ze weer terug in het land. Een gebeurtenis zonder weerga in de wereldgeschiedenis.
  8. God heeft in Zijn woord voorzegd dat in de eindtijd Jeruzalem voor alle volken tot een: “bedwelmende beker” en een “moeilijk te tillen steen” zal worden (Zach 12:2,3). Dat wil zeggen een zeer lastige internationale kwestie die uit zal lopen op een wereldoorlog. Toen Zacharia deze profetie 2500 jaar geleden uitsprak was Jeruzalem een ruïne omringd door wildernis. Maar tegenwoordig is de status van Jeruzalem één van de lastigste internationale kwesties die er zijn. Heel het diplomatieke probleem tussen de palestijnen en de joden is buitengewoon lastig, zo niet onoplosbaar. Maar de status van Jeruzalem is van deze hele kwestie weer het aller lastigste probleem. Omdat zowel religieuse joden als moslims Jeruzalem en in het bijzonder de tempelberg beschouwen als een heilige plaats. Het is tegenwoordig dus helemaal niet meer zo onwaarschijnlijk dat deze hele kwestie uit zal lopen op een oorlog waarbij heel de wereld betrokken is. Precies wat Zacharia 2500 jaar geleden voorspelde.

Je kunt contact met God hebben.

Als iemand aan ons vraagt hoe we weten dat God bestaat kunnen we wijzen op de dingen die hierboven besproken zijn. Daarnaast kunnen we er ook van getuigen dat we contact met God hebben. Wij kunnen zeggen: “God bestaat want ik heb contact met Hem”. Ik ervaar in mijn dagelijks leven dat Hij er is. Ik heb Zijn vrede in mijn hart, Hij hoort mijn gebeden enzovoort.

Geen verontschuldiging

“De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God(Psalm 14:1)

“zodat zij niet te verontschuldigen zijn” (Romeinen 1:20)

Zoals hierboven besproken is, heeft God op verschillende manieren laten weten dat Hij er is. God heeft Zijn bestaan bewezen. Ook kunnen we in ons dagelijks leven ervaren dat Hij er is. Daarom wordt in de Bijbel een atheïst een dwaas genoemd: “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God”. Een dwaas is iemand die geen rekening houdt met de feiten.

 Toetsvragen

  1. Wat is een atheïst in de ogen van de Heere?
  2. Wat weten mensen door de schepping over God?
  3. Wat weten mensen door hun geweten over God?
  4. Waarom ontkennen mensen het bestaan van God?
  5. Hoe proberen mensen tegenwoodig het bestaan van God weg te redeneren?
  6. Waartoe moeten we volgens 1 Petrus 3:15 in staat zijn?
  7. Welke argumenten kun je gebruiken om je geloof te verantwoorden?
  8. Kun je er zelf ook nog een aantal bedenken?
  9. Waarom is het bewijs van profetie zo overtuigend?
  10. Noem vier profetieën over het volk Israël die op wonderbaarlijke wijze in vervulling zijn gegaan.

[1] De mensen doen twee boze dingen. (1) Ze weigeren God te erkennen en (2) ze  vervangen  God door afgoden. Zo zijn de niet-christelijke godsdiensten ontstaan. Omdat de mensen dit doen heeft God hen overgeven aan hun zondige harstochten. Als mensen God niet erkennen is de rem tegen de zonde weg. Want dan houden ze ook geen rekening meer met Gods geboden. Als gevolg daarvan openbaart zich de boosheid van het menselijk hart ongehinderd  (Romeinen 1: 18-32)

[2] De bewijzen die men aanvoert zijn ondeugdelijk. Bovendien zijn er  enkele zaken die de evolutietheorie op zich al onmogelijk maken. Zo veronderstelt de evolutietheorie dat er een overgang is geweest van dode materie naar levende cel. Een cel is echter zo ingewikkeld dat het absurd is om te denken dat uit het mengen van een aantal stoffen een levende cel kan ontstaan. Een cel is te vergelijken met een ingewikkelde chemische fabriek. Een goed boek waarin de evolutietheorie wordt weerlegd is:  “Ik heb te weinig geloof om een atheist te zijn”, door Norman L. Geilsler en Frank Turek.  Zie vooral hoofdstuk 5 en 6.

Nog een ander boek: “Hoe bestaat het! 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel”, door Don Batten, David Catchpoole, Carl Wieland en Jonathan Sarfati. Zie ook de site van “Answers in Genesis”, http://www.answersingenesis.org/nl.

[3] Zie Bijbelstudie 45  “Hoe weet je dat de Bijbel het Woord van God is?”.