Wedergeboorte

Inleiding

 

In de vorige Bijbelstudie werd beschreven wat er met ons gebeurt op het moment dat we geloven. God vergeeft ons, we worden gerechtvaardigd, God neemt ons aan als Zijn kinderen, we ontvangen eeuwig leven, de Heilige Geest komt in ons hart wonen, we worden één gemaakt met Christus en we worden wedergeboren. Al deze dingen zijn maar kort besproken. In deze Bijbelstudie zullen we uitgebreider stil staan bij de wedergeboorte.

1. De noodzaak van de wedergeboorte.

“Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.” (Johannes 3:5)

 De wedergeboorte is heel belangrijk. Want zonder de wedergeboorte kunnen we niet behouden worden. We zijn dan niet in staat om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Dit Koninkrijk van God wordt in al zijn pracht en glorie beschreven aan het eind van het boek Openbaringen (Openbaringen 21 en 22). In deze heerlijkheid kunnen we alleen binnengaan wanneer we opnieuw geboren worden.

 

2. Wat is de wedergeboorte?

 De wedergeboorte vindt plaats op het moment dat je door de Heilige Geest tot leven gewekt wordt. Vanaf dat moment ben je een nieuwe schepping. Je hebt een nieuw leven ontvangen, dat er daarvoor nog niet was.

De Bijbel beschrijft de wedergeboorte op verschillende manieren:

Als een geboorte

“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” (Johannes 3:3)

De Bijbel spreekt over opnieuw geboren worden (Johannes 3:3,7; 1 Petrus 1:23), uit de Geest geboren worden (Johannes 3:5,6,8), uit God geboren zijn (Johannes 1:13; I Johannes 2:29; 3:9; 4:7; 5:1,4,18 ) en gebaard worden door het woord der waarheid (Jakobus 1:18).

Als een opstanding uit de dood

God heeft ons tot leven gewekt. Voordat we tot leven gewekt werden, waren we dood door onze zonden.

“Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden…Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt…” (Efeze 2:1,4,5)

Zie ook de volgende bijbelgedeelten: Johannes 5:24, Kolossenzen 2:11-13.

Als een besnijdenis van het hart

“In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. U bent immers met hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven” (Kolossenzen 2:11-13 )
Zoals bij de besnijdenis de voorhuid weggenomen wordt, heeft God, toen wij tot geloof kwamen, ons oude zondige hart weggenomen.
Zie ook de volgende Bijbelgedeelten:  Romeinen 2:28,29; Efeze 2:11; Filippenzen 1:1. In het Oude Testament wordt dit beeld ook een aantal maal gebruikt. Zie bijvoorbeeld Ezechiël 36:26

Als het ontvangen van een nieuw hart.

“Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven, Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.” (Ezechiël 36:26,27)

Zie ook de volgende Bijbelgedeelten:  Jeremia 31:33,34; Jeremia 32:38-41; Hebreeën 8:10.

Als een scheppingsdaad van God

“…als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden” (2 Korinthe 5:17)
Zie ook de volgende Bijbelgedeelten: Galaten 6:15; Efeze 2:10,15.

 

3. De wedergeboorte is het werk van de Heilige Geest

 “Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.” (Johannes 3:5,6)

 Jezus zegt hier tot twee keer toe dat de wedergeboorte een geboorte is uit de Geest. De wedergeboorte is dus het werk van de Heilige Geest.

De wedergeboorte is uit God en is dus niet het werk van de mens (Johannes 1:13). Net zoals de eenwording met Christus door de doop met de Geest, niet het werk van de mens is. Dat betekent echter niet dat de mens er in het geheel niet bij betrokken is. Want God doet deze dingen in antwoord op ons geloof.

 

4. Hoe wordt je wedergeboren?

We worden wedergeboren door het geloof. De wedergeboorte is één van de zegeningen van ons behoud. De belangrijkste zegeningen hebben we in het vorige hoofdstuk besproken: vergeving van zonden, aanneming tot zonen,  eeuwig leven, de gave van de Heilige Geest, de eenwording met Christus,  de rechtvaardiging. En dus ook de wedergeboorte.

Als je al deze zegeningen na loopt zul je zien dat ze stuk voor stuk het gevolg zijn van het geloof. Laten we er drie uitlichten:

Rechtvaardiging

“Laat het u bekend zijn, mannenbroeders…dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt…” (Handelingen 13:38,39)

Eeuwig leven

“Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven…” (Johannes 3:36)

De Heilige Geest

“En Petrus zei tegen hen: Bekeer u…en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen” (Handelingen 2:38)

Kortom het behoud, met alles wat het behoud omvat, is door het geloof!

“Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof…”(Efeze 2:8)

Ook de wedergeboorte is dus door het geloof. Want de wedergeboorte is onderdeel van het behoud.

De volgende Bijbelgedeelten bevestigen dit:

-Deuteronomium 30:1-6

“Het zal gebeuren, wanneer al deze dingen, de zegen en de vervloeking die ik u voorgehouden heb, over u komen, dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen de HEERE, uw God, u verdreven heeft. En u zult zich bekeren tot de HEERE…Dan zal de HEERE, uw God, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen….De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om de HEERE, Uw God, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel…”

In Kolossenzen 2:11-13 omschrijft Paulus de wedergeboorte als een besnijdenis.

Zoals bij de besnijdenis de voorhuid weggenomen wordt, neemt God ons weerspannige hart weg. Als gevolg daarvan hebben we God met heel ons hart lief.

In Deuteronomium 30:1-6 wordt ditzelfde beeld gebruikt. In deze bijbelverzen wordt voorspeld hoe God het hart van het volk Israël zal besnijden. Als gevolg daarvan zal het volk Israël niet meer weerspannig zijn, maar ze zullen God liefhebben met heel hun hart.

Deze wedergeboorte van het volk Israël heeft nog niet plaatsgevonden. Zij zal pas plaatsvinden wanneer het volk Israël zich tot God bekeert.  De bekering van het volk Israël zal vlak voor Jezus terugkomst plaats vinden.

Uit dit Bijbelgedeelte kunnen we leren dat de wedergeboorte het gevolg is van het geloof. Pas wanneer het volk Israël gelooft en zich bekeert wekt God hen tot leven. Hij besnijdt hun hart zodat ze Hem liefhebben.

-Kolossenzen 2:12,13

“U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof… En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt…” [1]

De wedergeboorte wordt in de Bijbel een aantal keer beschreven als een opstanding uit de dood. Ook in dit Bijbelgedeelte is dat het geval. Deze opstanding uit de dood is door het geloof. Als gevolg van het geloof worden we dus wedergeboren.

-1 Petrus 1:23

“U, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.”

In dit bijbelvers wordt gezegd dat we wedergeboren zijn door het Woord van God.

Met het Woord van God wordt het evangelie bedoeld. Op het moment dat we het evangelie horen en geloven worden we wedergeboren.

 

  1. Waarom is de wedergeboorte belangrijk?
  2. Wat is de wedergeboorte?
  3. Op welke vijf manieren beschrijft de Bijbel de wedergeboorte?
  4.  Wie bewerkt de wedergeboorte in ons?
  5. Hoe krijgen we deel aan de zegeningen van het behoud?
  6. Geldt dat ook voor de wedergeboorte?
  7. Wat gaat volgens Deuteronomium 30:1-6 aan de wedergeboorte vooraf?
  8. Hoe zijn we volgens Kolossenzen 2:12,13 opgewekt uit de dood?
  9.  Welke rol speelt het Woord van God bij de wedergeboorte?
  10. Wat is het gevolg van de wedergeboorte?

[1] In de HSV wordt gesproken over ‘het geloof van de werking van God’. Deze vertaling is echter twijfelachtig. Een betere vertaling is ‘geloof in de werking van God’.

“Hoewel de ‘werking van God’ kan worden opgevat als oorzaak of bron van het geloof, gaat het hier om geloof in die werking (kracht ) van God (vgl Fil. 3:9-11). Datgene waarin men gelooft, wordt in het Grieks wel vaker met een zgn. genitivus aangegeven (‘geloof van…’ met de betekenis ‘geloof in…’, bv. Rom. 3:26; Gal 2:16,20; 3:22)” (Studiebijbel van het CvB Galaten tot en met Filemon blz 467 )