Spreken in tongen

Inleiding

 

Spreken in tongen (in talen) is een van de achttien geestesgaven die in de Bijbel genoemd worden. Omdat er veel verwarring is over deze geestesgave is het belangrijk om te weten wat de Bijbel er over zegt.

De eerste keer dat er in tongen gesproken werd was op de Pinksterdag.

 

“En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En zij waren allen buiten zichzelf en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken? En hoe kunnen wij hen dan horen, een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? …En zij waren buiten zichzelf en raakten in verlegenheid, en de één zei tegen de ander: Wat wil dit toch zeggen? Anderen zeiden spottend: Zij zijn vol zoete wijn.” (Handelingen 2:1-13)

Spreken in tongen (talen) is het vermogen om door de Geest in een ander taal te spreken. De discipelen kenden de talen waarin ze begonnen te spreken niet, het was een wonder. De Heilige Geest deed hen op bovennatuurlijke wijze in deze talen spreken: “zoals de Geest hun gaf uit te spreken”.

Spreken in tongen, is spreken in een echte taal.  Een taal die je nooit geleerd hebt, maar waar je door de Heilige Geest op wonderbaarlijke wijze in kunt spreken. De talen, waar de discipelen in spraken, werden door de toehoorders begrepen. “En hoe kunnen wij hen dan horen, een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?”.

De menigte die in Jeruzalem aanwezig was stond versteld van dit verschijnsel. Ze moesten erkennen dat het de hand van God was. Wat gebeurde kon eigenlijk niet, het was bovennatuurlijk. Hoe konden ongeletterde mannen uit Galilea plotseling in allerlei vreemde talen spreken? De menigte was daarom ook: “buiten zichzelf van verwondering”. Ze waren in verlegenheid en praten er met elkaar over: “wat wil dit toch zeggen?”

De Bijbel zegt dat spreken in tongen een teken is voor de ongelovigen. “Zo zijn de andere talen tot een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen…” (1 Korinthe 14:22). Een teken is een wonder, dat door de kracht van God verricht wordt om de waarheid van het evangelie te bevestigen (Hebreeën 2:1-4; Romeinen 15:18,19). Net als de genezingen die de apostelen verrichtten, bevestigde het spreken in tongen de waarheid van het evangelie. Het spreken in tongen op de Pinksterdag is daar een illustratie van.

Jezus had dit teken aangekondigd. In Marcus 16 lezen we: “En Hij zeide tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: In Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden.[1]  (Marcus 16:15-18). In het boek Handelingen lezen we dat de apostelen al deze tekenen hebben gedaan. We lezen hoe ze in tongen spraken (Handelingen 2:1-13), demonen uitwierpen (Handelingen 8:5-7; Handelingen 16:16-18), zieken genazen (Handelingen 3:1-8; Handelingen 5:12-16; Handelingen 9:36-43) en op wonderbaarlijke wijze ontsnapten aan de dood (Handelingen 28:1-6; Handelingen 12:3-19).

De inhoud van het spreken in tongen bestaat uit het uitspreken van de grote daden van God. In Handelingen twee vers elf lezen we: “wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken”.

 

Niet iedereen krijgt deze gave

De Bijbel zegt dat niet alle christenen dezelfde geestesgaven krijgen. Daarom is de opvatting dat alle christenen de gave van het spreken in tongen kunnen ontvangen in strijd met de Bijbel. Toch zijn er christenen die dit beweren. In 1 Korinthe 12 wordt deze bewering weersproken.

“Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest… en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt een en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.” (1 Korinthe 12:4-11)

Hier wordt duidelijk gezegd dat de ene christen een bepaalde gave krijgt en een andere christen weer een andere. Zie speciaal de verzen 8-10. De een krijgt “dit” en de ander “dat”. Dit geldt ook voor de gave van het spreken in tongen (talen), die in vers 10 wordt genoemd.

De lering dat iedere christen in tongen kan spreken is in strijd met het beeld van de gemeente als lichaam. In 1 Korinthe 12 vergelijkt Paulus de gemeente met een menselijk lichaam. De gemeente van Christus is een geestelijk lichaam met Christus als hoofd en de christenen als ledematen (1 Korinthe 12:27). Bij onze bekering worden we ingelijfd in het lichaam van Christus (1 Korinthe 12:13). Het menselijk lichaam bestaat uit vele ledematen die verschillende functies hebben. Zo heeft het oog de functie van zien en de hand de functie van grijpen. De verschillende functies vullen elkaar aan. Als het gehele lichaam uit “oog” zou bestaan dan zou het niet kunnen lopen. Zo bestaat het lichaam van Christus ook uit vele ledematen (christenen) die op grond van hun geestesgaven verschillende functies hebben. Net zoals de ledematen van een menselijk lichaam niet allen dezelfde functie hebben,  hebben ook de ledematen van het lichaam van Christus niet allen dezelfde functie. Geestelijk gezien is het dwaas als iedereen dezelfde gave zou willen uitoefenen. “Als het hele lichaam oog was, waar zou het gehoor zijn? Als het hele lichaam gehoor was, waar zou de reuk zijn?” (1 Korinthe. 12:17,18)

Het was juist de fout van de gelovigen uit Korinthe dat ze allen dezelfde geestesgaven, waaronder het spreken in tongen, wilden hebben.

Aan het eind van 1 Korinthe 12 stelt Paulus zeven retorische vragen. Retorische vragen zijn vragen waar iedereen vooraf het antwoord op kent.

“God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna genadegaven van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei talen. Zijn zij soms allen apostelen? Zijn zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars? Zijn zij soms allen krachten? Hebben zij soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?” (1 Korinthe 12:28-30)

Het antwoord op al deze vragen is: nee! Zijn zij soms allen apostelen? Nee, natuurlijk niet, want dat is in strijd met het beeld van het lichaam! Zijn soms allen profeten? Nee, natuurlijk niet want dan zou de gemeente lijken op een lichaam dat alleen uit oog bestaat! Zijn soms allen leraar? Nee, natuurlijk niet! Spreken soms allen in tongen? Nee, natuurlijk niet!

Kan het nog duidelijker gezegd worden? En toch beweren veel christenen tegenwoordig dat iedereen die wil in tongen kan spreken.

 

De regels voor het functioneren van het spreken in tongen

Voor het spreken in tongen in de gemeente gelden een aantal regels. In de eerste plaats moet het altijd vertaald worden (1 Korinthe 14:27,28). Om spreken in tongen te kunnen vertalen heb je een speciale gave van God nodig. De gave van het ‘vertalen van talen’ (1 Korinthe 12:10). Als er niemand in de gemeente is die deze gave heeft kan er dus niet in tongen worden gesproken. In de tweede plaats moet het spreken in tongen beperkt worden tot twee of drie mensen (1 Korinthe 14:27,28). Er mogen dus niet te veel mensen in tongen spreken tijdens een bijeenkomst. En tenslotte moet het spreken in tongen na elkaar gebeuren (1 Korinthe 14:27,28). Het is dus niet toegestaan dat de hele gemeente (of een groot deel daarvan) door elkaar heen in tongen spreekt.

 Tongentaal is niet altijd van God

Spreken in tongen kan net als andere geestesgaven voortkomen uit drie bronnen. Het kan van God zijn, dan is het een echte geestesgave. Het kan ook uit ons eigen hart komen, dan is het slechts gebrabbel, een vorm van zelfbedrog. Ten slotte kan het van de satan zijn.

Tongentaal moet getoetst worden

“Beproef alle dingen, behoud het goede.” (1 Thessalonicenzen 5:21)

“Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn…” (1 Johannes 4:1)

God draagt ons op om alles te toetsten. We moeten dus ook tongentaal toetsen. Als er in tongen wordt gesproken, is het belangrijk om vast te stellen uit welke bron het spreken in tongen voortkomt. Is het van God of is het van de satan? Of komt het slechts voort uit de bedrieglijkheid van ons eigen hart?

Hoe kom je er achter of het uit God is? In de eerste plaats moet je hiervoor bidden. Vraag aan God of het uit Hem is of uit de boze. God zal je gebed om inzicht zeker verhoren. Daarnaast is het goed om zelf of met een medechristen, die ervaring heeft op dit gebied, je leven eens na te gaan. Zijn er dingen in je leven, die er op wijzen dat het spreken in tongen niet van God is?[2]

 Komt spreken in tongen tegenwoordig nog voor?[3]

God kan deze gave ook tegenwoordig nog geven. Dat valt niet uit te sluiten. We moeten echter wel op onze hoede zijn. Charismatische christenen claimen dat deze gave bij hen functioneert. Daar kunnen we vraagtekens bij plaatsen. Zij beweren immers ook dat de gave van genezing in hun kringen functioneert. Het functioneren van deze gave is goed te controleren, want het is eenvoudig om vast te stellen of iemand al of niet genezen is. Er zijn al veel christenen, die dit onderzocht hebben. Iedere keer weer blijkt er sprake te zijn van bedrog. Er geneest bijna nooit iemand. Als deze gave, een gave die bij uitstek goed te controleren valt, niet in hun midden functioneert, zou dan wel het spreken in tongen, een gave die minder goed te controleren valt, bij hen functioneren? Laten wij als christenen ons door God gegeven verstand gebruiken. Een rechter die vaststelt dat een getuige de gewoonte heeft om te liegen, zal zijn getuigenis niet meer serieus kunnen nemen.

 Een waarschuwing

Veel charismatische christenen verlangen naar het spreken in tongen en verwachten dat God iedere gelovige deze gave geeft. God heeft dat echter niet beloofd. Niet iedereen kan in tongen spreken. De een krijgt deze gave en de ander weer die. Het is gevaarlijk om je uit te strekken naar bovennatuurlijke ervaringen die God ons niet in Zijn Woord beloofd. Je komt dan open te staan voor namaak van de boze. Dit gevaar wordt nog vergroot doordat er vaak onbijbelse technieken gebruikt worden om het spreken in tongen op te wekken. Ook dat kan heel gevaarlijk zijn (zie voetnoot 40). In de Bijbel worden nooit technieken gebruikt om talen op te wekken.
Toetsvragen

  1. Wat is spreken in tongen?
  2. Wat wordt in 1 Korinthe 14:22 over spreken in tongen gezegd?
  3. Waar zijn de tekenen die in Marcus 16:16-18 worden genoemd voor bedoeld?
  4. Welke gave is nauw verwant met de gave van het spreken in tongen?
  5. Kan iedereen in tongen spreken? Leg uit.
  6. Wat moeten we volgens 1 Tessalonicenzen 5:21 doen?
  7. Uit welke drie bronnen kan spreken in tongen voortkomen?
  8. Hoe kun je toetsen of het spreken in tongen van God is?
  9. Waarom is het gevaarlijk om je uit te strekken naar bovennatuurlijke ervaringen die de Bijbel ons niet belooft?
  10. Noem een onbijbelse techniek die gebruikt wordt om het spreken in tongen op te wekken?


[1] Zie de Bijbelstudie over ziekte en genezing. Deze Bijbelstudie staat in boek II.

[2] De volgende dingen (kunnen) wijzen op een occulte invloed:

  1. Het voorkomen van verdachte verschijnselen. Zijn er verdachte dingen, zoals bijvoorbeeld zware nachtmerries, of andere zaken die wijzen op occulte belasting. Als deze verschijnselen gekomen zijn nadat je in tongen begon te spreken, is dat een sterke aanwijzing dat het niet uit God is.
  2. Wat is het effect op je leven? Ga na hoe het geestelijk met je gegaan is nadat je in tongen bent gaan spreken. Je moet niet alleen letten op tekenen van occulte belasting, maar ook naar je geestelijk leven in het algemeen kijken. Heeft de beleving van het spreken in tongen bijvoorbeeld de oriëntatie van je leven verlegd van de tekst van de Bijbel naar het zoeken van ervaringen? Ben je gericht geraakt op tongen, profetieën, visioenen, innerlijke woorden van de Heer enzovoort?
  3. Heb je de gave verkregen doormiddel van handoplegging? Als dat zo is, wie heeft dat dan gedaan? Wat is de geestelijke achtergrond van degene of degenen die de handen hebben opgelegd? Als het spreken in tongen via handoplegging is verkregen, is dat een reden tot extra waakzaamheid. Dit geldt vooral als de handoplegging is gedaan door christenen met een charismatische- of pinksterachtergrond. De pinkster- charimatische beweging is een gemengde beweging. Er zijn in deze beweging twee geesten werkzaam. Voor zover de Bijbel en het evangelie er worden gebracht werkt de Heilige Geest daar. Maar omdat er daarnaast ook onbijbelse leringen worden gebracht en er onbijbelse ervaringen worden gezocht en getolereerd, krijgen ook de boze geesten de kans om zich te manifesteren. Dit kan leiden tot occulte gebondenheid (besmetting). Die besmetting kan via handoplegging overgebracht worden.
  4. Waar heb je die gave verkregen? Als je deze gave hebt verkregen door iemand uit de charismatische beweging is dat een reden om heel voorzichtig te zijn. Juist, dan is het belangrijk om na te gaan of het wel uit God is. De pinkster- charismatische beweging is een gemengde beweging, zie het vorige punt.
  5. Zijn er technieken gebruikt om het spreken in tongen op gang te brengen? In de Bijbel worden nooit methoden gebruikt om het spreken in tongen op gang te brengen. Het is dus zeer verdacht wanneer je op deze manier in tongen bent gaan spreken. Vaak gaat het als volgt. Eerst wordt onder handoplegging gebeden om de doop met de Geest. Vervolgens worden aanwijzingen gegeven om het spreken in tongen op gang te brengen. Bijvoorbeeld: begin maar te brabbelen, en dan zul je merken dat de Geest het overneemt of herhaal telkens de naam Jezus, Jezus, Jezus, totdat de Geest het overneemt en je in tongen begint te spreken.
  6. Heb je, je bewust uitgestrekt naar deze gave? Dit is gevaarlijk, als God je deze gave niet wil geven moet je er niet naar (blijven) zoeken. Je strekt je dan uit naar een onbijbelse ervaring. Dit kan een aanleiding zijn voor de satan om je te bedriegen.

[3] Zie de paragraaf over de tekengaven in Bijbelstudie zesentewintig.